Iman de Ruijter heeft hart voor 'Noord': “Ik ben een moeder voor de wijk”
Moslima Iman de Ruijter heeft een sterke Amsterdamse tongval. Ze is dan ook geboren en getogen in onze hoofdstad. Ze werkt samen met de christelijke kerk ‘Hart voor Noord’ om daar arme mensen van voedsel te voorzien. Ze weet wat het is om er alleen voor te staan. Ze woonde na de scheiding van haar ouders bij haar moeder. Toen die een zware hersenbloeding kreeg en zes jaar moest revalideren voelde Iman zich door iedereen in de steek gelaten.
Iman vertelt: “Ik het ging niet goed met mij. Ik kon niet vinden wat ik moest hebben. Op een gegeven moment zei een kennis dat ik moest gaan vechten. Maar wat heb je als 17-jarige om voor te vechten zonder vader, moeder, broers of zussen? Toen ben ik mij in het geloof gaan verdiepen. Ik heb het in het Jodendom gezocht, het Boeddhisme, de katholieke kerk, overal. Een vriendin van mij was moslima en vroeg of ik een keer meeging naar een bijeenkomst. Ik zei: ‘Oké, maar je gaat mij niks opdringen’. Want ik was altijd anti-islam. Ik met een hoofddoek? Nooit, never. Het was voor mij taboe. Maar na een paar keer te zijn geweest ervoer ik daar veel liefde, iedereen was zo hartelijk. Als je dan alleen bent denk je: er is nog liefde, er is nog hoop! Vervolgens ben ik mij meer gaan verdiepen en toen ik een jaar of 18/19 was heb ik besloten moslima te worden. Nu 40 jaar later ben ik het nog steeds. Het maakt niet uit wie je bent, er is maar één God. Of je een hoofddoek draagt of een kruisje draagt maakt bij mij niet uit. Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheden.”
Ervaar je in het contact met Hart voor Noord ook iets van de liefde die je bij de islam hebt ontdekt?
“Oh jawel, dat merk ik hier ook wel. Ik heb heel goed contact met de mensen van Hart voor Noord. Ik vind het een geweldige groep. Ik zeg altijd: ‘Ik moet hen accepteren en zei moeten mij accepteren’. Dat is het belangrijkste in heel het geloof. Dat is zo’n beetje mijn verhaal hè, ouwe”, zegt Iman terwijl ze coördinator Jeanette van Hoop voor Noord een speelse por in de zij geeft. “Dankzij Hoop voor Noord heb ik ook mijn droom om andere mensen te helpen waar kunnen maken. Ik heb nog één ding op mijn verlanglijstje staan: een weeshuis beginnen. Mijn zeven kinderen willen daar ook in meehelpen. Als een kind liefde krijgt wordt de wereld een stukje makkelijker.”
Hoe kwam het contact met Hoop voor Noord tot stand?
“Met een lokkertje, ik ben gek op eten!”, lacht Iman. Jeanette vult aan: “Ik vind het wel leuk dat je dat vertelt. Want we gingen niet in een zaaltje zitten met alleen een kopje koffie of thee. Maar juist door samen te eten en het leven te delen in een restaurant waar jij normaal gesproken denk ik niet komt…” Iman: “Nou ik ben er één keer binnen geweest maar toen schrok ik zo van de prijs dat ik er weer keihard ben uitgerend!” Jeannette: "We hebben haar geïnterviewd over armoede, welke ervaring ze daar zelf mee had gehad en welke veranderingen er volgens haar nodig waren om armoede te verminderen."
Hoe reageren mensen op de hulp die je ze geeft?
“Nou er is zoiets moois gegroeid in die wijk van ons. Doordat je er elke week zit begin je mensen te kennen uit alle lagen van de bevolking. Niet gedocumenteerde mensen, mensen die net niet voor de voedselbank in aanmerking komen. Mensen die door corona hun baan zijn verloren of thuis zitten. Syrische vluchtelingen, Marokkanen, mensen uit Venezuela en de Nederlandse Antillen. In maart zijn we de voedseluitgifte begonnen en we zijn nu uitgegroeid tot 76 gezinnen die we een voedseltas geven. We zijn daarnaast dit jaar een buurtvereniging in de Molenwijk begonnen. Vanuit de gemeente kwam de mogelijkheid om de buurt positief te veranderen. We wilden meer dan alleen om de tafel zitten en praten.”
Wat is ervoor nodig om een buurtverbinder te zijn?
“Ik noem mijzelf de moeder van de wijk en zo noemen anderen mij ook. Een soort moeder Theresa in een islamitische uitvoering, haha. Je doet het vanuit je hart. Ik haal zoveel energie uit het te eten geven van mensen.”
Wat zijn de uitdagingen van dit werk?
“Er gebeurt wel eens wat negatiefs maar dan kom ik ertussen met mijn grote mond. Er was laatst bijvoorbeeld een vrouw die zei: ‘Ik moet dit niet en ik moet dat niet’. Nou dan heb je hier niks te zoeken. Dan kun je weer weggaan, dan heb je geen hulp nodig.”
Dus je moet ook streng kunnen zijn als buurtverbinder?
“Oh, heel erg streng, haha! Ik heb geleerd dat mijn mening net zo belangrijk is als die van een ander, door schade en schande heen.”
Waarom is deze hulp nu zo hard nodig?
“Er zijn een aantal vrouwen die je door wilt verwijzen naar hulpverlenende instanties maar die dan zeggen: ‘Dat mag niet van mijn man’. Ze mogen daar dan niet heen omdat in de Islam de man verantwoordelijk is voor het gezin. Als je moet aankloppen bij de voedselbank dan zien zij dat als hun verantwoordelijkheid nalaten. Ze nemen het dan wel van mij aan omdat ze mij kennen. Je moet je trots opzij kunnen zetten in tijden van nood maar je hebt mensen die dat absoluut niet kunnen.”
Zit er ook een evangelisch motief aan de hulp die jullie verlenen?
Jeanette antwoord: “Umm… daar kun je eigenlijk niet met ja of nee op antwoorden. We roepen wel zoveel mogelijk christenen op om mee te doen en zich aan te sluiten als ze hier uit de buurt komen. Geef jouw liefde, praat met mensen en deel je leven met hen. Als mensen vragen waarom we dit doen omdat ze bij ons liefde ervaren kunnen we als christenen prima getuigen uit welke bron we dit doen. Van daaruit willen ze soms toch wel een keer bij de kerk komen kijken.”
Praatmee