Priester Saleh Diego, vicaris-generaal en directeur van de Commissie ‘Rechtvaardigheid en Vrede’ van het Aartsbisdom Karachi, vertelde Fides na het vonnis van het Hooggerechtshof van Sindh: “We verwachtten dat ze naar haar familie gaan blijven. In het verleden zijn er gevallen geweest van minderjarigen die teruggekeerden naar hun familie. De rechter heeft Arzoo bevolen om in het opvanghuis te blijven waar ze nu woont, zolang als ze wil. We vragen de rechterlijke macht nog steeds om de voogdij over de minderjarige aan haar ouders toe te vertrouwen. De rechtbank moet er rekening mee houden dat ze een minderjarige is die een gewelddadig trauma heeft opgelopen en die onder druk staat na haar ontvoering, gedwongen bekering en huwelijk met de man die haar heeft verkracht.”
Volgens mensenrechtenorganisaties worden in Pakistan jaarlijks ongeveer 1000 christelijke en hindoeïstische vrouwen en meisjes ontvoerd en tot een huwelijk gedwongen. Sinds 2014 is er in Pakistan een wet die het kinderhuwelijk beperkt, op basis waarvan familieleden en getroffenen juridische stappen kunnen ondernemen tegen dergelijke incidenten.
De zaak van Arzoo Raja heeft geleid tot talrijke protesten van christenen, moslims en hindoes. De Pakistaanse minister voor Mensenrechten, Shireen Mazari, is persoonlijk tussenbeide gekomen in de zaak. Kerk in Nood dekt de juridische kosten in de rechtszaak van Arzoo en ondersteunt haar familie.
Foto: Kerk in Nood