Europees gerechtshof: werkgever mag dragen ketting met kruisje verbieden
Het Europese Hof van Justitie heeft besloten dat werknemers religieuze symbolen mogen verbannen op de werkvloer. "Werknemers moeten een neutraal beeld uitdragen richting klanten en sociale geschillen voorkomen", luidt het bericht van het gerechtshof. Het besluit betekent dat werkgevers het zichtbaar dragen van een hoofddoek of een ketting met een kruisje of andere religieuze symbolen mogen verbieden, meldt Evangelical Focus.
De rechtszaak begon in de context van de analyse van een geschil tussen twee Duitse werkgevers en moslima werknemers over het dragen van een hoofddoek op de werkvloer. Er lijkt steeds vaker een anti-religieus geluid te klinken in de Europese rechtspraak. In Zwitserland werd de niqab, een hoofddoek die het gezicht bedekt, per referendum verboden en sinds januari 2020 mogen moslima's geen hoofddoeken meer dragen op Oosterijkse scholen. Daarnaast besloot Frankrijk dit jaar hoofddoeken bij meisjes onder de 18 jaar te verbieden, om zo (gedwongen) radicalisering onder jonge moslims tegen te gaan.
De rechterlijke besluiten lijken zich vooral te richten tegen de islam, maar in de wetgeving wordt vaak gesproken over 'religie' in algemene zin, omdat het uitsluiten van één religie discriminatie is. Wat de gevolgen zullen zijn voor christenen is nog onduidelijk. Werkgevers hebben het recht om 'religieuze symbolen' te verbieden op de werkvloer, maar zijn hier niet toe verplicht. Een werkgever kan eventueel het zichtbaar dragen van christelijke symbolen als het kruis of bijbelteksten verbieden. Het is onduidelijk of symbolen van andere politieke-, religieuze of levensovertuigingen en pride-symbolen ook worden verboden, denk hierbij aan het zichtbaar dragen van een Black Lives Matter-vuist, een LHBT-regenboogvlag, een Davidsster, het Aum Om Ohm symbool uit het hindoeïsme of een boeddhistisch yin yang-teken.
Praatmee