Het Nederlandse slavernijverleden: hoe gingen christenen hiermee om?
Het slavernijverleden hangt als een molensteen om onze nek. De roep om excuses is niet van de lucht. Schoorvoetend komen instanties over de brug. De kwestie speelt overigens al twintig jaar, maar kreeg onlangs een nieuwe impuls bij de viering van de Surinaamse emancipatiedag, Ketikoti, de herdenking van de afschaffing van de slavernij. Kort daarvoor bood de Amsterdamse burgemeester Halsema excuses aan voor het aandeel van de hoofdstad in het leed dat vele duizenden zwarte mensen trof. Ook Rotterdam erkende – nog niet officieel – tot in zijn nek in de slavernij te hebben gezeten. Utrecht volgde. Volgens de historicus Alex van Stipriaan profiteerde heel Nederland van de slavernij, “van Borculo tot Limmen en Culemborg toe” (Trouw, 4-11-2020).
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee