Oud-fractievoorzitter ChristenUnie kan vrouw niet meer opzoeken door coronacrisis: "Voelt als verraad"
In Nieuwsuur was zondagavond uiteraard uitgebreid aandacht voor de coronacrisis. Er werd onder andere aandacht besteed aan de kerkdiensten die in deze situatie vrijwel allemaal online te volgen zijn. Ook kwam de trieste situatie van Kars Veling, oud-fractievoorzitter van de ChristenUnie ter sprake. Hij kan zijn vrouw niet meer bezoeken.
Het tv-programma is te gast bij de Hart van Vathorst, een kerk in Amersfoort. Slechts een aantal vrijwilligers is aanwezig, de rest leeft mee via een livestream. “Het is eigenlijk heel onwerkelijk”, vertelt jeugdpastor Lennart Pors. “Ik vind het heel fijn om contact te kunnen maken met mensen die in de zaal zitten. Ik wil ze in de ogen kunnen kijken en zien wat het met ze doet. Nu sta ik eigenlijk tegen een camera te praten die niet reageert. Dat is best wel lastig.”
Kars Veling is één van de mensen die thuis online de dienst volgt. Hij was lange tijd senator van GPV en GPV/RPF, de voorgangers van het huidige ChristenUnie. Daarna was hij voor een korte periode fractievoorzitter van de ChristenUnie. Zijn vrouw heeft dementie en zit in het verpleeghuis dat onder hetzelfde dak zit als Hart van Vathorst. Vanwege de maatregelen van het kabinet mag niemand hier op bezoek. En dat doet pijn bij Veling. Donderdagavond zag hij haar voor het laatst. “Het was een rare avond. Ik deed de dingen zoals anders. Ik zat naast haar en we keken televisie. Ik breng haar graag naar bed, dat deed ik nu ook weer. Maar toen ik de deur achter me dicht trok, voelde het als verraad. Alsof ik haar in de steek liet. Het is moeilijk te verdragen dat ik er niet kan zijn.”
Veling is bang dat zijn vrouw hem niet meer herkent als de crisis lang gaat duren. “Als zij mij niet meer herkent en we ook niet meer het plezier van samenzijn ervaren, zou ik dat heel erg vinden. Als ze me nu ziet, heeft ze altijd een glimlach en dan zegt ze: “Ben je er al?” Dan ziet ze dat ik er ben en dan merk je dat er nog iets is tussen ons. Ik weet niet of ik het groter maak dan het in feite is, maar het is er zeker nog. Ik mis haar.”
Praatmee