Christenen beseffen te weinig dat ze tot elkaar zijn veroordeeld
Sommige van jullie zijn geen lid (meer) van een kerk. Niet iedereen is lid van dezelfde kerk. Naast mijn meditaties voor iedereen, lezen velen van jullie ook mijn blogs. De laatste weken gaan ze vooral over mijn kerk.
Een beetje eenzijdig.
Alsof die het enige probleem in de wereld is.
Gelijk heb je!
‘Arie, waarom word je geen lid van een andere kerk?’
‘Een kerk waar mensen het wel met je eens zijn!’
Ik doe ook nog mensen van eigen kerk met mijn geschrijf verdriet. Hun advies is ook: ‘Ga naar een andere kerk’. ‘Zo zaai je onrust!’ ‘Of leg je neer bij de meerderheid.’
Vooropgesteld: Het leven zou een stuk gemakkelijker zijn. In onze gemeente zou er heel weinig veranderen. We zijn zo groot geworden, dan ‘we onszelf zouden kunnen redden’
(rare uitdrukking trouwens).
Ben ik een eigenwijze oude man?
Denk ik soms dat mijn kerk de enige ware is?
Het eerste zou waar kunnen zijn, maar het tweede allerminst. U weet dat ik bij de EO met de term oecumene van het hart ben gekomen. Zo heb ik andersdenkenden meer leren waarderen.
Wat is er dan wel aan de hand?
Wel, ik verzet mij heftig dat mijn kerk zo langzamerhand een club dreigt te worden van gelijkgezinden. Wat dat betreft heeft de huidige tijd grote invloed gekregen. Kijk maar eens naar wat er in de politiek gebeurt. Ben je het er niet mee eens? Dan begin je een eigen partij.
Maar de kerk (dus niet alleen mijn kerkje) is geen club, geen vereniging. Een gezin zou een mooie metafoor kunnen zijn. We noemen elkaar toch broeders en zusters? Natuurlijk heb je in een gezin ook regels. Je krijgt niet altijd je eigen zin. Soms vallen er harde woorden. Vader en moeder zijn het niet met je eens. Ze hebben er heel veel verdriet van dat je je eigen gang gaat. Maar de deur gaat nooit dicht. Je bent immers hun kind. In een gezin gaat de liefde nog boven de regels.
Toch is Gods kerk nog veel en veel meer. Het beeld dat de Bijbel voor de kerk gebruikt is een lichaam. De kerk is het lichaam van Christus. Hij is het hoofd en Gods kinderen de leden. Heel verschillend zijn de leden. Soms lijken ze op elkaar. Toch is een duim geen teen. Je maag heeft een andere functie dan je hart. En als Christus het hoofd niet was, zouden ze geen van allen bestaan. Hun inspiratie, hun bestaan danken zij aan het Hoofd. Dat weten ze heel goed. Daarom blijven ze bij elkaar. Ze zijn tot elkaar veroordeeld. Want, en dat beseffen ze te weinig, ze kunnen niet zonder elkaar. Ook al zijn ze heel verschillend.
Het Hoofd heeft aan hen allen een bijzondere kracht gegeven: Zijn Geest. Welke plekje je ook in het lichaam hebt gekregen? Hij gaf je die plek.
Politieke partijen zijn bewegingen van gelijkgezinden. Leden van een postzegelclub delen
dezelfde hobby. Ik ben van zulke verenigingen lid. Maar van de kerk ben ik ‘een levend lidmaat’. Op de plek die God mij toewees.
Daarom kan ik niet anders dan blijven waar ik ben. Misschien gaat het in de ogen van sommigen met mij niet goed. Daar wil ik nu niet over discussiëren. Maar juist zieke delen vragen in een lichaam om grote zorg. Amputatie, opgeven vindt plaats als het niet meer kan en het hele lichaam wordt bedreigd.
Maar is dat de situatie?
We zijn niet allemaal hetzelfde. We denken ook allemaal niet hetzelfde. Maar blijf op je post.
Niet om te worden als die ander, maar om te kunnen zijn wie God wil dat je bent. Op de plek die het Hoofd jou geeft.
En samen vormen we het lichaam van Christus.
Wat een wonder.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee