Gewoonlijk volgde men in zulke gevallen een simpele redenering: een vreselijke ramp moest altijd als een straf van God worden gezien. Dat was ook het argument van de vrienden van Job, en ook tegenwoordig vindt men bij elke ramp altijd weer christenleiders die precies weten te vertellen voor welke zonden dit nu weer de goddelijke straf is. We hadden uit het boek Job al kunnen weten hoe onbijbels deze denkwijze is. Maar de filosoof Georg Hegel zei al: We leren uit de geschiedenis dat mensen niets uit de geschiedenis leren.
Toen men in 1348 en 1349 ontdekte dat de pest niet kieskeurig was, maar zowel streng-gelovigen als ongelovigen trof, werd men aan het twijfelen gebracht. Volgde men wel de juiste redenering? Nu werd de aandacht naar een andere vraag getrokken: welke bevolkingsgroep werd het minst door de pest getroffen? Je zou denken dat dat dan juist de meest gelovige mensen waren, die het minst van Gods straf te lijden hadden. Maar nee hoor, men volgde dit keer een totaal andere redenering: als een bepaalde groep een ramp over de bevolking bracht, mocht je ervan uitgaan dat die groep dan zelf het minste van die ramp te lijden zou hebben.
Wie waren dat? Wie leken de dans het beste te ontspringen? De Joden! De oorzaak van het feit dat de Joden het minst door de pest getroffen werden, was dat zij zich aan de Torah hielden en er dus een veel hygiënischer levensstijl op nahielden dan de christenen. Zo gebruikten de Joden geen water uit de openbare putten, ze wasten heel vaak hun handen, in elk geval vóór elke maaltijd, en zo zijn er meer reinigingswetten te noemen. We moeten daarbij bedenken dat niemand in die tijd nog iets van hygiëne wist, ook de Joden zelf niet; die hielden zich eenvoudig aan de Torah, zonder enig benul van de hygiënische betekenis van veel bijbelse wetten. Hadden de christenen zich daar ook aan gehouden, dan hadden zij geen varkensvlees gegeten, dus ook geen varkens gehouden, die zelf weer ratten aantrokken, die de pestbacillen bij zich droegen. De Joden hadden dus het antwoord op de vraag hoe de ramp voorkomen had kunnen worden – maar in werkelijkheid kregen zij er juist de schuld van…
Dat zij niet uit de openbare putten dronken, werd als argument tegen hen gebruikt: ze werden ervan beschuldigd het water in de putten en bronnen vergiftigd te hebben. Toen dat praatje eenmaal bedacht was, ging het gerucht als een lopend vuurtje door heel Europa. Op vele plaatsen braken vervolgingen tegen de Joden uit. Buiten het tegenwoordige Nederland werden bijvoorbeeld de joodse gemeenschappen van Bazel, Brussel, Frankfurt, Keulen en Straatsburg bijna volledig uitgeroeid; talloze Joden werden levend verbrand. In totaal werden meer dan tweehonderd joodse gemeenschappen in Europa gedecimeerd. Men schat dat in totaal zo’n 16.000 Joden in Europa in die tijd gruwelijk vermoord zijn.
Het is wel opmerkelijk dat de weinige Joden die aan de vervolgingen konden ontkomen, in die tijd juist een goed heenkomen in Oost-Europa zochten, en dat daar ook vonden door de welwillendheid van de autoriteiten daar. Met name hier ligt de oorsprong van de grote joodse gemeenschappen in Oekraïne, Rusland en Wit-Rusland, en vooral Polen, tot aan de Tweede Wereldoorlog aan toe. In die gemeenschappen bleven de Joden vasthouden aan de taal die zij uit West-Europa hadden meegebracht: het Jiddisch, dat gebaseerd was op een Duits dialect. Bijna zeshonderd jaar hebben de joodse gemeenschappen in Oost-Europa gebloeid – tot ook zij ten prooi vielen aan een pogrom, en wel de ergste aller tijden: de Holocaust.
Het hoge woord moet er maar uit: ook in het gebied dat tegenwoordig Nederland heet (en toen nog bij het Duitse Rijk hoorde), werd volop aan de massamoord op de Joden meegedaan. We moeten hier de volgende steden noemen: Arnhem, Gouda, Nijmegen, Utrecht en verder de IJsselsteden (met name Deventer en Zutphen). In deze steden hadden relatief kleine, maar toch bloeiende joodse gemeenschappen bestaan, die bijna van de ene dag op de andere nagenoeg uitgeroeid werden. En dat niet met het zwaard; nee, ze werden massaal op brandstapels verbrand. Je kunt je het misschien wel voorstellen van vele andere landen – maar Nederland!? Hebben hier óók massa’s brandstapels voor Joden gestaan!?
Het is maar één keer in Nederland gebeurd – maar dat was natuurlijk toch één keer te veel. Hebben we ooit gehoord dat de genoemde steden, bijvoorbeeld in 1749, of 1849, of 1949 (zo kort na de Holocaust!), de Joden herdacht hebben die zij zoveel honderden jaren eerder zo massaal hadden uitgeroeid?
Christenen die meer diepgang willen kiezen voor CIP+
Je las net een gratis CIP+ artikel. Meld je aan en start je gratis maand.
Start je gratis maand