Christelijke standpunten zijn niet bedoeld om elkaar te verketteren
We worden weer opgeroepen onze stem uit te brengen, maar in het stemlokaal wordt stemverheffing niet op prijs gesteld. Met een kieslijst ter grootte van een tafellaken schuifelen we stilletjes en gedwee het hokje in. We mogen in die veilige beslotenheid heel discreet een keuze maken uit de vele partijen. De meeste zijn ons volslagen onbekend. We mogen zelfs iemand uitkiezen, die we een warm hart toedragen en die voor onze belangen opkomt. Wat we niet weten is, met wie de partij van onze keuze een bondje gaat vormen. Het zal maar een partij wezen, waar je nooit van je leven op zou stemmen… maar goed; dat is democratie.
Gelukkig hoeven we niet vaak richting stembus. Want iedere keer als het zover is geraak ik tamelijk ontstemd. En iedere keer overweeg ik weer om de politiek mijn o zo belangrijke stem te onthouden. Niet alleen omdat de ervaring leert, dat degenen die gekozen worden maar zelden doen wat zij beloven.
Het politiek theater polariseert, zoals dat bij theater hoort: goed versus kwaad. Zolang er een parlement is, woedt er al een podiumstrijd tussen “links” en “rechts”. Die strijd laait vooral op in verkiezingstijd. Dan moet het volk immers duidelijk gemaakt worden, dat de eigen richting heel goed is en die van de ander helemaal fout. De mensen worden op die manier bevestigd in hun min of meer uitgesproken voorkeur en polariseren vrolijk mee.
Wat in het parlement veel theater is, dat is in de samenleving al gauw bittere ernst. Dat zien we vooral in deze barre tijd van splijtende ethische en etnische kwesties, opdringerige politieke of zakelijke imperiums, toenemende sociaaleconomische ongelijkheid en een ontwrichtende pandemie. Sinds de sociale media gemeengoed geworden zijn, kan iedere narcist of extremist via die media devote aanhang verwerven en de politieke tegenstellingen aanscherpen. Als het even kan met een heilig boek of een profetisch vergezicht als doorslaggevend argument voor het eigen gelijk. Zo ontstaat een krachtig recept voor een strijd die niet alleen bij soms heel lelijke woorden blijft.
We hebben gezien hoe in de VS “links” en “rechts” elkaar demoniseren en maar net een staatsgreep voorkomen is. Wat ik daar zeer verontrustend vond is de hoofdrol die “rechtzinnige” christenen speelden. Ze wakkerden de polarisatie extra aan met heilig vuur en bleken zelfs in staat om aan de zijde van harde extremisten een burgeroorlog te ontketenen.
Bij de tegenpartij waren ook veel christenen te vinden. Zo zagen we christenen die elkaar van afvalligheid betichtten of zelfs voor antichristen uitmaakten.
Deze tendensen zijn helaas ook steeds meer zichtbaar in ons kleine polderlandje…
De gemeenschap van gelovigen is tot op het bot verdeeld en een Koninkrijk dat in zichzelf verdeeld is kan geen stand houden… Willen we dat de christengemeenschap stand houdt of zelfs uitgroeit dan is de politiek niet de weg. Want politiek verdeelt. Het is veel simpeler. Eenheid is immers een bestaande geestelijke werkelijkheid. Daar kunnen we deel aan hebben mits we ons eigen theologische of politieke gelijk aan die Eenheid ondergeschikt maken. Het helpt beslist om met andersdenkende gelovigen in gesprek - of beter nog, in gezamenlijke aanbidding te gaan en God de ruimte te geven om ons overeen te stemmen.
