Van de protestantse volwassenen die regelmatig naar de kerk gaan, hoort meer dan de helft (62 procent) bijna nooit iets over het vaccin tijdens de samenkomsten. Dit verschilt per denominatie. Onder evangelicale christenen geeft slechts 21 procent aan dat ze werden aangemoedigd vanaf de kansel om zich te laten vaccineren, het christelijke midden werd sterker aangemoedigd (42 procent). Onder kerken waar overwegend veel Afro-Amerikaanse kerkgangers lid zijn wordt het meest aangedrongen op het vaccin. Hier werd bijna tweederde (64 procent) aangemoedigd door de voorganger om zich in te laten enten tegen het coronavirus.

Voorgangers en predikanten zijn voorzichtig in het ontmoedigen van het coronavaccin. Gemiddeld wordt er door geestelijk leiders in het algemeen in slechts vijf procent van de gevallen negatief gesproken over vaccinatie. Zowel onder protestanten als Rooms-Katholieke christenen ligt dit percentage lager, in beide kerken op 3 procent. Van de evangelicals die meededen aan het onderzoek geeft 4 procent aan dat de voorganger of predikant het nemen van het vaccin afraadde.

Volgens het onderzoek vertrouwen gelovigen hun geestelijke leiders in de adviezen die zij geven, ook op het gebied van de coronamaatregelen en de vaccinatie. Niet alleen christenen luisteren naar hun voorgangers of predikanten, ook joden volgen trouw het advies van hun rabbi en moslims luisteren naar het advies van hun imam. Van de groep gelovigen gaat het grootste deel momenteel weer naar fysieke samenkomsten in de kerk of andere gebedshuizen. Er is in de Verenigde Staten geen eenduidig advies voor het reguleren, verbieden of beperken van kerkelijke samenkomsten. De coronamaatregelen op het gebied van religieuze samenkomsten worden per staat opgesteld.

Het onderzoek keek niet alleen naar het vaccinatieadvies van kerken en andere gebedshuizen, maar ook naar de houding richting gelovigen. Gelovigen geven aan dat ze vijandigheid ervaren in de maatschappij. Pew Research Center vroeg de deelnemers van het onderzoek of ze vinden dat gelovigen meer goed dan kwaad, meer kwaad dan goed of geen verschil hebben gemaakt in hun reactie op de coronapandemie. Gemiddeld gaf ruim de helft (52 procent) aan dat gelovigen geen verschil hebben gemaakt, tegenover 25 procent onvrede richting religieuzen en 22 procent tevredenheid. Onder Democraten zijn mensen negatiever en gaf 39 procent aan dat gelovigen in hun hogen meer kwaad dan goed hebben gedaan in de coronacrisis. Onder Republikeinen ligt dit percentage veel lager op 9 procent.