Wie zich in dit land tot God bekeert komt in enorme problemen
De Heere doet een bijzonder werk onder de doven in Oezbekistan. Het centrum van deze ‘opwekking’ is de zuidelijk gelegen stad Karshi, nabij Afghanistan. Maar ook in andere delen van het land trekt de Geest van God juist deze meest kwetsbare mensen tot Zichzelf. Zij zijn de uitgestotenen in Oezbekistan, de ‘onaanraakbaren,’ in de praktijk minder dan honden. Maar juist hen heeft de Heere op het oog. En dat werk gaat door.
Ojbek R. en zijn gezin wonen in een klein dorpje in de nabijheid van de stad Oergenj, in het westen van het land. Twee jaren geleden ontmoetten we deze eenvoudige broeder voor het eerst. Hij was ontevreden. Zijn vrouw wilde christen worden, maar hij moest er niets van hebben. Wat zou de familie zeggen en de dorpsgenoten? Het gezin is arm en om in het levensonderhoud te voorzien, verzamelen ze oud plastic dat ze voor een beetje geld kunnen verkopen.
Maar nu is alles anders. Ook Ojbek is tot God bekeerd! En inmiddels zelfs gedoopt. Echter, zoals dat gaat in Oezbekistan, is met de bekering niet het rustige, stille leventje begonnen. Al snel raakten Ojbek en zijn gezin in beeld bij de geheime diensten van het land. In het voorjaar van 2018 kregen zij bezoek. In zijn eigen woorden: "Ze kwamen vroeg in de morgen en drongen het huis binnen. Een bevel om de woning te doorzoeken hadden ze niet. Het was een grote bus vol politiemannen, allemaal bezig met het doorzoeken van ons huis. De volwassenen moesten op de grond gaan zitten. We mochten niet eens onze sloffen aantrekken. Zelfs de schooltassen van de kinderen werden omgekeerd. Het was heel verdrietig dat ze een kinderbijbel van onze tweeling Fatima en Aisha in beslag namen. Onze dochters vonden het heerlijk om erin te lezen. De avond ervoor hadden ze er aan tafel in gelezen en ze hadden het boek opengeslagen laten liggen. Een politieman was er opgewonden over: ‘wat een mooi, groot boek is dat,' zei hij. Maar ze namen het wel mee. Later kregen we onze huisbijbel terug, maar het kinderboek gaven ze niet terug, omdat het gevaarlijk zou zijn voor kinderen.’ De twee jonge meiden vullen aan: ‘We vonden het zo jammer dat we dat boek hadden laten liggen. Hadden we het maar verstopt. We hadden net gelezen over Jacob die zeven jaren moest werken voor zijn bruid. Maar nu weten we niet hoe het verder gaat. Zijn ze nu getrouwd of niet?"
Op hetzelfde moment werd ook bij het evangelistengezin van Stanislav Kim in Oergenj een inval gedaan. Ook daar kwam demonstratief een bus vol politieagenten voor rijden die alles doorzochten en een grote zak met geestelijke lectuur meenamen. Overdag, in alle openheid. Zodat de hele buurt het zou zien en mensen het wel uit hun hoofd zullen laten om de samenkomsten te bezoeken.
In Karshi zijn ze inmiddels wel gewend aan huiszoekingen en verstoring van de samenkomsten. In 2018 bekeerde zich een jong echtpaar, Nabishon en Fasilat B. Nabi is een begaafde jongeman die drie talen spreekt: Oezbeeks, Russisch en gebarentaal. Mede daarom is hij van grote waarde voor de dienst. Kort na zijn doop werd hij opgeroepen om op het gerechtskantoor te verschijnen. Via een snelle procedure werd hij veroordeeld tot vijf dagen eenzame opsluiting. Geboeid werd hij afgevoerd. De rechter voegde hem nog een persoonlijk woord toe: ‘Jongeman, stop toch met het bezoeken van die samenkomsten. Bid gewoon thuis met je vrouw. Dan vallen we je niet meer lastig.’ Maar Nabi antwoordde: ‘Ik heb in de Bijbel gelezen dat ik de samenkomsten niet moet verzuimen. Het is voor mij geen optie om thuis te blijven.’ Zijn eenzame opsluiting bracht hij biddend door. Maar vaak kwamen de bewaarders op hem inpraten, dat hij moest stoppen de samenkomsten te bezoeken. Inmiddels is hij weer vrij, maar voor hoe lang? De gemeente van Karshi vraagt om gebed voor het jonge echtpaar. Het enige wat de gemeente wil is groeien in geloof en in vrijheid samenkomen. Maar ondanks de vervolging groeit de gemeente en voegt de Heere toe aan de kring van hen die zalig worden.