Niet stemmen is goed en stemmen is niet fout. Mochten we toch de drang hebben om ons geloof politiek te aarden en uit te dragen, dan is het zaak om eens goed te kijken wat ons christenen op dat veld zo verdeelt. Wat daarbij opvalt is, dat het ene type christen vooral gaat voor het bewaken van ethische waarden en vrijheid in het belijden van het geloof. Het andere type gaat vooral voor sociale rechtvaardigheid en omzien naar de verschoppelingen van deze aarde. Het is dan zo jammer dat deze twee types elkaar om hun richting vaak minachten of zelfs demoniseren. Zo staat sociale rechtvaardigheid nastreven al gauw voor het verwerpelijke humanisme en socialisme. En het bewaken van ethische waarden en de klare geloofsbelijdenis wordt al gauw gezien als wettisch, meedogenloos en controlerend.
Nu meen ik dat we als gelovigen van God bepaalde gaven gekregen hebben. Strokend met die gaven is er een neiging tot “rechtse” of “linkse” christelijke standpunten. Maar deze standpunten zijn niet bedoeld om daarmee tegenover elkaar te staan. Integendeel; ze dienen juist om elkaar aan te vullen en te versterken. Want zodra Jezus-gelovigen tegenover elkaar staan en elkaar uitsluiten of zelfs verketteren, dan is geen van beiden in de Waarheid. Ze dwalen dan steeds verder af van waar het echt om gaat. Dat geldt voor zowel Arius en Athanasius als voor Arminius en Gomarus, alsook voor de scheuring makers van deze tijd.
De arend is een grote sterke vogel, die hoger kan vliegen dan welke andere vogel ook. Stel nou dat de christengemeenschap, de bruid, als een arend is. Het zijn de vleugels die de arend steeds hoger doen opstijgen en naar de hemel dragen. Een vogelvleugel is dood zonder lichaam. Zo is het lichaam machteloos zonder vleugels. En heb je wel eens een vogel met alleen een linker- of rechter vleugel zien vliegen?
Het is het lichaam dat beide vleugels verbindt. De machtige vleugels ontlenen al hun kracht en behendigheid aan het lichaam en houden dat in balans!
Jezus vat Gods geboden samen in het grote dubbel-gebod: God liefhebben met je hele wezen en je naaste liefhebben als jezelf. Jezus benadrukt dat deze geboden oftewel vleugels aan elkaar gelijk zijn. Zeker; het is zaak God als hoogste Heer te belijden en de zonde te bestrijden in deze ontredderde wereld. Maar het is ook zaak om de medemens hetzelfde te gunnen en te geven als hetgeen je voor jezelf wenst. Theïsme en humanisme horen bij elkaar.
Politiek links of rechts zijn erg aardse tegenpolen en het gaat al gauw om het veilig stellen van belangen; van aardse schatten. Waar je schat is, daar zal je hart zijn… Zo kunnen we met heel ons hart verknocht raken aan een aardse rechtse of linkse politieke opvatting. Op dat niveau ontstaan de relativering van God en de rivaliserende tegenstelling. Maar als onze schat bij God is, dan is daar ook ons hart. Het is dus veel urgenter te kiezen voor beneden of boven dan te kiezen voor links of rechts.
Weet ik nu na deze beschouwing, of ik ga stemmen en zo ja; op wie? Ik blijf in dubio maar er knaagt toch ook iets van burgerplicht... Laat ik geheel tegen mijn natuur maar eens wat meer het midden opzoeken en dan niet zozeer op een partij stemmen, maar op een persoon. Eentje die niet alleen een goeie babbel heeft, maar die zich als een terriër in groot sociaal onrecht vastbeet en dat aan het licht bracht.
Of toch maar die guitige tuinman, met op zijn dak en in het partijvaandel luidruchtig de reddende geloofsbelijdenis van twee woorden? Allebei echte doordouwers. Maar moet ik die tweede wel de Haagse slangenkuil binnen stemmen? Lastig…
Ik zweef nog en dat bevalt eigenlijk prima.
Bovenstaand artikel is aangeleverd door CIP-lezer Marijn Burkunk.
Praatmee