Vragensteller Refoweb: waarom zie ik niemand werkelijk profeteren en in tongen spreken?
"In 1 Korinthe 13:9-10 wordt gesproken over dat alles wat ten dele is (kennis, profeteren, in tongen spreken etc.) tenietgedaan zal worden wanneer het volmaakte gekomen zal zijn. Wat is dit ‘volmaakte’ precies waar Paulus over spreekt en is dit al gekomen? Als het volmaakte dus nog niet gekomen is en daarmee het ten dele nog niet vergaan is, waarom zien we dan niemand echt werkelijk profeteren en in tongen spreken etc.? Bestaan die gaven nog wel?", aldus een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl.
"Uitleggers verschillen inderdaad op dit punt en betrekken het soms op de voltooien van de canon, de hele Bijbel", merkt ds. H. Korving (foto) op. "Toen die ‘klaar’ was, waren die bijzondere geestesgaven niet meer nodig zoals in de begintijd van de apostelen. De gedachte dat de canon is afgesloten is zeker Bijbels, maar 1 Korinthe 13 is daarvoor niet het duidelijkste bewijs. Eerder Hebreeën 1:1. Die unieke en specifieke gaven die aan de apostelen geschonken waren zijn ook met het verdwijnen van de unieke eenmalige generatie apostelen voorbij.
Maar dan de geestesgaven in 1 Korinthe 12 en 1 Korinthe 14, met hfst. 13 als de verbindende schakel: de liefde. Zonder liefde doen de gaven er sowieso niet toe. Ze zijn niet belangrijk in zichzelf. Ze dienen een doel: de opbouw van de kerk en de eer van God.
Dat brengt me bij je laatste vraag. Die verraadt toch een onderliggende gedachte dat het pas echt goed zou zijn als dit type gaven aanwezig zou zijn. De hele lijn van Paulus’ betoog is echter dat hij de betekenis ervan relativeert: a. ten opzichte van de liefde en b. in relatie tot de jongste dag. Hij zegt niet dat ze er niet zijn, ook niet dat ze er niet behoeven te zijn, maar hij zegt niet dat ze er moeten zijn. En als ze er zijn, dan zijn ze er als geschenk, tot opbouw van de kerk, tot eer van God en niet tot meerdere roem en glorie van de degene die zegt een gave te hebben.
Er is een grote verscheidenheid aan gaven en niet alle gaven zijn in elke tijd en iedere cultuur altijd evenzeer nodig. Juist door de schijnwerper te richten op bijzondere gaven kon de aandacht wel eens afgeleid worden van waar het echt om gaat. Dat is het belang van 1 Korinthe 13 dat niet voor niets tussen hoofdstuk 12 en 14 in staat." De christelijke gereformeerde emerituspredikant uit Urk benadrukt dat er ook andere opvattingen leven, zoals die van ds. M. M. van Campen. "Hij is van mening dat de gaven van de Geest altijd bovennatuurlijk zijn – en dus lijken op speciale openbaringen of ingevingen. Verder is hij van mening dat álle gaven die in 1 Korinthe 12 genoemd worden altijd voor iedere christen ter beschikking staan."
Praatmee