Is er ook buiten de Bijbel over de Heere Jezus geschreven?
Over de Heere Jezus weten we heel veel uit de Bijbel, maar niet-christenen wantrouwen de Bijbel nog weleens. Daarom vraagt Gábor Locht, schrijver van het boek Eerste hulp bij ongeloof, zich af: zijn er ook bronnen buiten de Bijbel over de Heere Jezus? Die bronnen zijn er wel, maar heel vaak hebben ze gebruik gemaakt van de Bijbelse Evangeliën. Het zijn geen onafhankelijke bronnen. Het zou dus erg interessant zijn als we een onafhankelijke buiten-Bijbelse bron zouden hebben. Is er zo’n bron?
Eén onafhankelijke bron uit de eerste eeuw na Chr., waarin de Heere Jezus ook genoemd wordt, is het werk van de historicus Flavius Josephus.
Josephus heette eigenlijk Jozef ben Matthias. Hij was van Joodse komaf en behoorde tot de adel. Al vroeg in de Joodse opstand tegen de Romeinen (66-73 na Chr.) werd hij gevangengenomen. Tijdens zijn gevangenschap voorspelde hij dat de Romeinse opperbevelhebber Vespasianus keizer zou worden. Kort daarna pleegde keizer Nero (bekend van de brand in Rome en zijn felle vervolging van christenen) zelfmoord. Vespasianus haastte zich terug uit Judea om de troon te bemachtigen. Zijn zoon Titus nam het bevel in de strijd tegen de Joden over. Het lukte Vespasianus om keizer te worden, waarna hij Jozef ben Matthias vanwege zijn voorspelling in vrijheid stelde. Jozef mocht de keizerlijke familienaam (Flavius) dragen en heette vanaf toen Flavius Josephus.
In 70 n.Chr. werd Jeruzalem door Titus verwoest en werden de tempelschatten (onder andere de zevenarmige kandelaar) naar Rome gebracht. Die tempelschatten moeten trouwens groot zijn geweest, want de bouw van het Colosseum werd onder andere daarvan bekostigd! Toen deze schatten in een grote triomftocht door Rome werden gevoerd, was Josephus daar getuige van – niet als krijgsgevangene, maar als begunstigde van de overwinnaar! Het is dan ook niet verwonderlijk dat Josephus in Joodse kringen vaak als verrader werd gezien …
Josephus over de Heere Jezus
Josephus schreef verschillende boeken, waaronder De oude geschiedenis van de Joden. In dit boek wijdde hij enkele regels aan de Heere Jezus:
‘In die tijd leefde Jezus, een wijs man, voor zover het geoorloofd is hem een man te noemen. Hij verrichtte namelijk daden die onmogelijk geacht werden, en hij was leermeester van mensen die met vreugde de waarheid tot zich namen. En veel Joden alsook velen van de Grieken bracht hij tot zich. Hij was de Christus. Ook nadat Pilatus hem op aanwijzing van de eerste mannen bij ons de straf van het kruis had opgelegd, gaven zij die het eerst in liefde waren gaan leven niet op. Hij was namelijk aan hen verschenen op de derde dag, opnieuw levend. De goddelijke profeten hadden die dingen en ontelbare andere wonderbaarlijke dingen over hem gezegd. Tot op de dag van heden is de naar hem genoemde groep van christenen niet verdwenen.’
Gepuzzel met de tekst
De tekst van Josephus’ werken is bewaard gebleven in middeleeuwse kopieën (zoals vrijwel alle werken uit de oudheid). De originele handschriften bestaan niet meer. Nu is er waarschijnlijk met deze tekst ‘geknoeid’. Josephus was zelf geen christen en het is daarom niet aannemelijk dat hij de cursief gedrukte zinnen zo heeft opgeschreven. Die conclusie wordt bevestigd doordat de kerkvader Origenes, die het werk van Josephus kende, rond 250 na Chr. schreef dat ‘Josephus niet in Jezus als de Christus geloofde’. Hiëronymus (ca. 347-420 n.Chr.) – ook een kerkvader – citeert daarnaast een gedeelte van de bovenstaande tekst in een eigen Latijnse vertaling. Zijn citaat luidt echter niet ‘Hij was de Christus’, maar: ‘Men geloofde dat hij de Christus was’. Josephus heeft volgens de meeste historici dus wél over Jezus geschreven, maar de cursief gedrukte zinnen zijn waarschijnlijk door een ijverige, christelijke kopiist, aan het einde van de derde eeuw toegevoegd. In ieder geval moet dat voor ongeveer 320 n.Chr. zijn gebeurd, want kerkvader Eusebius schreef omstreeks die tijd en hij citeert de tekst mét de woorden die hierboven cursief zijn afgedrukt.
Nu zou je heel sceptisch kunnen denken: is het héle citaat niet door een christelijke kopiist ingevoegd? Dat is echter onwaarschijnlijk. Elders in De oude geschiedenis noemt Josephus namelijk Jakobus, die hij omschrijft als: ‘de broer van Jezus die Christus genoemd wordt’. Die beschrijving suggereert toch eigenlijk wel dat Josephus eerder iets over die ‘Jezus die Christus genoemd wordt’ geschreven moet hebben.
Bovendien bestaat er een interessante bron die dat bevestigt: de christelijke Arabische historicus Agapius schrijft in de tiende eeuw n.Chr. een Wereldgeschiedenis en in dat boek citeert hij de woorden van Josephus over de Heere Jezus. Deze Agapius citeert Josephus zonder de woorden die hierboven cursief zijn afgedrukt. Kortom, naar alle waarschijnlijkheid heeft Josephus dus inderdaad over de Heere Jezus geschreven en zijn de woorden uit het citaat zoals Josephus ze heeft opgeschreven (behalve de hierboven cursief gedrukte woorden).
Een waardevol getuigenis
Josephus’ getuigenis is voor ons heel erg interessant. Er wordt weleens beweerd dat het leven van de Heere Jezus door legendevorming steeds mooier is gemaakt en dat de Evangeliën daar het product van zijn, maar Josephus laat als onafhankelijke getuige zien dat die visie niet klopt. Als tijdgenoot van Jezus’ discipelen, bevestigt Josephus dat de Heere Jezus wonderen deed, dat Hij werd aangegeven door de Joodse leiders en werd gekruisigd door Pilatus. Josephus’ getuigenis laat zien dat Jezus’ volgelingen geloofden dat Hij na drie dagen is opgestaan uit de dood en dat Joden en niet-Joden in Hem geloofden, precies zoals het Nieuwe Testament beschrijft. Al die zaken werden dus al door de allereerste christenen geloofd.
Het boek Eerste hulp bij ongeloof van de auteur, Gábor Locht, is te bestellen via de webshop van Israël en de Bijbel. De opbrengst hiervan komt ten goede aan het werk van deze stichting.
Praatmee