Kerkelijke eenheid: die broederlijke liefde mogen we nooit verliezen
In Emden zochten de kerken ondanks geloofsvervolging naar eenheid, eenheid in geloof en eenheid in kerkorde. Wat zegt het ons dat een kerk onder het kruis zich op de essentie richt?
Verdrukking
In Emden zochten de kerken naar eenheid, eenheid in geloof en eenheid in kerkorde. Een halve eeuw geleden wees prof. W. van ’t Spijker ons erop dat de onderlinge tegenstellingen tussen de afgevaardigden complex waren. Zou het geheim van het niettemin overbruggen van die tegenstellingen liggen in wat de negentiende-eeuwse historicus C. Hooijer schrijft in Oude Kerkordeningen der Nederlandsch Hervormde Gemeenten? ‘Als je niet beter wist, kon je niet vermoeden dat deze artikelen (hij doelt op de kerkorde) geschreven zijn voor de kerken onder het kruis.’ Vanwege de spanning en de geloofsvervolging was een grote kerkelijke vergadering op Nederlandse bodem geen optie. De voorbereidingen voor ‘Emden’ moesten in het geheim plaatshebben. Een kerk in de verdrukking, een kerk onder het kruis, ze concentreert zich blijkbaar sneller op de essenties van het christelijk geloof.
Het deed me denken aan de ontmoeting met vertegenwoordigers van diverse kerken in Nigeria, een jaar of zes geleden. Boko Haram ging te keer als een brullende leeuw, zoekende waar de sharia verder ingevoerd kon worden, ten koste van de levens van christenen. ‘Wat hebben we elkaar bestreden’, zeiden de kerkleiders tot de delegatie uit Nederland, ‘wij calvinisten en methodisten, anglicanen en episcopalen. Tot de terreur begon en niemand van ons veilig was.’ En nu? ‘Nu zijn de verschillen niet weg, maar steunen we elkaar, bidden we voor elkaar.’
Juist bij het oprukken van een seculier, liberaal front leren we de kerkelijke naaste zien. Dat hoop je toch!? In ons land is dit lang niet altijd zichtbaar. ‘Laten we elkaar nu niet gaan bestoken over het volúme waarop een ‘nee’ tegen de genderideologie moet klinken’, schreef prof. M.J. Kater op 29 september terecht. Naar verdrukking verlangen we niet en tegelijk zien we dat in Emden de kerk onder het kruis tegenstellingen overbruggen kon.
Versterk het overige
In de roeping als kerk vandaag hebben we elkaar nodig, in de roeping om te volharden, om bij Christus te blijven en het getuigenis aangaande Hem. Wellicht hebben we als kerk of plaatselijke gemeente een klinkende naam in de gereformeerde gezindte, maar moeten we kijken in de spiegel van de kerk in Sardes. Vergane glorie vindt Hij er, Die de zeven geesten van God heeft, Christus. Hij Die de Geest als instrument gebruikt. De verhoogde Christus uit scherpe kritiek, omdat zonden de overhand krijgen, omdat voor het aangezicht van God de werken niet meer vol zijn.
Zouden die zonden op het seksuele terrein liggen, moeten we denken aan roddel en hoogmoed, aan materialisme? Of kritiseert de hemelse Koning de verdeeldheid. ‘Wees waakzaam’ (zodat je niet verder verbrokkelt) ‘en versterk het overige dat dreigt te sterven’. We beleven in deze coronapandemie een aangrijpende tijd, nu de Heere door middel van een besmettelijke ziekte spreekt. ‘Versterk het overige…’, klinkt ook nu, dat is meer dan ‘Versterk het eigene….’
‘Wees waakzaam’… ik denk aan de woorden waarmee prof. Simon van der Linde een halve eeuw geleden zijn artikel over Emden in Theologia Reformata afsloot: ‘Wij hebben eenvoudig geërfd waar anderen voor gezwoegd hebben. Dat is wat gemakkelijk en dat is gevaarlijk. Wezel, Emden enz. betuigen dat het niet gaat als we slechts onze vaderen vereren en hun graven bouwen. Bij hen stond het op scherp, was het leven en waarheid.’ Prof. Van der Linde eindigt met het appèl om datgene wat we geërfd hebben van onze vaderen, te verwerven om het te bezitten.
