Paulus eindigt ten aanzien van Gods weg met Israël in aanbidding
Afgelopen zondag stond Israëlzondag op de kerkelijke agenda. Denken we na over het volk dat God uitverkoren heeft én dat Hij volgens de woorden van Paulus ‘volstrekt níet’ verstoten heeft? Is het door onze hardleersheid dat deze bijzondere zondag ons bij de les moet houden?, vraagt Piet Vergunst in De Waarheidsvriend.
Geheimenis
Die bijzondere zondag is er niet voor om Gods weg met Israël te ontrafelen, in de vingers te krijgen. Als dat gepoogd wordt, kunnen de meningen zomaar tegenover elkaar komen te staan. De intieme relatie van de Heere met Israël blijft een geheimenis, om welke reden Paulus aan de christelijke gemeente leert: ‘Hoe onnaspeurlijk zijn Zijn wegen!’ God werkt zoals het Hem voor ogen staat en wij komen met de apostel niet verder dan de vragen: ‘Wie heeft de gedachten van de Heere gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?’
Op die vragen komt Paulus niet met antwoorden, maar hij neemt zijn lezer wel mee in de belijdenis en de lofprijzing: ‘Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen.’ (Rom.11:33,36)
Regering in Jeruzalem
Rond de Israëlzondag kijken we naar de werkelijkheid waarin we leven. Want Bijbel en krant staan niet los van elkaar. Het nieuws kan ons leren hoe laat het op de klok van God is.
In Jeruzalem is na twaalf jaar de periode van Benjamin Netanyahu als premier voorbij, is afgesproken dat de nationaal-religieuze politicus Naftali Bennett de komende twee jaar de regering leidt. Om aan een politieke meerderheid te komen, was de toetreding tot de regering van Ra’am, een islamitische, Arabische partij, nodig. Ik ben geen politiek analist, maar frons wel de wenkbrauwen als de leider van Ra’am aangeeft dat zijn partij eraan gaat werken ‘dat land dat was afgepakt, teruggeven wordt aan ons volk’. Hij doelde hiermee op ‘1948’, op heel Israël. Altijd weer is het volk van God bedreigd. Ondertussen heeft Israël met premier Bennett voor het eerst een religieuze premier, die naar de synagoge gaat, de sabbat en de Joodse spijswetten houdt.
Visie op vrede
Ten aanzien van het zoeken naar vrede in het Midden-Oosten (ach, wanneer?) kwam er vier weken terug een wolkje aan de hemel. De koning van Jordanië, de president van Egypte en de voorman van de Palestijnen spraken de hoop uit dat er onder leiding van Verenigde Naties, Verenigde Staten, Europa en Rusland een visie op vrede moest komen, iets wat sinds 2016 niet meer actueel was.
De voortdurende dreiging van terreur, de aanhoudende spanning in het Midden-Oosten maar ook de noodzakelijke aanpak van een immens tekort aan water maken overleg noodzakelijk. Behalve van in politiek opzicht goedwillende mensen verwacht een christen boven alles uitkomst van de God van Israël. Het was kort voor de zomer, in de tijd dat Hamas 4300 raketten op Israël afvuurde, dat het bestuur van de ‘National Board of Pastors and Elders’ (een landelijk overlegorgaan waarbij voorgangers en ambtsdragers met verschillende achtergronden zijn aangesloten) een verklaring publiceerde. Ik citeer hieruit deze geladen en getuigende woorden:
Onze harten zijn bewogen over de uitingen van geweld en haat in ons land, waar wij allen samenleven, en geen ander land hebben. Daarom roepen wij al onze broeders en zusters die in Jezus, onze Heere, geloven, op om onze eenheid in Christus Jezus praktisch tot uitdrukking te brengen, in liefde, wederzijdse hulp en standvastigheid, en de confrontatie aan te gaan met de machten van satan, die vol haat zijn. Dit alles omdat wij geroepen zijn om gezanten van de Heere te zijn, en opdat de Naam van God eer zou ontvangen en Zijn Zoon Jezus Christus, onze Heere, zou worden verheerlijkt, zowel in ons land als in de wereld.
Hoe zouden de Joden die Jezus als Messias belijden, door de Heere gebruikt worden in Zijn raadsplan?
Nederland
Ook in eigen land is er sinds de vorige Israëlzondag veel gebeurd. Op 8 november sprak scriba dr. R. de Reuver namens de Protestantse Kerk openlijk de erkenning van schuld uit en verwoordde hij een nieuwe verantwoordelijkheid in relatie met de Joodse gemeenschap, een verklaring die betrekking had op de periode van net voor tot kort na de Tweede Wereldoorlog. ‘De Protestantse Kerk wil zonder terughoudendheid erkennen dat de kerk mede de voedingsbodem heeft bereid waarin het zaad van antisemitisme en haat kon groeien.’ In dezelfde periode reikten kerken uit de gereformeerde gezindte aan plaatselijke gemeenten een handreiking aan, waarin de gemeenten uitspraken nalatig te zijn geweest in het opkomen voor de bedreigde Joodse gemeenschap.
Beide initiatieven vragen om een alerte houding en om concrete initiatieven voor vandaag en morgen. Anders verdampen onze goedbedoelde woorden. De (twee weken geleden naar India overgeplaatste) ambassadeur van Israël in ons land, mr. Noar Gilon, heeft nadrukkelijk uitgesproken in de relatie met de kerken te willen investeren, allereerst in de bestrijding van antisemitisme. Voortdurend blijkt hoe urgent dit thema is. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat op 5 september in Amsterdam bij een protest tegen de coronamaatregelen een Jodenster gedragen werd. Gelukkig reageerde burgemeester Femke Halsema: ‘Het onbeschrijflijke leed van onze Joodse bevolking in de oorlog is op geen enkele wijze te vergelijken met problemen die mensen vandaag ondervinden.’
De bron
Recent verscheen binnen de Protestantse Kerk een gespreksnotitie over kerk en Israël, getiteld ‘Onopgeefbaar verbonden’, een document waarvoor we de Protestantse Raad voor Kerk en Israël dankbaar zijn. Hier wordt de kerkelijke erkenning van schuld naar de toekomst ingekleurd. Erkend wordt dat velen vanwege het ingewikkelde politieke conflict het gesprek over kerk en Israël liever mijden. ‘Toch is Israël de bron waaruit het christelijk geloof is voortgekomen en moeten we ervoor zorgen dat deze bron openblijft.’
De notitie is zowel duidend van inhoud als open voor onderling gesprek – en dat is winst. Ik geef enkele losse citaten, die stuk voor stuk tot een goed gesprek in de gemeente kunnen leiden:
– De verbondenheid van de kerk met het volk Israël is uniek, omdat haar fundament, Christus Jezus, niet te verstaan is zonder Gods verbondsgeschiedenis met Israël en de Joodse traditie.
– Kun je wel over dit volk spreken als je het loskoppelt van land en staat?
– Je mag net zo kritisch zijn op Israël als op je eigen volk.
– De volken worden tevens uitgenodigd deel uit te maken van Gods verbondsvolk en medeburger te worden in het huis van Israël.
Piet Vergunst is hoofdredacteur van de Waarheidsvriend. Lees hier het volledige artikel.
Praatmee