Misverstanden over de antichrist, de opname en de wederkomst
Vrijwel iedereen verwacht nog de antichrist op het toneel, maar als ik me niet sterk vergist, is zijn spel bijna uit. In 2 Thessalonicenzen 2 schrijft Paulus dat de antichrist opkomt uit het verval van de gemeente, van binnenuit dus. Paulus ziet hem brutaalweg als plaatsvervanger van God in de tempel(gemeente) zitten. De meeste vertalingen gaan in vers 7 de mist in.
Beter is om hier te vertalen: totdat hij uit uw midden zal komen. De antichrist is niet een zelfstandig persoon, maar een organisatie met macht, een systeem (van opvolging); het rooms-katholieke pausdom zoals dat ontstaan is in de eerste eeuwen.
Paulus en Johannes zien de antichrist al tot wording komen in de gemeente. De antichristen groeiden uit tot de antichrist. Het antichristelijke zit in het afwijken van de leer (didache) volgens 2 Johannes. Hij noemt dit als (ver)loochenen van de Vader en de Zoon. Hitler is geen antichrist, let wel: in bijbelse zin! De antichrist is ook geen persoon die in een fysieke ’tussen’tempel in Jeruzalem zijn intrek zal nemen, zoals veel gelooft wordt. Dat is lariekoek(!) en totaal buiten de context van deze passages gedacht.
Wie de paus niet als antichrist ziet, is zich niet bewust van de omvang van de afval in de loop van de geschiedenis en de leugenachtige kracht van zijn dwalingen. Neem als voorbeeld de Mariaverering, de zondagsverering en bijvoorbeeld het geloof in een oneindige helse straf. Zie hier de invloed van Rome. Dat is een stukje bedwelming waar Openbaring 17 over spreekt. Je ziet hier Johannes met stomme verbazing het visioen aanschouwen van een vrouw(de gemeente) die een hoer geworden is. Vergelijk dit eens met 2 Thessalonicenzen 2.
Duizend jaar als een dag
Petrus zegt dat een dag is als duizend jaar en duizend jaar als een dag. Dit komt uit psalm 90. Er zit een bepaalde orde in de tijd. Eerst 6000 jaar wereldgeschiedenis, waarna een belangrijke aion (bedeling) van 1000 jaar. Vandaar Petrus’ reactie dat dit niet opgevat moet worden als een vertraging. Dit lijkt tot in de eerste eeuwen de heersende opvatting geweest te zijn, gezien een aantal overgebleven citaten van bijvoorbeeld Clemens en Ireneus.
Opname en opstanding niet nu
‘God vaart voor het oog, met gejuich omhoog.’ Psalm 47, een psalm die met hemelvaart veel gezongen wordt, maar iedereen weet dat er op dat moment geen gejoel is opgegaan. Er heeft ook geen bazuin geklonken. Deze psalm moet nog altijd zijn vervulling krijgen. De opname van de gelovigen vindt pas na de wederkomst plaats, niet voordien, zoals velen geloven. Henoch was de zevende vanaf Adam. Zijn opname is profetisch voor het duizendjarig rijk.
Lees Paulus goed in 1 Thessalonicenzen 4:16. Men baseert de opname vooral op deze tekst. Hij spreekt hier degenen aan die levend zullen overblijven. Zij krijgen geen voorkeursbehandeling boven de gestorvenen. Het blijkt uit deze verzen dat 1: dit niet in deze bedeling kan plaatsvinden, 2: opstanding en opname samenvallen en 3: het in fasen zal gaan. Hier sluit ook Openbaring 11 vanaf vers 15-17 bij aan. Dit alles speelt zich af binnen de hele periode van de 1000-jarige regering van Jezus. De Bazuin zal niet een keer, maar met regelmaat klinken, zoals nu iedere eerste maandag van de maand.
