Wat betekent de uitdrukking: vreze des Heeren?
"Voor mijn gevoel lijkt het alsof we bang zijn God af te schilderen als een ‘enge’ God. Maar doen wij God niet tekort door het feit te negeren dat Hìj het is die oordeelt en de goddelozen te gronde richt? Ook dat is God. En is het niet juist het zondebesef en de kennis van dat oordeel dat mensen tot bekering brengt? Ik krijg soms het gevoel dat sommige christenen in onze tijd bang zijn om over het oordeel te preken alsof God enkel alleen liefde is en het allemaal wel goed komt, alsof wij mensen geen vrees voor Gods’ oordeel hoeven te hebben", aldus een vragensteller, naar aanleiding van de tekst 'vreze des Heeren', in de vragenrubriek van Refoweb.nl.
"Wanneer men de betekenis van de “vreze des Heeren” inperkt tot alleen maar eerbied en ontzag hebben voor God, dan doet men aan de bedoeling van die “vreze des Heeren” niet helemaal recht!", antwoordt ds. M. Baan (foto). "En om dat wat duidelijk te maken moeten we even terug naar een ver verleden. In de heidense godsdiensten was het element van de angst voor de godheid steeds aanwezig. De hele godsdienst was er op gericht om de godheid gunstig te stemmen en gunstig gestemd te houden tegenover jou. Daarom bracht je aan je god ook voortdurend offers. Dus altijd moest je er wèl voor waken om vooral niet de toorn van die god van jou op te wekken. Daarom werden de voorschriften van deze godheid angstvallig en nauwgezet opgevolgd.
Maar dat is nog niet alles wat in die uitdrukking “de vreze des Heeren” opgesloten zit. Naast dat diepe buigen en ontzag hebben voor de majesteit van de Allerhoogste, klinkt er in het “vrezen van de Heere” ook een ootmoedig vertrouwen in de Heere door. In “de vreze des Heeren” ligt ook veel verwachting van Gods genadig handelen opgesloten. Je kunt zelfs wel staande houden, dat de vreze des Heeren zo ongeveer hetzelfde is als wat de Schrift omschrijft als: het geloof in de Heere.
De “vreze des Heeren” bezit dus iets dubbels. En het gevaar is nu, dat bij ons de ene helft de andere helft gaat overheersen! Dan krijg je aan de ene kant kerkmensen die alleen maar bang zijn voor de slaande hand van het Opperwezen en daarom op zoek gaan naar een vroom leven, waardoor God wat gunstiger gedachten over hen zal krijgen. Terwijl er aan de andere kant kerkgangers komen, die het “vrezen van de Heere” als een haast automatisch vertrouwen op God beschouwen en zonder enige vrees de toekomst tegemoet reizen, omdat God al hun zonden tòch wel zal vergeven door de Heere Jezus Christus.
Abraham buigt voor God, maar tegelijk pleit hij op Gods genade. En wat is Gods antwoord daarop? “Ik zal haar niet verderven om der twintigen wil”. Daar zien we vlak bij elkaar: Abrahams buigen voor het recht van de Almachtige God, terwijl er ook het hopen is op Zijn gunst en genade. En dàt zal een ieder die de Heere vrezen mag in zijn of haar eigen leven helemaal herkennen!", aldus de hervormde predikant uit Veenendaal.
Praatmee