Waarom gaf Jezus kinderen een knuffel? Ds. Arie van der Veer antwoordt
Jezus had aandacht voor iedereen. Niet alleen voor grote mensen, maar ook voor kleine kinderen. Alle evangelisten schrijven daarover. Maar de evangelist Marcus schrijft ook een paar keer dat Jezus een kind een knuffel gaf.
Er staat ‘omarmde’. Maar dat zeggen wij niet meer. Kinderen geef je een knuffel, een dikke knuffel.
Jezus deed nog meer. Hij betrok kinderen ook bij Zijn preken, gebruikte ze als voorbeeld. Volwassenen kunnen namelijk heel veel leren van kleine kinderen.
Neem nou die keer dat ze in Kafarnaüm waren. Het was geen leuke reis geweest. Jezus wilde over Zijn lijden praten, over wat Hem allemaal te wachten stond. Maar de discipelen liepen te discussiëren wie van hen de belangrijkste was.
Onderweg had Jezus Zich daar niet mee bemoeid. Maar toen ze bij hun logeeradres waren aangekomen, kwam Hij er toch op terug. Dat deed Hij op Zijn bekende manier. Geen moeilijke woorden, maar heldere taal en met een duidelijk voorbeeld. Niet bestraffend, maar juist op een heel begripvolle manier. Hij riep een klein kindje bij Zich. Misschien liep dat kindje op dat moment door de kamer waar ze waren. Hij pakte het op, zette het in hun midden neer en gaf het een dikke knuffel. Toen zei Hij tegen Zijn discipelen dat zij van zo’n kindje nog veel konden leren.
Een kind lijkt niet belangrijk en wil trouwens ook helemaal niet belangrijk zijn. Een kind zoekt steun bij een ander. Als je zo klein bent, heb je nog geen pretenties. Denk je niet dat je heel erg belangrijk bent. Je bent nog klein en hebt papa en mama nodig. Als die er op dat moment niet zijn, moeten opa en oma maar even helpen.
Marcus gebruikt hier een woord dat duidt op een heel jong kind. Op die leeftijd vind je het leuk om gedragen te worden. Ook als het kind leert lopen, houdt het de hand van papa of mama stevig vast.
Een kind zelf zal het woord ‘nederig’ nooit gebruiken. Maar de houding van zo’n klein kind kan daarvoor wel als beeld worden gebruikt. Nederig zijn: Bij kleine kinderen gaat het vanzelf, bij volwassenen is het een roeping.
Niet voor niets luidt de eerste zaligspreking: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.’ De discipelen hadden nog veel te leren. Hoogmoed wordt niet voor niets een van de hoofdzonden van de mens genoemd.
Dat is met Adam en Eva al begonnen.
‘Hij pakte een kind op en zette het in hun midden neer; Hij sloeg zijn arm eromheen’ - Marcus 9:36
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer. Foto: Facebook/Arie van der Veer
Praatmee