Familie Kortleven droomde ervan actief te zijn in Gods Koninkrijk, toen ging een deur open
Toen Guido Kortleven een baan zocht, dacht hij niet in het buitenland terecht te komen. Je kan immers overal God dienen? Toen deuren dicht bleven gaan, gingen Guido en zijn vrouw Marie-Anne bij zichzelf te rade. “We baden voor een nieuwe baan, maar werden nergens uitgenodigd.” En zo kwam het stel, samen met hun kinderen, bij Mercy Ships terecht. “Want als we aan God vragen om een nieuwe baan, dan kunnen we niet zeggen: dit doen we wel, dat doen we niet.”
De oprichter van Mercy Ships, Don Stephens, had eens een ontmoeting met Moeder Theresa. Ze stelde hem drie vragen die zich in zijn gedachten nestelden. Wat is je droom? Waar zit je pijn? En de derde: wat ga je eraan doen om je droom waar te maken? Het verhaal van Stephens kwam bij een informatiebijeenkomst op tafel, waarbij Guido en Marie-Anne ook aanwezig waren. “Het waren dingen die ons op dat moment bezighielden. Onze droom was om in Gods Koninkrijk actief te zijn, maar we hadden onze bedenkingen bij het verhuizen.”
Je kan toch overal God dienen?
De Kortlevens waren aan het luxe, Nederlandse leven verknocht, vertelt Marie-Anne eerlijk. “Ik zag het niet zitten om naar een ander land te verhuizen, een andere taal te leren. Ik zag het niet gebeuren. Het is ook niet alleen een stap voor jezelf, maar ook voor je kinderen. Ook vond ik dat je overal God kan dienen en daar niet voor hoeft te verhuizen.” De vraag van Moeder Theresa aan Don Stephens betekende voor zowel Stephens als voor de Kortlevens een kantelpunt. Don Stephens besloot zich in te zetten voor een ziekenhuisschip, Guido en Marie-Anne gingen het gesprek aan met de organisatie.
Hoe belangrijk is het eigenlijk dat je gezin in Nederland is en je drie kinderen alles hebben? Waarom zou je een koophuis hebben? Vragen die plotseling in een ander perspectief stonden. Daarbij kwam dat Guido een interessante functie had voor een ziekenhuisschip, als medisch technicus. Toen de familie met Mercy Ships om de tafel zat, bleek al na vijf minuten dat ze binnen een half jaar konden vertrekken. De huidige medisch technicus op het schip bleek al een aantal jaar vervangen te willen worden, terwijl er geen opvolger klaar stond. Guido: “Behalve God wist niemand van ons verlangen. Dit was zo’n duidelijke deur! We zijn hier nodig.”
Door het ontbreken van een family cabin, werd het vertrek van de familie even uitgesteld. Maar een jaar later, in 2019, was het zover: samen met hun kinderen betrokken ze een hut op de Africa Mercy, het huidige schip van Mercy Ships. Wat Guido als medisch technicus precies doet? “Ik zorg ervoor dat medische apparatuur veilig te gebruiken is. Het onderhoud en de aanschaf van apparatuur. Alle spulletjes moeten hier (op het schip, red.) op tijd zijn, wat betekent dat je maanden vooruit moet denken.”
Eerste ouder
Marie-Anne is verpleegkundige van beroep, maar is in hun dagelijks werk verantwoordelijk voor de kinderen. “Een van de ouders heeft de rol van primary caregiver, eerste verantwoordelijke ouder. Omdat mijn BIG-registratie (een register waarin verpleegkundigen opgenomen moeten zijn om hun werk te mogen doen, red.) verlopen is, lieten we mijn vorige werk los. Er is hier geen peuterspeelzaal, terwijl de jongste van 4 het eerste jaar permanent thuis was.”
Dat machines veilig te gebruiken zijn, is een precieze klus, wordt al snel duidelijk. Guido: “We zijn maar tien maanden in een Afrikaans land en dus moeten we onze tijd effectief inzetten. De patiëntveiligheid komt nauw, terwijl de machines optimaal gebruikt moeten worden en altijd beschikbaar moeten zijn. Je kunt je voorstellen dat iedere dag dat de CT-scan stilligt, er één te veel is. Het gaat snel om veel mensen die wel of niet geholpen kunnen worden.”
Van wasmachines tot CT-scan
Soms verloopt een werkdag op een internationaal ziekenhuisschip anders dan anders. Guido vertelt lachend: “Vorig jaar hadden we twee nieuwe wasmachines voor de verpleegkundigen, die problemen leken te hebben. Elke keer als de wasmachine gedraaid had, stond de vloer blank. De mensen die de was deden, moesten elke keer dweilen en trokken maar af en toe aan de bel. Wat bleek? We zochten en zochten, maar plots bleek: er waren kleine medicatiecupjes zonder netje gewassen en die hadden de boel verstopt. Op zo’n moment merk je dat je met verschillende culturen samenleeft, de collega’s durfden het niet te melden.”
Een serieuzere casus was het moment dat er röntgenfoto’s gemaakt moest worden van de gebogen benen van kinderen. “Een aantal weken na de operatie maken ze een foto en gaat het gips eraf. Voor dat mag, beoordelen we met de scan of de benen voldoende geheeld zijn. Plotseling ging het röntgenapparaat stuk en alle standaard checks leverden niets op.” Gaandeweg de dag besloten Guido en Denise, een andere vrijwilliger die meekeek met mijn werk, voor een oplossing te bidden. “Opeens zei Denise dat ze een draad wilde checken, iets wat niet op de procedures gestaan had. We haalden een kapje los en er bleek een loszittende draad te zitten. Het probleem was zo verholpen.”
Dubbele hoop, dubbele impact
Een extra schip in de vaart zou dubbele impact op het Afrikaanse vasteland betekenen, vertelt Guido. “Het aantal mensen wat geholpen kan worden gaat een stuk omhoog. Nu moeten we mensen vaak ‘nee’ verkopen. Er is in Afrika een enorm tekort aan veilige chirurgische zorg. Er overlijden meer mensen aan het gebrek aan zorg dan aan tbc, malaria of hiv samen. Daarom hebben we op ons nieuwe schip veel trainingsfaciliteiten, waardoor de capaciteit van de trainingen ook omhoog kan. Als je de lokale chirurgen opleidt, bereik je veel meer mensen op de lange termijn.”
Iemand die geholpen of getraind wordt, brengt op zijn of haar manier transformatie op gang. Guido: “Op een duurzame manier. Landen veranderen echt.” Wat wij doen kunnen? Marie-Anne: “Meld je aan als vrijwilliger! Juist als het om vrijwilligers gaat, hebben we nog een weg te gaan voor het nieuwe schip vol is. Soms moet je zeggen: ik neem de stap in vertrouwen en kijk of de deur opengaat. Een mooie tekst daarbij vind ik in 1 Petrus: ‘Dient elkander, een ieder naar de genadegave, die hij ontvangen heeft, als goede rentmeesters over de velerlei genade Gods.’
Praatmee