Gerlinda de Boer heeft haar bestemming gevonden als domineesvrouw
Haar taak als domineesvrouw gaat haar vrij natuurlijk af. Dat komt doordat Gerlinda (47) en Pieter (46) de Boer al vrij jong verkering kregen, denken ze. Nog voor hij zijn studie theologie begon. "Ik ben erin meegegroeid.”
Ze leerden elkaar in 1993 kennen in Amersfoort, op het Hoornbeeck College. Hij kwam uit Harderwijk, was gek van sport maar kon door een blessure zijn droom om topsporter te worden niet verder najagen. Noodgedwongen koos hij voor een technische opleiding. Op een open avond kreeg hij plotseling zijn toekomstige vrouw in het oog. "Ik zag haar zitten en was helemaal weg van haar.” Zij: "Ik maakte volgens mij poffertjes en hij kwam tegenover me zitten.” Hij: "Aan het eind van het schooljaar kregen we verkering. Een dag na mijn 18e verjaardag, want ik had mijn ouders beloofd voor die tijd geen verkering te krijgen.”
Hij loopt dan al rond met plannen om theologie te studeren. "Voordat we verkering kregen heb ik verteld dat ik met de techniekopleiding zou stoppen, omdat ik dacht me geroepen te weten als predikant.” Zij: "Dat was een complete verrassing. Zoiets verwacht je niet meteen van een jongen die op de mts zit. Maar ik had er nog maar weinig gedachten bij. Je kunt je dan nog niet voorstellen hoe dat uitpakt.”
Wanneer begon die toekomst voor u te leven?
Zij: "Ik denk toen we getrouwd waren. Dat was toen Pieter in zijn tweede studiejaar zat aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Maar ook toen was ik er vrij nuchter onder. Ik heb er altijd heel onbevangen in gestaan. Echt ervaren hoe het is om in een pastorie te wonen kun je pas als je erin zit.”
Hij: "We kregen ook al vrij snel na ons huwelijk kinderen, waardoor de focus niet alleen op mijn toekomst als predikant lag.”
Zij: "Ik werkte toen één dag in de week, omdat Pieter nog studeerde.”
Hij: "En ik had een baan in de palingrokerij. Ik zorgde ervoor dat ik na mijn colleges zo snel mogelijk mijn tentamens had afgerond, zodat ik in de vrijgekomen tijd aan het werk kon in de vis. Dat werk liep door tot december, daarna viel het stil tot maart of april.”
Zij: "In de wintermaanden was hij daardoor altijd thuis. Dat was best schakelen, want dan ging hij zich bemoeien met dingen die ik gewend was om alleen te doen.”
En toen kwamen de beroepen.
Zij: "Ik was toen zwanger van de vierde en was precies uitgerekend toen hij werd beroepen. Ik was dus met heel andere dingen bezig.”
Hij: "Daar kwam bij dat we al wisten waar we naartoe moesten gaan. Net voor mijn beroepbaarstelling moest ik vrij onverwacht een zondag naar Werkendam. Ik was daar eerder een keer in de zomer geweest, en had toen geen klik gevoeld. Ik vond het wel best dat ik er niet meer naartoe hoefde. Werkendam was voor een kandidaat bovendien een forse en ook intensieve gemeente. Maar die zondag wist ik dat dit de gemeente was waar God mij naartoe riep. Dus toen het beroep uit Werkendam kwam, overviel dat ons niet. Een week na de geboorte van Joanna heb ik het beroep aangenomen, midden in de kraamtijd.”
Hoe beviel het leven in de pastorie?
Zij: "Dat was best even wennen. Je bent eerst Pieter en Gerlinda, en dan opeens dominee en mevrouw. We waren 27 toen we in Werkendam begonnen, best jong. Ik heb er in het begin vooral moeite mee gehad om mijn rol te vinden. En om te wennen aan het stukje eenzaamheid dat bij het leven in de pastorie hoort. Iedereen had vriendinnen of familie in de buurt wonen. En ik had daar niet echt diepgaande contacten.”
Hij: "We hebben altijd de lijn gehad dat we in de gemeente waar we staan geen vrienden maken. En niet aangesproken worden met onze voornaam. Je hebt afstand nodig om op een gezonde manier dicht bij mensen te kunnen komen, want je komt soms in heel precaire situaties terecht. Maar daardoor was het vooral in Werkendam zoeken naar onze plaats daar, en hoe we ons moesten verhouden tot de mensen.
In Urk, de gemeente waar ik daarna kwam te staan, was dat heel anders. Alleen al omdat dat een megagrote gemeente is, met drie kerkgebouwen. Daar hebben we op een gegeven moment wel vriendschappen opgebouwd, maar dan spraken we buiten het dorp af.”
Zij: "Ik ging ook niet snel bij allerlei moeders op de koffie. Dat is een stukje zelfbescherming, zodat ik niets zou kunnen vertellen over andere mensen.”
Wat doet die eenzaamheid met jullie relatie?
Hij: "Het heeft ons huwelijk alleen maar enorm verdiept. We zijn echt op elkaar aangewezen en dat is geen armoede. Ik vertel niet alles tegen mijn vrouw, maar wel veel. En zij heeft het snel in de gaten als er iets mis is.”
Zij: "Hij moet zich altijd groot houden. Mensen verwachten dat hij een stabiele factor is, ook bij schokkende gebeurtenissen. Terwijl hij ook een mens is. Maar bij mij kan hij kwetsbaar zijn en getroost worden.”
Hij: "We hebben in de loop van de jaren bovengemiddeld veel ingrijpende dingen meegemaakt. Dat heeft zijn weerslag op mij als predikant, en op ons samen. Dan is het bieden van bescherming en troost heel belangrijk.”
Lees het hele artikel in Terdege (nr. 12, 1 maart 2022). Nog geen abonnement? Bekijk hier alle aanbiedingen.
Praatmee