"Ik denk dat het eerste punt waar je aan moet gaan werken is: zelf gelukkig zijn in je gezin en in je huis", antwoordt pastoraal medewerkster Nellie van Dooijeweert. "Als je niet gelukkig bent kun je ook niet echt met blijdschap je boeltje bijhouden. Kijk er eens naar hoe rijk je bent. Nee niet in euro’s, maar in je gezin. Je man, je kinderen, je huis, eten en drinken. Denk er eens over na wat God je allemaal gegeven heeft en elke dag nog geeft. Het eens twee vragen tegenover elkaar naar jezelf toe: is het bij mij een rommel omdat ik een paar weken alles heb laten versloffen? Of is het mijn karakter geworden om niets op te ruimen?

Bedenk dat rommel begint in een heel schoon huis. Dat houdt ook in: als je de rommel opruimt is je huis weer schoon! Begin vertrek voor vertrek op te ruimen en sta jezelf nooit meer toe om iets zomaar neer te gooien. Ga er dan ook gelijk eens over nadenken waarom het zo’n rommel is. Dan kun je het in de wortel gaan bestrijden, zonder dat je echt iemand nodig hebt. Na het eerste vertrek begint er al een blij gevoel te ontstaan. Dan moet je volhouden! Opruimen in huis verbetert de sfeer. Jammer dat je ouders je dat niet geleerd hebben.

Probeer ook samen een gesprek aan te gaan. Luister naar elkaar. Ga eens met interesse naar zijn bezigheden op zijn werk vragen. Misschien is hij ook eenzaam in jullie huwelijk. Spreek er met elkaar over. (...) Als je een jong gezinnetje hebt, lopen er soms dingen fout die je zo graag anders wilt zien. Daar hoort je geloofsbeleving in het gezin ook bij. Ik weet de leeftijden niet van de kinderen die jullie hebben. Maar met ‘huisgodsdienst’ begin je al heel vroeg. Dat begint reeds als je nog maar samen bent. Maar het wordt veel intensiever als je in verwachting bent.

Persoonlijk vind ik het veel beter om zelf elke dag wat te bestuderen en door te geven op een kinderlijke manier. En weet je wat zo heel belangrijk is? Jouw leefwijze, jouw christelijk gedrag. Leef het geloof voor. Wees een sprekend voorbeeld voor je gezin. Als je wijsheid ontbreekt, zegt Jacobus in hoofdstuk 1 vers 5, vraag het de Heere, die het overvloedig geeft en geen verwijten maakt. Als je het eten kookt en je in je pan roert, zing maar: 'Geef mij verstand met Goddelijk licht bestraald'", aldus Van Dooijeweert.