Voor Pieter Grinwis was God een beetje onbereikbaar: "Ik heb Hem steeds meer leren kennen als de Genadige"
"Ik heb God steeds meer leren kennen als de Genadige”. Aan het woord is Tweede Kamerlid namens de ChristenUnie Pieter Grinwis. Tijdens de jaarlijkse Kroonbede vertelde hij over zijn jeugd, geloof en missie in de politiek.
De Kroonbede wordt ieder jaar een week voor Prinsjesdag georganiseerd door diverse kerken uit Den Haag. Er wordt tijdens de dienst gebeden voor politiek Den Haag en er zijn verschillende sprekers. Dit jaar was het thema ’Gebed voor de schepping’ Sprekers waren onder meer dr. A. J. Plaisier, ds. M. Groen en dus Tweede Kamerlid Pieter Grinwis.
”In mijn jeugdjaren was God vooral ontzagwekkend en alomtegenwoordig”, vertelde Grinwis. ”We wisten ons in alles van Hem afhankelijk. Dit beeld van God had verschillende redenen. Dat zat hem natuurlijk in de bevindelijke geloofsbeleving thuis en in de kerk.”
Grinwis groeide op in een boerenbedrijf op het eiland Goeree-Overflakkee. Hij hielp zijn vader vaak met onder meer de uien. Als deze dan niet verkocht werden op de veiling, werd hij opstandig: ”Mijn vader daarentegen accepteerde het, die berustte erin. Hij ging de volgende dag weer met goede moed aan het werk en hield vertrouwen. Ik kan me nog goed herinneren dat me dat raakte. Ik vond het mooi, ik vond het leerzaam. Ik leerde dat je het leven niet in de hand hebt. Dat je geroepen bent om hard te werken, maar dat maakbaarheid een illusie is. Dat stempelde me toen en dat stempelt me nog steeds.”
Het besef van afhankelijkheid neemt volgens Grinwis ook een risico met zich mee: ”Namelijk dat berusting omslaat in apathie. Dat zie ik bijvoorbeeld terug bij het thema van vandaag. Dat we bij zoiets groots als klimaatverandering gaan afwachten of de voorspellingen van wetenschappers uitkomen. God heeft de wereld immers in zijn hand, zou zomaar een vroom argument daarvoor kunnen zijn. Ik zal vanavond geen politiek praatje houden, maar u voelt wel aan dat dat niet de manier is waarop we hebben om te gaan met Gods schepping.”
Afhankelijkheid van God gaat volgens het Kamerlid dan ook samen met de verantwoordelijkheid om zelf de handen uit de mouwen te steken. ”Bidden en werken, ora et labora. Dat hoor onlosmakelijk bij elkaar.”
Vervolgens komt Grinwis terug op de woorden dat God in zijn jeugdjaren vooral ontzagwekkend en alomtegenwoordig was: ”Eigenlijk ook een beetje onbereikbaar. Met een houding van afhankelijkheid die als je niet oplette zomaar om kon slaan in lijdelijkheid. Gelukkig is in de jaren tussen vroeger en nu God dichterbij gekomen. Of beter gezegd: ik heb God steeds meer leren kennen als de Genadige. Door Jezus die midden in ons aardse leven kwam, in de misère.”
Praatmee