Vragensteller verlangt niet naar God en de nieuwe aarde: 'Ik wil graag trouwen en kinderen krijgen'
"Waarom kan ik niet goed verlangen naar God? Zou dat komen omdat ik Hem niet kan zien? Ik ben zo vastgenageld aan de wereld en wil zo graag nog dingen meemaken in het leven, zoals trouwen, kinderen krijgen etc. Ik kan me de nieuwe hemel en nieuwe aarde ook moeilijk voorstellen", aldus een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl.
"Verlangen naar God ontstaat daar waar je diep verbroken raakt door je schuld en zonde", maakt ds. B. M. Meuleman duidelijk. "Dan ontstaat er een diep verdriet omdat je Gods liefde hebt gekwetst, Zijn eer gekrenkt en Zijn Naam beledigd. Je raakt diep bedroefd omdat je voor de dood gekozen hebt en het eeuwige leven verwerpt. Je raakt verbrijzeld onder Gods heilige wet en je geweten klaagt je ernstig aan. (...) Je kunt het niet langer uithouden in een leven zonder God en zonder Christus. En daarom zoek je Gods liefde in Jezus te ontvangen door het geloof in Hem en de bekering tot Hem.
Je zult de bekering tot God nooit berouwen. Integendeel, als je eenmaal iets van de eeuwige liefde en onmetelijke goedheid van God geproefd hebt, wil je alleen maar meer. Dan verlang je steeds meer om eens bij God in Zijn eeuwige heerlijkheid te zijn. Je gaat de zonde in je leven steeds meer haten. Je raakt steeds vermoeider van je oude mens en zijn begeerten. Je wandel is dan in de hemel bij Christus en je bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn, Kol. 3:2. Je ziet hoe langer hoe meer uit naar God en naar de wederkomst van Christus en de komst van Zijn heerlijk Koninkrijk."
"Tegelijk blijf je een mens, geschapen met verlangens, dromen, idealen", vervolgt de hersteld hervormde predikant. "God is de God van het leven en hij heeft de mens bedoeld als een schepsel dat geniet van al Zijn goede gaven. De Heere verheugt Zich in het maaksel van Zijn handen wanneer Hij ziet dat de mens, geschapen naar Zijn beeld en naar Zijn gelijkenis, geniet van al het goede dat hij van Zijn Schepper ontvangt. (...) Maar daar is dan ook het gevaar dat je met allerlei touwen aan deze wereld blijft hangen en gehecht raakt aan wat tijdelijk is of wat Gods eer in de weg staat. Dat je, zogezegd, de pinnen van je aardse tent te diep in de grond slaat alsof je hier een blijvende stad zou hebben. Dat gevaar is er vanwege de zonde, vanwege ongeloof, vanwege je oude, zondige mens.
Wij zijn gericht op het zichtbare, op wat wij kunnen zien. Maar het geloof kijkt verder en dat geloof moet geoefend worden. Het moet onderhouden worden. Het moet groeien en toenemen door de kracht van de Heilige Geest. Daar mag je om bidden. Je mag je geloof oefenen en voeding geven door de Bijbel te bestuderen, om te zien wat nu echt belangrijk is in je leven, wat eeuwig en blijvend is. (...) Je mag voluit op deze aarde leven en genieten van al het goede dat God je schenkt. Maar tegelijk mag daar de levende hoop zijn en het uitzien naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Zolang je nog op deze aarde leeft, zul je in dat spanningsveld blijven."
Praatmee