'Ik ben niet-gelovig opgevoed; het voelt alsof ik in het verkeerde milieu geboren ben'
"Christelijke mensen leren kennen voelde voor mij als thuiskomen. Na mijn studie kom ik nauwelijks meer christenen tegen en dat vind ik soms jammer. Soms mijmer ik wel eens hoe fijn het zou zijn geweest als ik uit een gelovig gezin was gekomen en veel gelovige vrienden had gehad met wie je, naast uiteraard plezier maken, ook een goed gesprek kunt hebben. Het voelt een beetje alsof ik in het verkeerde milieu geboren ben", aldus een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl.
"Ik ben zeker bereid om volledig in een christelijke gemeenschap te integreren en dus uiteraard ook naar de kerk te gaan en veel gebruikelijke leefregels in het dagelijks leven toe te passen (hoewel dit laatste ook per stroming verschilt). Maar ook hier zie ik niet hoe ik zou moeten beginnen, ik word dan ongetwijfeld gezien als een vreemde vogel denk ik. En als ik dan lees over doop, catechisatie (weet niet of dat op latere leeftijd nog kan) en belijdenis, dan roept dat een hoop vragen bij me op."
"Je hebt in je leven iets geproefd van hoe goed het is om dichtbij God te leven", merkt voorganger Michel van Heijningen op. "Laat ik beginnen met te zeggen dat je niet anders bent dan ieder ander. Wij mensen zijn zonder uitzondering geboren met een aanleg die afwijkt van God. De beginsituatie mag dan anders zijn, de richting waarin wij ons bewegen is bij ieder mens bij de Heere vandaan. Gelukkig is er ook een andere beweging. Onze God trekt mensen naar Zich toe. Vanuit Zijn liefde en verlangen tikt Hij mensen op de schouder. Hij nodigt en lokt ieder mens.
God wil je helpen om met Hem te leven. Dat doet Hij vaak door anderen. Een kerkgemeenschap is zo’n groep. (...) Een christelijke gemeente staat als het goed is open voor nieuwkomers. Dan maakt het niet uit dat je minder kennis zou hebben of een aantal eigenaardigheden hebt ontwikkeld." Van Heijningen maakt de vragensteller duidelijk dat het mogelijk is om hem persoonlijk te benaderen, zodat hij in de zoektocht naar een gemeente kan helpen.
Van Heijningen wijst de vragensteller op het Bijbelboek Ruth. "Dat gaat over een vrouw uit het buitenland die zich aansloot bij het volk van God. Ze verwoordde haar verlangen in hoofdstuk 1:17: uw God is mijn God, uw volk is mijn volk. Het boekje laat duidelijk zien dat ze er alleen maar beter van geworden is."
Praatmee