Arnon Grunberg bij Adieu God: "Er zit iets heel aantrekkelijks in Jezus"
Schrijver Arnon Grunberg vertelt in deze uitzending van Adieu God? dat hij Jezus iets heel aantrekkelijks vindt hebben. Grunberg: "Ik begrijp de behoefte om de wereld te willen redden. Ik denk dat ik daar zelf te ironisch voor zou zijn, daarom ben ik ook geen politicus. Maar ik heb er wel een tijd over nagedacht om een commune te beginnen. Maar toen kwam corona", zegt de schrijver met een knipoog.
Het gesprek met Tijs van den Brink vindt voor het eerst plaats in een moskee, op verzoek van Grunberg. Hij groeide zelf op in een orthodox-Joods milieu maar stopte op 15-jarige leeftijd met het bezoeken van de synagoge op zaterdag. Toch interesseert hij zich nog steeds in theologische vraagstukken en ook in Jezus. "Sommige uitspraken die Jezus heeft gedaan hebben voor mij een hoog sentimenteel gehalte. Ik denk ook dat dit één van de redenen is waarom ze zo krachtig zijn. Ze worden gedaan vanuit de behoefte om de wereld te redden, zo begrijp ik Jezus althans. Dat vind ik een hele sentimentele behoefte maar ik zeg dat ook met enige identificatie. Ik begrijp dat wel, ik ben romanschrijver en er zit iets heel aantrekkelijks in Jezus."
Auschwitz
Het gezin waar Grunberg in opgroeit kampt overduidelijk met de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. "Mijn moeder heeft de kampen overleefd en mijn vader was ondergedoken. Mijn vader was een agnost en mijn moeder hield vast aan de traditie. Maar ik had een enorme vrijheid om te worden wie ik wilde zijn. Ik heb het altijd voor mijn moeder opgenomen, ook als ze mij uitschold. Sommige zouden zeggen dat ze mij 'mishandelde' maar dat woord zou ik zelf niet willen gebruiken. Mijn moeder heeft weleens gezegd: 'Jullie zijn erger dan Auschwitz.' Het gezin stond onder spanning maar dat heeft mij ook wat opgeleverd, ik denk dat ik daardoor een betrekkelijk sterk en weerbaar mens ben."
Toch zijn de harde uitspraken van zijn moeder niet in de koude kleren gaan zitten. "Ik denk wel dat je al heel jong leert om jezelf als iets slechts te zien. Dat blijft altijd. Je beseft dat je je ouders erg teleurstelt als ze zoiets tegen je zeggen. Ik zou mezelf nooit een goed mens noemen maar als ik beschuldigd word, wil ik mezelf wel verdedigen."
Job
Er zat veel woede bij zijn moeder richting God vertelt Grunberg. "Het was een beetje zoals bij Job. Ze maakte ruzie met God. Ze vocht met God. Als ze nadacht over een God die het goede met de mens voorheeft en almachtig is, werd ze een beetje als Job. Ze vroeg zich af waarom dit haar en haar familie kon overkomen en waarom God dat had toegelaten."
Het was voor haar geen reden om God vaarwel te zeggen, en het onrecht in de wereld is dat ook voor Grunberg niet. "Je kunt je natuurlijk afvragen of God goed is voor de mensen. Als gedachte-experiment houd je dan zeker rekening met een God als wezen. Maar die sprong, zoals Kierkegaard het zegt, kan ik niet maken."
Individueel
Toch is zijn leven één grote poging om die sprong te maken volgens Grunberg. "Natuurlijk, mijn voorstelling en relatie met God is een geheime relatie, een individuele relatie. Dat houdt eigenlijk in dat ik voortdurend spring. Maar men heeft mij eigenlijk van alle kanten proberen te bekeren. Dus die relatie met God is zo individueel dat ik daarvoor eigenlijk geen gemeenschap nodig heb. Die hindert mij zelfs."
In de synagoge deed Grunberg verplicht mee met alle rituelen. "Ik moest dingen voorlezen maar dat was dan vooral heel technisch, dat wilde ik zo goed mogelijk doen. Dat deed ik voor mijn omgeving. God was voor mij toen al een abstractie, een idee. Maar het grappige is, en misschien is dat ook wel heel erg Joods, dat één van de rabbijnen zei: 'Doe maar gewoon de rituelen, het gevoel en de intentie komen later wel.' Er zijn veel dingen in de religieus Joodse traditie die mij enorm aanspreken. Ik denk niet dat je van literatuur kan houden en dan de Bijbel als tekst kan verwerpen. Dat is zo'n mooie en belangrijke tekst. De echte liefde voor God is voor mij te abstract. Maar je kan ook zeggen: 'God is het woord.' Dan wordt het weer iets heel anders of je kan zeggen: 'God is een liefde voor waarheid.' Als je het zo ziet ben ik zeker een gelovige jongen."
Grunberg vertelt tot slot dat hij "stiekem licht probeert te brengen" in deze wereld met het schrijven van zijn boeken. "Als ik niet zou geloven dat de duisternis die in mijn boeken zit, maar ook de pijn en de lach, licht kunnen brengen, dan zou ik er acuut mee stoppen."
Praatmee