Godsdienstige uitingen stuiten op sociale vijandigheid
Godsdienstvrijheid, homoseksualiteit, reformatorisch onderwijs, gezin, vrijheid van meningsuiting – de woorden en meningen tuimelden in de voorbije weken over elkaar heen, schrijft Piet Vergunst in De Waarheidsvriend.
Beide berichten stonden op een krantenpagina naast elkaar: de kerkelijke zegening van het homohuwelijk en een pleidooi van een socioloog voor het gezin. Ook het laatste van de twintig regionale districten van de Evangelische Kirche Deutschland erkent nu het homohuwelijk. In april 2001 beleefde Nederland wereldwijd de primeur, toen het burgerlijke huwelijk opengesteld werd voor partners van hetzelfde geslacht. De Remonstrantse Broederschap zegende al sinds 1986 relaties in van twee mannen of twee vrouwen, als eerste kerkgenootschap ter wereld. Nederland bevindt zich wat het loswrikken van de fundamenten betreft in de voorhoede, wat ik een aangrijpende werkelijkheid blijf vinden.
Inclusief denken
In augustus werd bekend dat het Amsterdams Fonds voor Kunst (AFK) de subsidie stoppen wil voor het museum ‘Ons lieve Heer op Solder’, nog wel een museum dat de geschiedenis van de religieuze verdraagzaamheid in de hoofdstad bewaart. Het AFK vindt dat het museum te weinig doet aan ‘inclusief denken’. Het CDA in de hoofdstad sprak in dit verband over ‘ziekelijk diversiteitsgedram’. Gelukkig zorgde een interventie van de wethouder zelf voor de redding van dit museum.
Het is een enkel voorbeeld uit een al meer dan vijftien jaar durende reeks van pogingen het vanuit een christelijke levensovertuiging verrichte werk in de samenleving te marginaliseren. Ging eerst D66 voorop (ik denk aan de inzet om het welzijnswerk van Youth for Christ geen subsidie te geven ‘om de religieuze neutraliteit van ons land niet in gevaar te brengen’), inmiddels zijn ook VVD, PvdA, GroenLinks en andere partijen op dit terrein actief. De politieke partij Denk wil zelfs ‘een minister van inclusiviteit’...
Op deze route, die gevaarlijke ideologische trekken heeft, lijkt nu het bijzonder onderwijs aangedaan. Begin 2020 ging het erom dat bezoeken van de inspectie aan Joodse en christelijke scholen niet fair en onbevooroordeeld verlopen, dat aan leerlingen intieme vragen over seksualiteit gesteld worden. Nu is het debat actueel over de houdbaarheid van de overtuiging dat onze Schepper het huwelijk bestemde als levensverbintenis van één man en één vrouw.
Hongarije, Polen
Individuele vrijheid, persoonlijke zelfontplooiing – dat zijn de waarden die Europa in 2020 omarmt en als een gedreven missionaris uitdraagt. In de religieuze ijver van ons postchristelijke werelddeel is het onvoldoende als orthodoxe christenen de visie erkennen van de ander inzake levensbegin en -einde, inzake huwelijk en relaties, als ze de overtuiging van niet-gelovigen respecteren. Nee, die orthodoxe christenen zélf moeten anders gaan denken, althans in het openbare leven.
Verklaarbaar vanuit de geschiedenis van deze landen is dat Hongarije en Polen zich beide hiertegen verzetten. In Boedapest wil de regering in de grondwet vastleggen dat Hongaarse kinderen ‘opgroeien met de waarden van de christelijke cultuur van Hongarije’, een formulering waarbij vooral gerefereerd wordt aan de genderideologie. Ten aanzien van Polen sprak het Europees Parlement zich op het laatst van november uit voor abortusvrijheid. Een Ierse parlementariër zei het zo: ‘Dit land (Polen) mag geen hel worden voor vrouwen en vrouwenrechten.’
Visie op het gezin
Jezus verrichtte Zijn eerste wonder op de bruiloft te Kana. Als God het welzijn van de mens op het oog heeft, komt het huwelijk naar voren. Hij wil niet dat de mens alleen is. Het maakt dat elke getrouwde bij een open Bijbel de roeping heeft de naaste in liefde te dienen. Een inspanningsverplichting is dat, een offerbereidheid, om in een ik-gerichte cultuur de ander te wíllen dienen en dit ook te doen.
Gangbaar is de these dat het Westen eerst God en geloof losliet en dat daarna het gezin aan betekenis verloor. In haar boek How the West Really Lost God draait de Amerikaanse cultuurcriticus Mary Eberstadt het precies om: niet de vraag hoe een liefdevolle God het lijden kan toelaten, niet het geloof in wat de wetenschap aanreikt, maakt dat velen niet meer leven bij de geboden van de Heere, dat ons land seculariseerde. Ze betoogt dat de neergang van de kerk gevolg is van de grote veranderingen in de visie op het gezin.
Veilige ruimte
CHE-onderzoeker Wim Dekker wil het gezin herwaarderen met het oog op de hulpverlening aan kwetsbare jongeren en kinderen. Als op praktijkonderzoek gebaseerd appèl is dit een niet te negeren signaal. Dat gezin staat niet buiten de gebrokenheid van het leven – zelfs in het eerste gezin op aarde had vanwege religieuze jaloezie een verschrikkelijke broedermoord plaats. En tóch, het huwelijk is een instelling van God, het gezin is de veilige ruimte waarin het leven met God gepraktiseerd mag worden, waarin de liefde geleerd en geleefd kan worden, waarin verdraagzaamheid en geduld geoefend worden, waarin we kinderen leren op eigen benen te staan en hun voeten te zetten op de wegen van Zijn wet, dat is: de weg naar het eeuwige leven.
De libertijnse ideologie, die absolute persoonlijke vrijheid uitdraagt, geeft onze samenleving een ander fundament en betekent vanuit bijbels perspectief een cultuur in verval. Juist dan zijn het christelijke gezin, de christelijke gemeente, de christelijke school de plaatsen waar vorming plaatsheeft op basis van de zegenrijke geboden van God, waar weerbaarheid geoefend wordt als de wapenrusting van God uit Efeze 6 functioneert.
Piet Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend. Lees hier zijn volledige artikel.
Praatmee