Oekraïne en Israël schreeuwen om wapens: Psalm 35 biedt uitkomst
Zeg tegen mij: ‘Ik zal je redden’ - Psalm 35:3. De kranten staan er vol van. Oekraïne, Israël schreeuwen om wapens.
In Psalm 35 lees je dat de toekomstige koning van Israël, David, ook op zoek is naar wapens. David wordt achtervolgd door koning Saul. De beschermeling van koning Saul is inmiddels zijn aartsvijand geworden.
Het is een strijd om de macht.
Blijft Saul koning of gaat zijn krijgsheer David hem vervangen?
David klopt aan bij God. Hij gaat trouwens nog een stap verder. God wordt gesmeekt om ook Zelf aan de strijd deel te nemen:
Bestrijd, HEER, wie mij bestrijden,
vecht tegen wie mij bevechten,
wapen u, grijp het schild,
sta op om mij te helpen!
Zwaai met uw speer en strijdbijl
en werp ze naar mijn achtervolgers’
Psalm 35:1-3
David doet in deze psalm een dringend appèl op God dat er niet om liegt. God wordt in steeds heftiger bewoordingen aangespoord om in actie te komen. Het leven in de woestijn valt David zwaar. Het duurt hem allemaal te lang. David had er immers zelf niet om gevraagd om koning te worden.
God Zelf had hem uitgekozen. Dan kan Hij David toch ook wel helpen?
David gaat nog verder.
Ten diepste verlangt hij niet naar de wapens. Nee, David verlangt naar persoonlijk contact. David wil uit Gods Eigen mond horen dat Hij er ook in deze zware tijden voor David zal zijn.
Zeg tegen mij:
‘Ik ben het die je redt’ (vers 3)
Hij is immers de IK BEN.
Wist David dat niet?
Natuurlijk wel.
Maar weten dat iemand van je houdt, is niet hetzelfde als ervaren dat iemand van je houdt.
Zo is het ook met onze relatie met God.
Het staat er eigenlijk heel intiem:
Zeg tegen mijn ziel: IK BEN.
Diep in mijn hart.
Zeg het: Ik ben er voor jou.
Voor eeuwig en altijd.
Dat geeft meer kracht dan welk wapen ook.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee