Commissaris van de Koning Jaap Smit: "Ik ben een gewone jongen met een bijzondere functie"
Jaap Smit is commissaris van de Koning in Zuid-Holland. Hij begon zijn maatschappelijke carrière ooit als predikant in twee kleine dorpjes Dat hij het preken niet verleerd is liet hij afgelopen zondag horen bij Hour of Power: “‘Moralist’ is haast een scheldwoord geworden maar ik vind dat we af en toe weer moralistisch moeten zijn. We hebben een kompas nodig.”
De commissaris durft ook kritisch te kijken naar hoe onze samenleving met de huidige coronacrisis omgaat. “Het is een paradoxale tijd waarin het lijkt alsof we het allemaal netjes hebben georganiseerd maar waar dat toch niet het geval blijkt te zijn. We hebben een samenleving die erop ingericht is alsof het altijd mooi weer is. Met de coronapandemie hebben we geleerd dat het als een kaartenhuis in elkaar stort als je niet uitkijkt. We moeten improviseren nu het stormt en het giet. Wat we daarom ook gezien hebben is de enorme veerkracht in de samenleving. Initiatieven van mensen die elkaar opzoeken in kerkelijke kring maar ook in niet-kerkelijke kring. Dat is indrukwekkend.”
Gewoon
Voor zijn werk moet Smit vaak op reis om de handelsbelangen van de provincie Zuid-Holland in het buitenland te vertegenwoordigen. Hij komt mensen van allerlei “pluimage” tegen bij zijn werk, waaronder het koninklijk echtpaar. “Ik ben een gewone jongen met een bijzondere functie. Beiden moet ik niet vergeten. Op het moment dat ik vergeet dat ik een gewone jongen ben gaat die functie met mij aan de haal. Maar ik kan ook te gewoon zijn in mijn functie want ik heb wel een titel te dragen. Daardoor ben ik mij ervan bewust dat ik het niet doe ter eer en glorie van mijzelf maar dat ik de samenleving mag dienen met deze functie.”
Verhaal
De commissaris vertelt nog altijd graag de verhalen uit de Bijbel aan anderen. “Ik gebruik nog steeds veel Bijbelse metaforen in mijn dagelijkse werk. Die beelden spreken nog steeds. Je moet natuurlijk nooit zeggen: ‘Zal ik jou eens voorlezen uit dat en dat Bijbelboek’, maar dan zeg je: ‘Zal ik jou eens een verhaal vertellen’. Er was bijvoorbeeld eens een asielzoekster die met haar schoonmoeder naar vrijheid zocht. Ze kwam in een vreemd land op de akker van een rijke boer. Die boer gebruikte al een hele primitieve vorm van sociale zekerheid, namelijk: ‘Ik heb een groot stuk land en jij niet dus laat ik een deel van de oogst staan zodat jij ook voedsel kunt vergaren’. Als je dat verhaal vertelt zie je mensen denken van: ‘Ja dat verhaal ken ik ergens van, wie is dat ook alweer?’. Dan zeg ik dat het Ruth is en dat die boer Boaz heet. Als je dat verhaal vertaalt naar onze tijd dan maaien wij nu alle velden tot de rand toe kaal. Niet één keer maar vier keer per jaar, letterlijk en figuurlijk. In de marges verdienen we ons geld. Dus we hebben geen mogelijkheid meer om de randen van de velden te laten staan want dan zijn we onze winst kwijt.”
Efficiënt
Smit vervolgt: “We hebben alles zo efficiënt gemaakt dat we die randen wegbezuinigd hebben, op alle mogelijke terreinen. Waar is de rand van het veld bij onze sociale woningbouw? Waarom kunnen mensen zo slecht een dak boven hun hoofd vinden en worden we vaak ook nog heel erg kwaad als die woningen toebedeeld worden aan mensen die van ver komen? Omdat we geen rand meer hebben rond ons veld om deze dingen op te vangen. Of denk aan de randen van je agenda, je tijd en energie. Als ik vrijdagavond thuis kom denk ik vaak: Man, ik moet nog een heel weekend. In de samenleving zijn we randen om die velden heen kwijtgeraakt. Daar moeten we in investeren, dat heeft bijvoorbeeld met de inzet van politie en zorg te maken.”
Kompas
De commissaris heeft een kompas meegenomen, daarmee wil hij ook iets illustreren. “In onze Westerse samenleving hebben we het heel veel over vrijheid. Vrijheid van meningsuiting bijvoorbeeld. Maar vrijheid heeft ook grenzen, in dit land mag je bijvoorbeeld van alles roepen. Maar waarom zou je van alles roepen? Daar wordt het in het algemeen niet gezelliger van. Je moet het daar van tijd tot tijd over hebben, tot hier en niet verder. ‘Moralist’ is haast een scheldwoord geworden maar ik vind dat we af en toe weer moralistisch moeten zijn. Wat houdt het zuiver? We hebben een kompas nodig. Als je op zee niet weet waar je heengaat is de ruimte op zee geen vrijheid maar een gevangenis. Als je geen kompas hebt, waarmee je je koers kunt bepalen en kunt navigeren, dan ben je verdwaald. Mijn geloof en de verhalen die ik heb meegekregen zijn voor mij een soort kompas en helpen mij de koers te vinden in mijn eigen bestaan.”
Praatmee