Ik durfde God niet te vragen om genezing
Als je ziek bent, mag je God bidden om genezing. Toch heb ik dat een periode in mijn leven niet gedurfd. Laat me vertellen waarom!
Het heeft alles te maken met de tekst van vandaag: 'Ik zal niet sterven, maar leven en verhalen van de daden van de HEER’, Psalm 118: 17.
Dat ik leef is een wonder.
Ik heb een openhartoperatie ondergaan. Tot tweemaal toe werd er kanker bij mij geconstateerd. Eerst de prostaat, daarna in de darmen. Plotseling werd ik ook getroffen door een herseninfarct. Ik heb nu te maken met uitzaaiingen van de prostaatkanker.
Waarom schrijf ik dit op?
Niet om de indruk te wekken: kijk mij eens. Wel om te beklemtonen hoe groot het wonder is dat ik leef. Dat ik mag preken in Zwolle, radioprogramma’s mag maken, meditaties voor het blad EO Visie en blogs op Facebook.
En opnieuw: ik schijf dit niet omdat ik vis naar complimenten, maar wel om God te eren.
Hoe groot de genade is het dat ik leef. En dat ik tot op de dag van vandaag over God mag vertellen, Zijn Woord mag uitleggen en toepassen. Het is mijn lust en mijn leven.
Wordt het niet eens tijd om te stoppen?
Als je tachtig bent, 56 jaar predikant, is het toch wel een keer welletjes geweest. Je moet ook het lef hebben om ergens een punt achter te zetten en aan anderen het stokje over te geven. Ik heb dat niet. Ik ben het, zo voelt dat, min of meer aan God verschuldigd.
Ik vertelde je over momenten dat ik niet meer om genezing durfde te bidden. Ik dacht in het ziekenhuis: waar haal ik de moed vandaag om aan God te vragen of Hij mij wil genezen? Als ik bad, bad ik daarom in één adem voor alle zieken op de zaal en in het ziekenhuis. Waarom zou God wel genezen en die ander niet? Waar haalde ik de moed vandaan? Voor de zoveelste keer bidden om genezing... ik heb geen speciale behandeling verdiend.
Van harte voor een ander, minder voor mezelf.
Ik durfde niet meer te bidden.
Van harte voor een ander, minder voor mezelf.
Ikke, ikke...
Het tweede deel van die tekst uit Psalm 118 heeft me geholpen. Daar belooft de dichter dat hij Gods daden zal vertellen. Nou, dat heb ik ook gedaan. En ik zal het blijven doen. Ik ben het aan God verplicht. Als ik van God, net als koning Hizkia er 15 jaar bij heb gekregen, hoe vul ik mijn leven dan in?
Getuigen over wat God heeft gedaan.
Begrijp me goed: ik voel mij daartoe verplicht.
Over jou kan en wil ik niet oordelen. Er staat ook niet: ‘Ik zal niet sterven, maar leven en moet daarom verhalen (vertellen) van de daden van de HEER’, Psalm 118:17. Het is een belofte die de dichter vrijwillig deed.
Bedenk wat Jezus voor ons allemaal heeft gedaan.
Niemand wordt verplicht iets terug te doen.
Maar gewoon doorleven kan toch niet?
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee