Pastor op komst: PKN-synode denkt na over ambt en diversiteit
Een waardevolle gedachte kwam in de vergadering van de synode uit de mond van prof. dr. K. Spronk: ‘Laten we niet denken dat als het minder gaat met de kerk, het in de opleiding voor predikanten ook wat minder mag; juist het omgekeerde is waar.’ Impressie van een urenlang gesprek over het ambt, schrijft Piet Vergunst in De Waarheidsvriend.
Zaterdag 12 juni, na lange tijd waren de leden van de synode bijeen, in een royale zaal in Lunteren, ieder een microfoon op tafel, zodat er weinig gelopen werd. Nadat er in de morgen allerlei benoemingen gedaan werden (zie kader op p.6), werd op zaterdagmiddag het rapport ‘Geroepen en gezonden. Ambt en diversiteit in de Protestantse Kerk in Nederland’ besproken.
Hoe denken we in de kerk over het ambt? In de geschiedenis van de Nederlandse Hervormde Kerk was dit al een aangelegen gesprekspunt. Dat de bezinning hierover vandaag aan de orde is, heeft met de ontwikkelingen rond nieuwe kerkplekken te maken. Om die reden kreeg een werkgroep van deskundigen de taak een ambtsvisie te schrijven, een ‘ambtstheologie van de Protestantse Kerk’, zoals scriba dr. R. de Reuver het noemde. In die formulering klinkt door dat niet alleen de Bijbel en de geschiedenis van de Reformatie meedoen, maar dat ook de feitelijke context van de kerk meespreekt.
Mozaïek van kerkplekken
Ruim twee jaar geleden verscheen het rapport ‘Mozaïek van kerkplekken’, omdat gemeenten en geloofsgemeenschappen zich binnen de kerk als een mozaïek ontwikkeld hadden tot een diversiteit aan kerkplekken: van grotere en kleinere meer traditionele gemeenten tot pioniersplekken, leefgemeenschappen, kliederkerken, monastieke initiatieven en meer. Dit bracht tot de vraag welke eisen gesteld moeten worden aan een voorganger in nieuwe kerkvormen. Naast predikanten zijn momenteel ook ouderlingen en diakenen werkzaam als kerkelijk werker of pionier. Om die reden vroeg de synode eerder om een overkoepelende visie op het ambt, die uitgewerkt wordt naar specifieke situaties.
Het rapport ‘Geroepen en gezonden’ spreekt over de grote diversiteit in de samenleving, terwijl ‘de kerk krimpt en we veel subculturen en leefstijlen kennen’. In deze context stelt de werkgroep aan de synode voor:
- onderscheid te maken tussen het geordineerde ambt (waarvan de bediening van Woord en sacramenten het hart vormt) en andere ambten;
- kerkelijk werkers en anderen die (zonder predikant te zijn) bevoegd zijn tot de bediening van Woord en sacramenten, voortaan als pastors te rekenen onder de geordineerde ambtsdragers.
‘Traditionele gemeenten’
Op weg naar de bespreking over het ambt heeft ook het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond deelgenomen aan enkele consultaties. Met de erkenning van veel missionaire activiteiten en bijbehorende vormen van kerk-zijn hebben we hierin gevraagd oog te houden voor wat tegenwoordig ‘traditionele gemeenten’ genoemd worden. Het is te weinig als de optie ‘gemeentepredikant’ een soort keuzemenu wordt in de opleiding tot dienaar van het Woord. Waarom? Omdat in de reguliere gemeenten de eeuwen door de verbondstrouw van God zichtbaar geworden is en we beseffen daarvan te moeten leven.
Terwijl het rapport stelt dat de kerkelijke structuren nog te zeer bepaald zijn door de vanzelfsprekendheden van het christendom, dat de nieuwe missionaire beweging nog te weinig bepalend is voor ons denken over de kerk als geheel, mag de aandacht voor nieuwe kerkvormen niet ten koste gaan van de ‘gewone gemeente’, zoals de kerk er (nee, ik laat hier het woordje ‘nog’ achterwege) vele honderden telt. Dat is één.
Met de Geest gezalfd
Het tweede raakt de opleiding van elke predikant. Zeker, we benadrukken dat het gezalfd zijn met de Heilige Geest van beslissende betekenis is om als ‘een wijs bouwmeester’ (1 Kor.3:10) in de gemeente te arbeiden. Op vele plaatsen in de wereld werken kinderen van God als predikant zonder academische opleiding. En tegelijk, de waarde van die academische opleiding heeft zich in de geschiedenis van de kerk bewezen. Het kunnen onderzoeken van de Bijbel in de grondtalen, een opleiding waarin je leert de cultuur te ‘lezen’ ten dienste van het leidinggeven aan de gemeente, is niet alleen in complexe situaties nodig. In kleine dorpsgemeenschappen leven ook grote vragen, ademen mensen dezelfde tijdgeest in. Om díe reden moeten we, aldus de inbreng vanuit ons bestuur op dit thema, niet voorsorteren op de hbo-predikant voor kleine gemeenten, als zouden in die context vragen minder complex zijn.
In dit kader past de opmerking van prof. Spronk, de synode adviseur namens de Protestantse Theologische Universiteit, dat we niet moeten denken dat als de kerk een periode van neergang kent, het ook in de opleiding wat minder mag. ‘Juist het omgekeerde is waar.’ In een schriftelijk advies aan de synode had de raad van toezicht van de PThU al verwoord dat ‘uit de diversiteit in de samenleving en in de kerk niet volgt dat naast de diversificatie in de vorm van specialisaties (zoals voorzien in de vernieuwde masteropleiding aan de PThU) ook diversificatie in opleidingsniveaus nodig is’.
Piet Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Lees hier zijn volledige artikel.
Praatmee