Deze boodschap deelde Maarten Luther tijdens een pestepidemie in Breslau
Ook in de tijd van reformator Maarten Luther braken er regelmatig pestepidemieën uit. In 1527 ging de pest rond, onder meer in Breslau. Docent Kees Jansen citeert uit uit een brief die hij schreef. Daaruit blijkt dat Luther de epidemie sociaal, theologisch en praktisch beschouwde.
'Het is goed dat er een stedelijk en landelijk beleid is waardoor er algemene huizen en hospitalen ingericht konden worden en er voldoende verzorgend personeel aanwezig is. (...) Ieder zal daarvoor mild hebben bij te dragen, in het bijzonder de overheid. Het is een troost te weten dat de pest Gods tuchtiging is, ons toebedeeld niet alleen vanwege de zonde maar ook om ons geloof en onze liefde te beproeven.
Welaan, wil je Christus zelf dienen, en de wacht bij Hem houden, je zieke naaste is dichtbij. Wie geen medicijn gebruikt - al heeft hij die wel en kan hij die zonder schade voor zijn naaste gebruiken - die verwaarloost zijn eigen lichaam. Hij dient erop bedacht te zijn om niet door God te worden aangemerkt als moordenaar van zichzelf.
Doe wat je kunt doen, ontsmet het huis, de tuin en de straat. Mijd ook personen en plaatsen waar de naaste je niet nodig heeft of nog niet genezen is en gedraag je als iemand die een wijdverbreid vuur graag wil helpen indammen. Ik mag door mijn nalatigheid niet iemands doodsoorzaak zijn. Wil God mij ondertussen wel ziek hebben, dan weet Hij me wel te vinden. Maar dan heb ik gedaan wat Hij me te doen gegeven heeft en ben ik niet aan mijn eigen dood of die van een ander mens schuldig.
Wanneer het in een stad zo eraan toegaat dat men dapper in het geloof is waar de nood van de naaste dit vereist, en omgekeerd, dat men voorzichtig is waar er geen noodzaak aanwezig is en iedereen helpt om het pestgif te weren, in zo'n stad zal het genadig sterven zijn. Mochten jullie vinden dat het anders moet, laat God het jullie openbaren!'
Praatmee