Bron van verdeeldheid
De afwezigheid van kerkelijke eenheid is een aanklacht voor ons. Dr. C.P. de Boer (een christelijke gereformeerde theoloog die bij de hersteld hervormden doceren gaat; mooi!) wees er onlangs op in een filmpje voor jonge mensen over de vraag hoe we het oude normaal weer oppakken. Ds. De Boer wees verrassend op de zonde van de verdeeldheid.
De zonde van Rehabeam met zijn verkeerde adviseurs bracht een breuk tussen Juda en Israël (1 Kon.12). Naar jonge mannen, mannen die levenswijsheid en verdiept geloofsinzicht nog missen, werd geluisterd. Rehabeam als ambtsdrager die niet dienen wil, maar lasten oplegt aan de ander – is het daar in onze kerkelijke geschiedenis niet misgegaan? De zonde van Jerobeam volgt op die van Rehabeam, het zelf invulling geven aan de geboden van God – is die tot vandaag toe geen bron van verdere verdeeldheid, misschien wel het meest in mijn kerkelijke context, maar helaas niet alleen daar?
Ambtsdragers
De ambtsdragers die doen zondigen… Aan de vooravond van de synode van Emden was er een intern conflict met ds. Godfried van Wingen in de vluchtelingengemeente in Londen, de man die de ‘middelmatige’ kwestie van de doopgetuigen opblies tot een gewetenszaak. De theologen gingen voorop, zo noemde ds. A.M. Lindeboom in 1988 zijn boek over het verval van de Gereformeerde Kerken. Intellectueel denken, een andere visie op de Heilige Schrift, het niet meer centraal stellen van de vraag naar een genadig God komen in deze pil van 500 bladzijden aan de orde.
Dit legt ambtsdragers geen ongekende last op, maar roept hen op om te blijven bij de Heere, bij Zijn Woord. ‘Zeer sterk’ moet je zijn, zegt Jozua, een bewust positieve activiteit aan de dag leggen. ‘Krachtig’ en ‘standvastig’ zijn woorden die raken aan volharding. Ook in het bewaren en zoeken van kerkelijke eenheid. Was het de synode van Emden niet die op de lijst van niet te dulden zonden voor een ambtsdrager zowel ketterij als scheurmaking plaatste?
Positie Gereformeerde Bond
De Gereformeerde Bond is niet meer dan een vereniging in de kerk. Dat doet ons focussen op zijn spanningsvolle positie als een belijdende protestbeweging die de kerk als geheel dienen wil. We herkennen ons in de aanhef van Paulus in zijn brief aan Korinthe, de gemeente waarvan hij de verdeeldheid onder kritiek stelt, de gemeente waarvan hij spreekt over zedeloosheid en tucht, de gemeente waarin rechtszaken tussen broeders voorkomen en er onderwijs nodig is over huwelijk, verdraagzaamheid, het avondmaal, de plaats van de vrouw en zelfs de opstanding van de doden. Hoe zal de opziener uit Korinthe, van wie de last zwaar is, de openingswoorden van de brief ontvangen hebben? ‘Aan de geheiligden in Christus Jezus, geroepen heiligen, met allen die de Naam van onze Heere Jezus Christus aanroepen, in elke (!) plaats, zowel hun als onze Heere….’
Hier ligt richting voor de kerk, houvast voor de ambtsdrager – al weten we tegelijk dat deze insteek de interne kerkelijke spanning niet oplost of wegneemt. Paulus kijkt niet eerst naar wat we zien, maar spreekt de gemeente aan op haar roeping. Van ds. G. Boer, die ook buiten hervormd-gereformeerde kring nog altijd gewaardeerd wordt, leerden we dat de doop ons verbindt met de breedte van denken in de Nederlandse Hervormde Kerk, een doop die de aanspraak ‘geheiligden in Christus Jezus’ rechtvaardigt. In Emden klonk eeuwen terug het Mattheüs-woord: ‘Eén is uw Meester, en u bent allen broeders.’ Die broederlijke liefde mogen we nooit verliezen. En tegelijk houden we vanwege de leer van Christus de band tussen eenheid en waarheid vast.
Piet Vergunst is hoofdredacteur van de Waarheidsvriend. Lees hier het volledige artikel.
Neem een jaarabonnement (€ 49,00). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van deze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!
Praatmee