Fouten maken in een genadeloze samenleving: is dat mogelijk?
Mag jij van jezelf fouten maken? Het was een vraag die onlangs aan me gesteld werd. De vraag klinkt in een genadeloze tijd, in een vaak genadeloze samenleving én… in een soms genadeloos kerkelijk klimaat, schrijft Piet Vergunst in De Waarheidsvriend.
Zijn vier jaar als minister heeft Ferd Grapperhaus volgemaakt. Voor een bewindsman op het departement van Veiligheid en Justitie met zijn vele moeilijke dossiers is dat verre van vanzelfsprekend. Grapperhaus is een minister met gezag, een minister zonder bonnetjesaffaire, zonder misinformatie over een deal met criminelen. Tot hij op 22 augustus in kleine kring trouwt en er blijkens foto’s van een zogenoemde societyfotograaf ‘momenten geweest zijn waarop de 1,5 meter afstand niet in acht genomen is’. De minister betuigt spijt, erkent dat hij als hoogste gezagsdrager op dit terrein het goede voorbeeld had moeten geven. Hij moet ‘diep door het stof’ en blikt op zijn huwelijksdag terug met de woorden: ‘Hadden we het maar met zijn tweeën gevierd.’
Geschrokken van de hardheid van de bejegening van deze minister, dacht ik: ‘Is al je krediet in ons land met zijn twittercultuur ineens weg als je een verkeerde inschatting maakt?’
Koninklijk Huis
De klappen die koning Willem-Alexander het voorbije halfjaar opgelopen heeft, zijn heftiger, zo heftig dat in de laatste week van 2020 bekend werd dat het vertrouwen van de Nederlanders in hun staatshoofd daalde naar 47 procent, dertig procent minder dan op zijn laatste verjaardag in april. Nadat het koningspaar in de zomer met een Griekse restauranthouder op de foto ging (zonder de afstand van 1,5 meter), volgde in de herfstvakantie een Griekenland-vakantie die nog geen 24 uur duurde en die de Koning in een publieke spijtbetuiging ‘heel onverstandig’ noemde, ‘al paste de reis binnen de voorschriften’. Persoonlijk vond ik – het kan aan mijn financiële ethiek liggen – het kopen van een nieuwe motorboot van twee miljoen euro in het voorjaar van 2020 storender en eerder passen in het rijtje niet te verantwoorden handelingen.
Hier ga ik voorbij aan hoe onze koning met zijn levenservaring en met deskundige adviseurs tot een onjuiste inschatting kon komen. Het gaat me vooral over onze ‘afrekencultuur’, over het feit dat waardering vanwege betrokkenheid op en gericht meeleven met de samenleving in dit coronajaar verdampt na een retourtje Griekenland.
Hoge bomen
Geldt hier alleen de spreekwoordelijke waarheid dat hoge bomen veel wind vangen, dat personen die in hogere functies dienen of een ambt bekleden meer bloot staan aan veroordeling of laster, aan boze reacties? Nee, verharding van het klimaat in de samenleving doet ook mee, de schadelijke kant van sociale media. In een open brief keerden 150 schrijvers en wetenschappers (J.K. Rowling, Salmon Rushdie e.a.) zich in de zomer van 2020 tegen wat zij zien als een afnemende tolerantie binnen het publieke debat. De ondertekenaars vinden dat de cultuur van het ‘afrekenen’ zorgt voor minder tolerantie van standpunten die afwijken ten opzichte van ‘ideologische conformiteit’, ofwel de norm. Als je in Nederland de Nashville-verklaring ondertekent – los van of dit verstandig is –, kun je beter een week onderduiken.
Onderwijs
Daarnaast ontwikkelden we in ons land met elkaar een prestatiecultuur, stellen we hoge eisen aan onszelf en de ander. In de basisschooljaren kunnen kinderen fors gestrest zijn vanwege de doelen die de inspectie aan de school stelt. Onderwijs lijkt meer te focussen op de jaarlijkse Cito-resultaten dan op de vorming van kinderen. Lichamelijke klachten of negatieve gedachten zijn meer dan eens het gevolg van het ontbreken van een relaxt én betrokken begeleiden van de schoolprestaties van een kind. Waar die ontspanning door leerkrachten of ouders ingebracht wordt, zie je het kind opbloeien.
In de wereld van de studenten is het veelal niet anders. Ik weet van jonge mensen die hun opdrachten niet durven in te leveren, uit angst om de norm niet te halen, uit vrees om fouten te maken. Een docent aan de universiteit zei tegen hen: ‘Ik moet in mijn vak inmiddels alles weten, maar voor júllie geldt dit niet.’
Niet volmaakt
In de opvoeding leren we onze kinderen en in het onderwijs leren we jongeren verantwoordelijkheid te dragen. Met vallen en opstaan gaat dat. In het ambtelijke leven mag je ook groeien, lerend van de ervaring van anderen, de wijsheid van anderen. Tot de volmaaktheid reikt een christen in dit leven ook na ontvangen genade niet, tot foutloosheid evenmin. Troostvol zijn daarom de woorden uit Psalm 103:
Hij weet, wat van Zijn maaksel zij te wachten,
hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van krachten,
en dat wij stof, van jongs af, zijn geweest.
Die erkenning van David gaat gepaard met zijn geloofservaring: ‘Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid.’ Met Zijn volk is Hij geduldig, Hij vergeldt hun niet naar hun ongerechtigheden. Trouw is Hij aan Zijn verbond.
Scheidslijn
In de oorlog was je goed of was je fout. Een scheidslijn als deze kent het Woord van God niet. ‘Allen zijn ze afgedwaald, nutteloos geworden.’ In Romeinen 3 is er niemand die goeddoet. Alles is daarmee echter niet gezegd, want een andere scheidslijn tekent de Bijbel wel. Zo lezen we over koning Nadab van Israël (1 Kon.15) dat hij ‘deed wat slecht was in de ogen van de HEERE’, terwijl over koning Amazia van Juda staat (2 Kron.25) dat hij ‘deed wat juist was in de ogen van de HEERE, alleen niet met een volkomen hart’.
Op een volkomen hart, daarop komt het aan, een leven dat eerlijk (gemaakt) is ten opzichte van Hem. Ook dat leert een van de Kronieken-geschiedenissen, die over koning Asa van Juda: ‘Want de ogen van de HEERE trekken over de hele aarde, om Zich sterk te bewijzen aan hen van wie het hart volkomen is met Hem.’ (2 Kron.16:9a)
Piet Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Lees hier zijn volledige artikel.
Praatmee