Dat moeders thuis moeten blijven sluit niet aan bij de realiteit
Vorige week kopten de kranten dat zwangerschapsdiscriminatie de afgelopen vier jaar niet afgenomen is. Uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van de vrouwen er op de arbeidsmarkt nadeel van ondervindt als ze zwanger worden. Is dat iets waar christenen zich druk om zouden moeten maken?
Veel christenen vinden dat een moeder sowieso niet op de arbeidsmarkt hoort, maar in haar gezin. Dit is een prachtig ideaal en ik ken veel gelukkige huismoeders die zich hier helemaal in kunnen vinden. Maar we moeten dit ideaal niet zonder meer aan anderen opleggen.
In de eerste plaats is het niet per se een Bijbels ideaal. De ‘ideale’ vrouw uit Spreuken 31 handelde in vastgoed en kleding en plantte een wijngaard van haar eigen verdiensten. Lydia was een purperverkoopster. Priscilla een tentenmaakster. Kortom, het wordt vrouwen nergens in de Bijbel verboden om deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Door de geschiedenis heen hebben vrouwen altijd zij aan zij gewerkt met hun mannen, op het land, in winkels en in allerlei huisnijverheid. Een voltijds huismoeder zijn is voor veel jongere vrouwen ook niet financieel haalbaar. Je man moet behoorlijk goed verdienen om in zijn eentje zijn gezin te kunnen onderhouden en van huisvesting te voorzien. Door hoge huizenprijzen, stijgende studieschulden en een minder stabiele arbeidsmarkt, moeten moeders vaak wel werken.
En dan is er nog de realiteit dat stabiele gezinnen met een vader en een moeder steeds zeldzamer worden. Veel moeders moeten zonder hulp van de vader hun kinderen onderhouden. En heel vaak is dit niet hun schuld. Denk aan vrouwen die huiselijk geweld ontvlucht zijn of door de vader van hun kinderen in de steek gelaten zijn. Kortom, het argument dat moeders gewoon lekker thuis moeten blijven, sluit niet aan bij de realiteit.
Verder kan de bijdrage van moeders op de arbeidsmarkt moeilijk gemist worden. Wat zou er bijvoorbeeld gebeuren met de zorg en het onderwijs als we alle moeders van minderjarige kinderen naar huis zouden sturen? De talenten en gaven van moeders zijn de maatschappij tot zegen en we kunnen niet zonder.
Maar er is ook een ander argument dat veel gebruikt wordt, namelijk dat het je eigen keus is om aan kinderen te beginnen en dat je daar je werkgever en de staatskas niet mee lastig moet vallen. Dit argument sluit mooi aan bij het individualistische idee dat kinderen een antwoord zijn op de kinderwens van een moeder en dat je kinderen neemt omdat je daar gelukkiger van wordt. Maar dit is kortzichtig. Kinderen zijn niet alleen de vervulling van de wens van ouders, ze zijn ook broodnodig om de maatschappij in stand te houden. Kinderen zijn de toekomst van je land. Zij gaan straks het stokje over nemen en de lasten dragen voor de ouderen en de volgende generatie. Een kind krijg je dus niet alleen voor jezelf.
Zwangerschap, geboorte en het zorgen voor kinderen is niet zonder risico’s en pijn, en het vraagt flinke offers van moeders. Die offers brengt ze niet alleen voor zichzelf, maar voor de hele gemeenschap. Het is dan ook niet meer dan rechtvaardig dat moeders eerlijke kansen krijgen op de arbeidsmarkt en ondersteund worden tijdens en na de zwangerschap. Dat komt uiteindelijk de vrouwen, de kinderen en de maatschappij ten goede. Bovendien moet het niet zo zijn dat een vrouw in een kwetsbare situatie zo bang is om door haar zwangerschap inkomen te verliezen, dat ze een abortus overweegt. Goede regelingen voor (aanstaande) moeders helpen deze moeders te kiezen voor hun kind. Dat lijkt me een waardige zaak voor christenen om zich voor in te zetten.
Bovenstaand artikel verscheen eerder op Zaut.org, een initiatief om een christelijk, actueel, profetisch en nuchter geluid te laten horen in Nederland. Klik hier om de website te bezoeken.
Praatmee