'In de kerk geven mensen mij nooit het gevoel dat ik erbij hoor'
"Ik voelde me bang, verdrietig en onveilig op de jeugdvereniging van de kerk. Dit maakt mij erg verdrietig, omdat de kerk een plaats hoort te zijn waar mensen geaccepteerd worden. Bij mij is dit helaas niet het geval. Als je niet aan het ‘normale’ plaatje voldoet hoor je er niet bij. Waarom werd ik niet gezien? Waarom is er nooit naar mij gevraagd? Waarom zijn er nooit mensen geweest die me het gevoel gegeven hebben er ook bij te horen?", aldus een vragensteller die in de vragenrubriek van Refoweb.nl aangeeft negatiever te zijn gaan denken over de kerk en ook twijfelt aan het bestaan van God.
"Ik neem je mee naar Jeruzalem, naar Bethesda, het badwater met zijn vijf zalen, zuilengangen waar de zieken lagen (Joh. 5:1-15)," antwoordt C. A. Hoekman, ouderling van de gereformeerde gemeente in Kapelle duidelijk. "Een compleet ziekenhuis, met zijn zieken, blinden, kreupelen en verlamden, wachtend op de beroering van het water door een engel. De zieke die na de beroering van het water eerst daarin kwam werd genezen, aan welke ziekte hij ook leed. Dan lig je zo maar 38 jaar ziek te zijn, zonder uitzicht, want je hebt geen mens. Niemand let op je, niemand helpt je. Je bent genegeerd, buitengesloten, veroordeeld, zelfs door kinderen van God!
Hoe God is? Kijk naar de Heere Jezus! Zie je de Zoon van God gaan, onze Heere Jezus Christus? Zou Hij daar ‘toevallig’ zijn? Let er eens op dat Jezus naar Jeruzalem gaat om Zijn liefste werk te doen, zieken genezen en ellendigen helpen. Niet het paleis is zijn doel, maar het ziekenhuis. Niet de koning, maar de bedelaar, de tobber. Jezus zag deze zieke en wist dat hij al lang als een verlamde op bed lag, als een hulpeloze. Wat denk je? Zou Jezus aan deze zieke voorbijgaan? Jezus zei tot hem (de man die 38 jaar ziek was, red.). Sta op, neem uw bed op, en wandel. Hij zag me en ging niet voorbij, Hij genas me.
Waarom begin ik met deze ontroerende geschiedenis? Omdat je noodkreet mijn verlangen om je te helpen, overstijgt. En omdat ik weet dat mensen je veel pijn kunnen doen, door woorden en daden. Maar boven alles omdat ik weet en vast geloof dat God, om Jezus’ wil, mensen die tot Hem komen met al hun zonden en zorgen, nooit verwijten maakt, maar mild geeft (Jak. 1:5)."
De ouderling roept de vragensteller ook op om frustratie te delen met de jeugdleiding of een ambtsdrager. "Ik denk dat het goed voor je is om het allemaal eens uit te spreken aan het adres van hen, die je, naar jouw mening, het meest pijn hebben gedaan. Waar was u, ambtsdrager, leidinggevende, toen ik kopje onder ging? Dat mag je uitspreken. Een gesprek biedt soms een opening om verder te gaan en tegelijk is er ook de ruimte voor hoor en wederhoor."
"Al je frustratie en afkeer mag je bij Hem brengen. Laat je negatieve gevoelens door Hem breken. Jij kunt het niet en misschien wil je het ook wel niet. We kunnen ons zelf koesteren in zelfmedelijden, ik herken dat. (...) Hij nodigt je: Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast bent, en ik zal u rust geven (Math. 11:28). Geloof je dat?", vraagt Hoekman.
Praatmee