Pakistaanse overheid weigert om gedwongen bekeringen aan te pakken: "Gaat in tegen sharia"
Een parlementaire commissie in Pakistan heeft de behandeling van een wet die gedwongen bekeringen moet voorkomen afgewezen. De wet, die erop toezag dat de 1000 minderjarige ontvoerde christen- en hindoevoruwen niet meer bekeerd zouden worden tot de islam, wordt niet aan het parlement voorgelegd.
Al in september oordeelde het ministerie van Religieuze Zaken dat de wet "tegen de sharia ingaat. Er is een angst dat de wet gebruikt kan worden om de islam niet meer te omaremn. Het veroorzaakt haat tussen moslim- en niet-moslimgemeenschappen. De islam verwerpt gedwongen bekeringen al en het is natuurlijk belangrijk dat te stoppen. Maar daar zijn maar weinig bekende zaken van", voegde het ministerie eraan toe. Mushir Alam, een rechter aan het Hooggerechtshof, weigerde al eerder een aanklacht om een grondwettelijk beroep in te dienen.
De afgelopen tijd werd de mogelijke wet besproken door de Parlementaire Commissie voor het beschermen van minderheden. De minister van Religieuze Zaken, Noorul Haq Qadri, noemde het milieu "waarin de wet is geformuleerd ongunstig". Hij gaf aan dat minderheden er kwetsbaarder van zouden worden. Ook zou er volgens Qadri geen gedwongen bekeringen of huwelijken in de islam bestaan. Senator Mushtaq Ahmed ontkende het probleem in Pakistan en noemde het "anti-islam".
In de voorgestelde wet staat dat een niet-moslim die zich tot een andere religie wil bekeren, een bekeringscertificaat moet tonen, die door een rechter in zijn of haar stad verstrekt wordt. In het document staan de gegevens van de bekeerling, maar ook de reden van de bekering. Mocht een gedwongen bekering alsnog het geval zijn, staat er 5 tot 10 jaar gevangenisstraf voor en een boete van 500 tot 1000 euro (100.000 tot 200.000 roepia)
Na de uitspraken van de parlementaire commissie besloten de betrokken indieners van de wet de straat op te gaan en te protesteren.
Praatmee