Meerdere opstandingen
Het gaat dus gefaseerd. Dat er 2 opstandingen zullen zijn – een van de rechtvaardigen en een van de ongelovigen – baseert men op Openbaring 20. Maar we moeten hier goed lezen. De ‘overigen’, in vers 5 genoemd, zijn niet alle andere ongelovigen, maar betreft een bepaalde categorie. Het zijn geen ongelovigen aangezien ze ook tot de eerste opstanding behoren, zie volgende vers. Het gaat in het Grieks over ‘loipoi’. We komen dit woord ook tegen in de gelijkenis van de wijze en dwaze meisjes, en in Openbaring 12:17. Het gaat hier over mensen die in hun leven wel echt gelovig, maar niet altijd waakzaam zijn geweest. Ze staan daarom als laatsten op, maar gaan wel het Leven in.
‘Dit Evangelie zal….’ ziet op een speciale verkondiging
Men gelooft algemeen dat het Evangelie van het kruis over de hele wereld verkondigd moet zijn, alvorens de wederkomst plaats kan vinden. Er zouden nu nog maar weinig ‘witte plekken’ meer over zijn. Dit baseert men op Mattheus 24:14. Men gelooft dan ook dat de genadetijd daarna voorgoed voorbij is. Toch is het de vraag of Jezus dit zo bedoelt heeft. Hij zegt specifiek dit Evangelie en lijkt te refereren aan het vorige vers over volharding tot het einde. Dit lijkt iets speciaals in te houden. Bovendien staat hier in de grondtaal voor het woord ‘wereld’ het woord ‘oikoumene’. Dit lijkt het gebied van de toonaangevende wereldmachten te zijn, en niet zonder meer de hele wereld. Er komt een prediking tot vernieuwing en voorbereiding binnen het gebied dat op tijd verlaten moet worden, Openbaring 18:4. Vergelijk dit ook met de belofte aan de gemeente van Filadelfia. Ook daar wordt gesproken over ‘een bewaren uit het uur van beproeving’ uit het oikoumene-gebied. Bekeert u want het koninkrijk is nabij gekomen.
Jezus kan dus niet ‘ieder moment terugkomen’, zoals men wel denkt. ‘Een vurige rivier gaat voor hem uit’, lees ik in Daniel 7. Maleachi spreekt over die dag, als een brandende oven. Eerst moest Lot uit Sodom, eerst moet het gehoorzame deel van de gelovigen ontkomen. U ziet: het geloof in Jezus is niet zonder meer voldoende! Vandaar de oproep tot waakzaamheid.
Oneindige hel? Verderven
De leer van een oneindige straf is – hoe ongelooflijk het misschien ook mag klinken – in strijd met Jezus’ eigen woorden. ‘Vrees Hem die lichaam en ziel kan verderven in gehenna’, Mattheus 10:28. Het grondwoord ‘apollumi’ is duidelijk. Lees ook Psalm 145:20. Ook de passages over ‘hun worm en hun vuur’ – een verwijzing naar het hinnom dal – laten juist zien dat het niet oneindig is. Men heeft van het Griekse woord aion en aiona oneindig gemaakt, onder invloed van de roomse kerk en de opkomst van het Latijn.
Het woord aion kan meerdere betekenissen hebben. De woorden ’tous aionas ton aionon’, welke in het boek Openbaring meerdere malen gebruikt wordt, kan een intensivering inhouden, maar kan mogelijk ook opgevat worden als ‘het tijdperk of eeuw(aion) boven alle eeuwen(aionen). Deze aion nogmaals gezegd, is een belangrijke aion waarin alles rechtgezet wordt. Alle ongelovigen worden in deze periode rechtvaardig berecht. Daarin is onderscheid. Aan het einde van de 1000 jaar draagt Jezus zijn regering weer over aan de Vader. Er is dan geen dood, geen hel en geen duivel meer, 1 Korinthe 15:28, Openbaring 20:14. Dit is de tweede dood. Alleen de gelovigen krijgen onsterfelijkheid door het eten van de levensboom, Openbaring 22:14. De leer van een eindeloze hel komt uit het verval van de kerk en is een roomse, antichristelijke dwaling.
Kees Hoogendoorn is blogger en oprichter van de website BijbelProfetie. Klik hier om de site van Kees Hoogendoorn te bezoeken.
Praatmee