In zijn tuin in Tashkent spreken we met br. Andrej Serin. Hij is als leidende broeder nauw betrokken bij alles wat er in het land gebeurt. Hij geeft eerlijk aan dat de opwekking die plaatsvindt naast intense vreugde ook veel zorg meebrengt. "Letterlijk iedere dove die tot God bekeerd wordt, neemt een veelheid aan problemen met zich mee. Vaak willen de partner en de kinderen niets van het nieuwe geloof weten. Dan wordt de familie gemobiliseerd en die komt verhaal halen. Immers: Je bent moslim. Je kunt Jezus niet volgen. Vaak wordt er geslagen. Ook worden papieren, paspoorten, huwelijkscertificaten, eigendomsbewijzen van het huis e.d. ingepikt. Onze nieuwe broeder of zuster staat dan letterlijk met lege handen. Hij kan niet bewijzen dat zijn huis zijn huis is, dat zijn vrouw zijn vrouw is, dat zijn kinderen zijn kinderen zijn. Stel je voor hoe bedreigend dat is voor iemand die niets kan horen. En met die zorgen komen ze bij ons. Wij proberen dan contact te zoeken met de familie, kijken of we kunnen bemiddelen. Maar de vijandschap zit vaak zo diep. De imam bemoeit zich ermee en soms schakelt de familie ook de politie in. Bid alstublieft voor de leidinggevenden en de evangelisten. We hebben lang gebeden voor een opwekking. Nu die er is, zijn we dankbaar en ons hart is vol van vreugde. Maar de zorgen drukken ook zwaar. We schieten zeer in wijsheid tekort."
Ook op andere fronten is er strijd. Nicolai Serin kreeg een aantal jaren geleden een zwaar auto ongeluk. De littekens ervan zijn over zijn hele lichaam nog zichtbaar. Kort geleden viel hij van een dak, hij brak een aantal ribben en zijn rug was zeer gekwetst. Voorzichtig begint hij te revalideren. Andrej Serin reed drie jaar geleden met zijn auto een vrouw aan op de snelweg, zij wilde zo zichzelf van het leven beroven. Dat lukte, maar de afwikkeling van het ongeval is nog steeds niet rond. De familie van de vrouw blijft stoken en aanklagen. Evangelist Mahmoud kwam kort geleden terug van een conferentie in Kazachstan. Zijn taxi reed tegen een betonnen pijler. Mahmoud herstelt nu langzaam van een zware hersenschudding. De geestelijke strijd wordt op vele fronten gestreden. Wij mogen op afstand mee strijden.
We gaan terug naar Oergenj. Daar valt de aanwezigheid van een nieuwe, jonge zuster op. Haar naam is Shogista, ze is 21. "Een aantal jaren geleden kreeg ik het in mijn hart om een samenkomst van geregistreerde gelovigen in mijn dorp te bezoeken. Daar was een doventolk en zo kon ik de boodschap goed volgen. Maar de leider van de gemeente herhaalde telkens dat we nooit de samenkomsten van de niet-geregistreerde baptisten in Oergenj moesten bezoeken. “Dat zijn wolven in schaapskleren. Ze zijn niet eerlijk, blijf er uit de buurt.” Het stoorde mij dat hij zo over andere gelovigen sprak. Ik wilde ze daarom juist wel eens zien, die niet-geregistreerden. Dus bezocht ik een samenkomst. De eenvoud van de mensen en de rijkdom van de bijbeluitleg spraken mij aan. Stanislav en Goelja Kim bleken lieve, geïnteresseerde mensen te zijn die mij nergens toe dwongen. Ik voelde mij er thuis. Ik heb voor de gemeente mijn zonden beleden en ik mocht door de doop het verbond met de Heere sluiten. Mijn man vond het eerst maar niets, dat ‘strenge’ geloof en die hoofddoek.
Maar hij ziet hoe ik veranderd ben en sinds kort gaat hij ook mee naar de samenkomsten." Shogista’s moeder vond het eerst ook maar niets. Dat haar dochter christen werd, kon ze nog wel verkroppen. Maar waarom bij die niet-geregistreerden in Oergenj? Waarom niet bij de geregistreerde gemeente in het dorp? Maar ‘de voorbidder wint!’ Inmiddels bezoekt ook de moeder van Shogista de samenkomsten in Oergenj. Niet heel trouw, niet altijd, maar niettemin. Er mag hoop zijn dat de Heere een goed werk begonnen is. Maar er zijn ook grote zorgen in het jonge gezin van Shogista en haar man. Ze zijn beiden doof. Maar haar man is ook zeer slechtziend, en het zicht ontwikkelt zich niet goed. Er is kans dat hij op termijn ook blind zal worden.
In 2017 ontmoetten we ook een andere jongeman, eveneens doof. Een zakenman, eigenaar van een uitgaansgelegenheid in Navoi. Helemaal vol van zijn Heere en Heiland was hij. En wat was zijn bekering voor de broeders een bemoediging. Wij verheugden ons erop hem weer te ontmoeten en te zien hoe de Heere in Zijn leven aan het werk was gegaan. Maar ook rondom deze broeder brak een hevige geestelijke strijd los. De lokale overheden begonnen vragen te stellen over zijn onderneming. Ze probeerden hem zijn vergunning af te nemen. Zijn schoonfamilie kwam in het verweer. Zijn vrouw werd meegenomen de bergen in, zodat hij haar niet meer spreken kon. Ze zeiden: ‘Als je blijft bij dat nieuwe geloof, dan mag je niet meer met haar samenleven.’ En ook op andere manieren werd de druk hoog opgevoerd. Onder tranen nam hij afscheid van het christelijk huisgezin waar hij maar zo kort bij heeft gehoord. "Ze mogen mij mijn restaurant afnemen. Mijn geld en al mijn bezittingen. Maar ik houd van mijn vrouw. Van haar kán ik geen afstand doen."
Stichting Friedensstimme staat al 35 jaar voor ondersteuning van christenen in de voormalige Sovjet-Unie bij hun evangelisatie- en zendingsactiviteiten. Bezoek hier de website van Friedensstimme en klik hier om het werk van de stichting te ondersteunen.
Praatmee