Gezinnen in de kerk: toegenomen individualisering vraagt veel van ouders
Gemeenschappelijke kaders vallen in onze samenleving steeds meer weg, ook die van kerk en geloof. Dit legt een grote druk op ouders: zij hebben de meeste invloed op het geloof van hun kinderen. Hoe kan de gemeente ouders, maar ook jongeren en kinderen steunen in het geloof?
Richting
In de ons omringende cultuur en maatschappij is er een aantal ontwikkelingen die grote invloed hebben op ons geloofsleven en ons kerk-zijn. De vanzelfsprekendheid van God en geloven wordt steeds kleiner. Veel christenen vinden het steeds moeilijker om God in hun dagelijks leven aan te wijzen. Zelfs de vanzelfsprekendheid van ‘God op zondag’ is aan het verdwijnen.
Van invloed is ook de tendens om uit het leven te moeten halen wat erin zit. Dat uit zich in een ver doorgevoerde ‘leuk-cultuur’. Onze focus wordt steeds meer gericht op kortstondig geluk dat direct voorhanden moet zijn. In zo’n cultuur is er weinig ruimte voor de rauwheid en gebrokenheid van het bestaan. Elke vorm van tegenslag en pijn moet vermeden worden. Dat zien we terug in de opvoeding. Zoveel mogelijk obstakels moeten voor kinderen uit de weg worden geruimd. Het besef dat je van pijnlijke ervaringen kunt leren, verdwijnt naar de achtergrond. Dit heeft gevolgen voor de geloofsbeleving: ook geloven en de kerk moeten vooral ‘leuk’ zijn.
Tegelijkertijd geldt dat je als mens dit geluk zelf moet binnenhalen. We horen steeds meer verhalen van jongeren die de druk daarvan niet meer aankunnen. De huidige generatie jongeren wordt geconfronteerd met allerlei nieuwe en ingewikkelde vraagstukken waar hun grootouders of zelfs hun ouders nooit over na hoefden te denken. Jongeren vragen daarom om houvast, terwijl gemeenschappelijke kaders - ook die van geloof en kerk – wegvallen. De vraag is: wie wijst hun daarin richting?
Druk
Mogelijk komen we dan als vanzelf terecht bij de ouders. Onderzoeken wijzen inderdaad uit dat ouders verreweg de meeste invloed hebben op het geloof van hun kinderen. Het geloof van kinderen ligt bijna altijd in het verlengde van het geloof van de ouders. Als ouders niet veel bezig zijn met het geloof en weinig betrokken zijn bij de kerk, zullen hun kinderen dit vrijwel zeker overnemen. In gesprekken met bijvoorbeeld kerkenraden wordt dan ook al snel met de vinger naar ouders gewezen.
Het zou goed zijn om hierover samen met ouders in gesprek te gaan. In hoeverre kan de kerk de gezinnen in dit krachtenveld ondersteunen? De vraag die daarbij centraal zou moeten staan, is heel fundamenteel: wat betekent geloven in Jezus Christus voor ons? Wat mag dit geloof ons kosten? En op welke manier kunnen we dit doorgeven aan de kinderen, tieners en jongeren in de gemeente?
Aandachtspunten
Hoe kan dit gesprek vorm krijgen in de gemeente? Een aantal aandachtspunten.
1. Onderken dat we ook als gelovigen mensen van deze tijd zijn. We dragen allemaal de last met ons mee van de individualisering. Ook wij en onze jongeren worden door het secularisatie-sop overgoten. De kerk wordt lang niet altijd meer als noodzakelijk ervaren voor geloven. Dit soort gedachten en gevoelens beïnvloeden ons. Wees hierover maar eerlijk naar elkaar. Wees mild en veroordeel elkaar niet. Luister naar ouders en hun worsteling in de geloofsopvoeding. Vraag hoe je als gemeente hen kunt ondersteunen. Organiseer niet zomaar een avond, maar onderzoek eerst waar behoefte aan is.
2. Ouders geven regelmatig aan dat zij het idee hebben dat hun kinderen niet gezien worden in de gemeente of dat ze zelfs niet welkom zijn. Ze concluderen dit uit het feit dat ouderen hun kinderen nooit eens aanspreken of groeten. Of uit het feit dat zij als ouders aangekeken worden op ‘luidruchtig’ gedrag van hun kinderen.
Als we het belangrijk vinden dat kinderen écht onderdeel zijn van onze gemeente, dan verdienen ze onze positieve aandacht. Het is goed om daarbij onze verlegenheid met de plek en rol van kinderen in de kerk te onderkennen. Natuurlijk lossen we dit niet op door louter in te zetten op veranderingen in de eredienst. Maar ook niet door de kinderen slechts te gedogen en over hun hoofden heen te praten.
3. De vanzelfsprekendheid dat kinderen de taal van het geloof en van de kerk spreken, is voorbij. Het wordt hun lang niet altijd meer thuis of op school aangeleerd. Het jeugdwerk kan hierbij een helpende rol spelen. Maar ook het gebruik van bijvoorbeeld preekschrijfkaarten (gratis op hgjb.nl) in de eredienst kan helpen. Door middel van zo’n kaart kan een kind de dienst beter volgen en wordt het uitgedaagd om actief te luisteren naar de preek.
Leantine Dekker is medewerker geloofsopvoeding bij de HGJB. Neem een jaarabonnement (€ 49,00) op De Waarheidsvriend. Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van deze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!
Praatmee