Een boodschap aan reformatorische kerken: verlies jonge kerkverlaters niet uit het oog
Ik proef diepe betrokkenheid, maar ook een bepaalde verlegenheid toen ik de reactie van ds. De Kok (GerGem) las in het Reformatorisch Dagblad over ‘de roep van de afhaker’. Die verlegenheid is herkenbaar en kom ik vaker tegen bij kerken. Daarom wil ik een aantal punten in overweging geven, onder andere vanuit de handreiking die zijn eigen kerkverband geeft aan ambtsdragers over het omgaan met jongeren.
“Verdrietig en pijnlijk” noemt hij het dat jongeren de kerk de rug toekeren. Iedereen ziet graag dat jongeren zich thuis voelen in de gemeente. Mijn vraag is daarom welke band er al die jaren is geweest met zo’n jongere. Zijn er gemeenteleden die hem of haar echt kennen?
Ik las dat de genoemde handreiking van de GerGem begint met de vraag: “Kent u de jongeren in uw gemeente?” Dat is een belangrijk middel om jongeren bij de kerk te houden en te betrekken. Uit het grote Amerikaans onderzoek ‘Back-Pocket God’ blijkt dat hechte relaties met anderen de belangrijkste reden zijn om bij de kerk te blijven. De kerk is te laat als de persoonlijke aandacht pas goed op gang komt als jongeren dreigen af te haken.
Ik vind het hoopgevend dat de ‘afgehaakte’ jongeren op uitnodiging naar een bijeenkomst komen en de dominee “een fijne vent” vinden. Het spreekt hen blijkbaar aan dat de kerk de interesse in hen niet verloren is. Ds. De Kok is teleurgesteld dat er niets verandert na zo’n avond. Wat had hij dan verwacht? Koester juist zo’n moment om goed te luisteren naar de verhalen en ervaringen van deze jongeren. In mijn optiek toont de kerk daarmee oprechte betrokkenheid en houdt daarmee de drempel laag om terug te keren. Misschien niet nu, maar wellicht na verloop van tijd.
In de handreiking voor ambtsdragers staan goede aanwijzingen: schort je eigen mening even op, luister eerst, vraag door en laat voor dat moment je eigen referentiekader los. Er komt geen gesprek op gang als het oordeel van de kerkenraad bij voorbaat is: ‘Jullie willen blijkbaar in de wereld leven.’ Worden er pogingen ondernomen om aan te sluiten bij de cultuur en belevingswereld van de jongeren?
Als jongeren worden uitgeschreven roept dat heftige reacties op bij ouders. Logisch. Zo’n besluit verrast hen blijkbaar ook. Dat de kerkenraad deze jongeren al die jaren “achterna loopt” hebben ouders gemist. Er liggen nog voldoende kansen om te investeren in het sociale netwerk van deze jongeren. Op wie reageren ze wel? Met wie hebben ze contact in de gemeente?
De handreiking voor ambtsdragers benadrukt dat de jongeren liefde nodig hebben, wat zich uit in aandacht en regelmatig contact. Een kerkenraad kan dat werk niet allemaal zelf doen en doet er goed aan om een bredere groep van gemeenteleden in te schakelen die contact opbouwt en onderhoudt met de jongeren. Het is de moeite waard om daarin te investeren!
Staan “de meeste kerkverlaters niet open voor een gesprek”? Mijn ervaring is anders. Soms ervaren jongeren wel belemmeringen om het gesprek aan te gaan. De ‘denkduwtjes’ uit de handreiking voor ambtsdragers helpen om deze belemmeringen als kerkenraad op het spoor te komen. Loopt de jongere tegen grote vooroordelen aan in het gesprek? Voelt de jongere een zeker wantrouwen of stil verwijt? Welke drempels kunnen er uit de weg worden geruimd in de communicatiestijl?
Blijf in gesprek met jongeren, koester de contacten die er zijn en raak niet te snel ontmoedigd als jongeren een eigen pad kiezen. Wellicht vraagt het zelfs om aanpassing van de structuur voor jongeren. Laat geen kans onbenut om jongeren duidelijk te maken dat ze gewaardeerd en volwaardig lid van de gemeente zijn. Ze zijn het waard!
Niek Bakker is adviseur jeugdpastoraat bij Chris en Voorkom. Lees hier meer over het werk van Chris en Voorkom.
Praatmee