Liesbeth Labeur leerde psalmversjes uit haar hoofd, maar verloor haar geloof
Liesbeth Labeur (44) groeide op in een reformatorische omgeving en begon na verloop van tijd te twijfelen aan haar geloof. Ze besloot om verder te kijken dan de zuil waarin ze zich bevond. Het resultaat was dat ze het geloof vaarwel zei. Ondanks dat haalt ze nog steeds inspiratie voor haar kunstwerken uit het christendom. Het Reformatorisch Dagblad interviewde haar.
Na haar eerste levensjaar, verhuisde Labeurs gezin naar Curaçao: “Het was een behoorlijke verandering. In Curaçao gingen we naar een vrijgemaakte kerk. Het grootste deel van de bevolking is daar rooms-katholiek. Toen we terugkwamen in Nederland gingen we naar een Gereformeerde Bondsgemeente in Sirjansland. In die gemeente begreep ik opeens dat het ernst was: dat de mens in het reine moet komen met God en dat dat je gegeven moet zijn. Dat hoorde ik vanaf de preekstoel. Het voelde voor mij vertrouwd. Mijn moeder wiegde me ’s avonds in slaap met Bijbelse liederen, las voor uit de kinderbijbel of uit boeken over de kerkgeschiedenis.”
Twijfels
Na verloop van tijd kwamen er toch twijfels naar boven: “Iedereen heeft zijn persoonlijke geschiedenis, de dingen die je meemaakt. Bij terugkomst uit Curaçao bijvoorbeeld had ik talloze vragen rond de kerk, hoe de zaken van het geloof in elkaar staken. Vanuit die vragen ging ik op zoek naar een antwoord.”
“Ik was heel nieuwsgierig naar hoe de werkelijkheid in elkaar zit”, vervolgt Labeur. “Op een gegeven moment kwam ik erachter dat de vragen die ik had misschien niet te beantwoorden waren in een groep gelijkgestemden die elke zondag tegen elkaar zeggen: Zo zit het. Gaandeweg kwam ik erachter dat de reformatorische zuil uit een afgeschermde groep mensen bestaat en dat zich daarbuiten ook een heel leven afspeelt. Misschien moet ik daarbuiten zoeken, dacht ik.”
Inspiratiebron
Haar zoektocht leidde ertoe dat Labeur nu niet meer in God gelooft. Toch gebruikt ze het geloof nog steeds als inspiratiebron voor de kunstwerken die ze maakt: “Ik denk dat ik mijn verleden gebruik om het leven beter te begrijpen. Het is ook logisch dat mijn reformatorische jeugd zo’n grote rol speelt. Hoeveel psalmversjes heb ik niet uit mijn hoofd geleerd?"
Praatmee