Heeft een kerkenraad het recht om mensen toegang tot het heilig avondmaal te ontzeggen?
"De kerkenraad kan harten immers niet beoordelen en zodra belijdenis is gedaan en de levenswandel niet aanstootgevend is, niemand weigeren. Waarom verleent de kerkenraad dan personen die tijdens belijdeniscatechisatie soms klip en klaar zeggen geen levend geloof te hebben het kerkelijk recht om aan te gaan aan het heilig avondmaal? Zou de kerkenraad zulke catechisanten niet moeten verbieden belijdenis te doen?", aldus een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl.
"Ik pleit ervoor om de drempel voor belijdenis doen Bijbels te houden", zegt ds. A. T. Vergunst (foto) van de gereformeerde gemeente in Carterton (Nieuw-Zeeland). "Het is immers een geloofsbelijdenis en daar zal geen ‘historisch geloof’ mee bedoeld worden en ook niet de belijdenis ‘van de waarheid’. Als we merken dat een stel dat wil trouwen daar niet met heel het hart achter staat, dan raden we ze toch af om met elkaar te trouwen?! Ja, zulk een nadruk op het belang van echt geloof, dat ook openbaar komt in een levenswandel, zal betekenen dat er minder personen belijdenis zullen doen in onze kerken. Hoewel dat kwantitatief niet prettig is, is het kwalitatief een vooruitgang.
Zelfs als we de Bijbelse eisen handhaven in het doen van belijdenis, blijft het noodzakelijk om het onderscheid tussen kerkelijk en Goddelijk recht om het avondmaal te vieren te handhaven. Stel dat ik een David ben, in overspel leef en met een moord op m’n geweten in de kerkbank zit. Ik ben lid en niemand weet iets van dit donkere hoofdstuk in mijn leven. Kerkelijk heb ik dus het recht om het avondmaal te vieren. Maar ik heb geen goddelijk recht om aan die tafel te zitten. Ik moet me eerst toch bekering van deze weg en mijn zonden belijden?
In de prediking moeten de bijbelse kenmerken van een oprecht geloof worden beschreven, waaraan ieder zichzelf moet toetsen. Alleen als er een duidelijke levenswandel of denkwijze is die afwijkt van de smalle weg en de bijbelse waarheid, is het de taak van de kerkenraad door de kerkelijke tucht het aangaan tot het avondmaal tijdelijk te belemmeren totdat we bekering zien."
Praatmee