Leven uit een mysterie: onmogelijke dingen die toch samenvallen
Wat als je als Nederlandse protestant in Italië de kans krijgt om de Rooms-Katholieke Kerk van binnenuit te leren kennen? Een Franciscaner priester nam mij mee op ontdekkingsreis in Rome. Dit is een derde blog, een vervolg op mijn tweede blog Romeinse herinneringen.
De Siciliaanse bar Mizzica stond op loopafstand van de taalschool. Vlak bij Piazza Bologna: mijn thuis in Rome. In het portiek van de bar naast de deur zat een jonge, verzorgde bedelaar. Al wekenlang in de vroege morgen zat hij daar, tot de dag dat hij ineens verdwenen was. “Wil je ook een caffè?”. Hij keek de priester verrast aan. We stapten naar binnen. Hij haalde zijn kleine, bruinleren geldbuidel uit de borstzak van zijn donkergrijze pij. “Fra, wordt het een cappuccino vandaag?”, vroeg de barista vrolijk aan hem. Ze kwam uit Polen, had weinig met het geloof maar was wel katholiek.
Gelukkig drinken de meeste Italianen hun espresso staand op bij de bar. Het hielp ons in ieder geval om een tafel te bemachtigen, eentje onder een flitsend televisiescherm. Hij begon zijn verhaal en toonde mij zijn witte koord. “Leven in armoede”, met een knoop als symbool van deze belofte. “Toen ik de Franciscaner orde binnentrad, vroeg ik mijn familie om twee jaar lang voor mijn huis en bezittingen te zorgen. Toen ik als priester gewijd werd heb ik alles laten verkopen”. Hij glimlachte en voegde er aan toe: “Maar ik krijg wel elke week leefgeld om anderen tot zegen te kunnen zijn”.
Juist in gebrek en lijden komt het mysterie van het geloof meer naar voren, zo geloofde hij. “Ik stond eens aan het bed van een jongen, een kind was het nog maar. Hij was terminaal ziek. Ik was er enige uren voor zijn dood, samen met zijn familie. De dominee wist er geen raad mee.” Hij zweeg. “Lijden is verschrikkelijk, maar ook iets wonderlijks. Dit kind mocht mee-lijden in het verlossende werk van Christus.” Hij keek mij aan. “Het is toch zo dat Paulus schrijft dat hij het lijden van Christus kan vervolmaken?” (Kolossenzen 1:24). Ik liet de woorden even tot mij doordringen. “Is dit wat Paulus bedoelt met gemeenschap aan Christus’ lijden hebben?” (Filippenzen 3:10) vroeg ik mijzelf af. Voordat ik een vraag kon stellen ging hij verder. “Ik zal je geruststellen: Het lijden van Christus is volledig en voltooid.” Hij kon een grijns niet onderdrukken. “Maar de Kerk zet de voltooiing van het lijden van Christus voort.” Dat wel!
“Een mysterie”, zei hij en stond op. “In de Kerk leeft de vleesgeworden Christus voort, zoals ik je al eens hebt verteld.” Het was al de hoogste tijd geworden om naar de les terug te keren. Toen we de oktoberzon tegemoet liepen besefte ik dat hij leefde uit het mysterie: onmogelijke dingen die toch samenvallen. Het voelde voor mij als een moment van verwondering, was het niet dat de protestantse reformatie juist radicaal had afgerekend met de mysterieuze samensmelting van Christus en de Kerk: geen Totus Christus maar Solus Christus! Enkele duiven maakten zich snel uit de voeten toen we de trappen van de taalschool beklommen. Hij hield zijn pij wat omhoog, om niet te struikelen. Onze lerares had gewacht, zo bleek toen we de krakende deur openden.
Rob van der Dussen is actief namens kerkplantingsnetwerk ICP Europe. Klik hier om zijn website te bezoeken.
Praatmee