Ook bij christenen gingen weinig deuren open voor Joden
Op D. V. 8 november zal de praeses van de Protestantse Kerk Nederland aan de Joodse gemeenschap zijn excuus aanbieden namens de kerk voor haar nalatigheid in en na de oorlog. Ook de overige gereformeerde kerken hebben een handreiking geschreven ‘voor een zondag van verootmoediging en schuldbelijdenis’. Vijfenzeventig jaar na de oorlog. We hebben wel veel tijd nodig om onze zonden onder ogen te komen. De betrokken mensen hebben het kennelijk niet gekund. We zijn inmiddels een paar generaties verder. Het komt er nu op neer dat mensen die geen dader waren, vergeving vragen aan mensen die geen slachtoffer zijn geweest. Maar toch moet het gebeuren.
Het kleeft aan ons allemaal. Tijdens de Auschwitzherdenking in januari deed premier Rutte het namens de regering en tijdens Dodenherdenking op de Dam verontschuldigde de koning zich voor de nalatigheid van zijn grootmoeder, koningin Wilhelmina. En nu dus de kerk. De kerk heeft zichzelf in de oorlog in de weg gestaan, onder andere vanwege dat wonderlijke vervangingsidee. Ze was vergeten dat we als tak geënt zijn aan een boom, een boom die er al lang was en die er nog steeds is. En nu vraagt de kerk vergeving tijdens de herdenking van die verschrikkelijke Kristallnacht.
Wat een onbeschrijfelijk gevoel van angst en radeloosheid moet dat geweest zijn in die donkere nacht van 9 op 10 november 1938 daar in Duitsland. Die Kristallnacht was een uitbarsting van demonisch geweld. Honderden synagoges, duizenden winkels en woonhuizen van Joden gingen in vlammen op. Op grote schaal werden mensen mishandeld, gedood. En… de politie keek toe en de brandweer mocht niet blussen. Dat is radeloosheid. Dat is totale verlatenheid. Wat kun je anders doen dan vluchten. Velen deden het. Ook naar Nederland.
Ze liepen vast vanwege een zeer beperkt toelatingsbeleid. Minister-president Hendrik Colijn hield de leden van de Tweede Kamer voor dat dat praktisch onontkoombaar was, en in het belang van de Joden zelf. ‘Een te groot aantal vluchtelingen zou voedsel kunnen geven aan het latent in de Nederlandse samenleving aanwezige antisemitisme’. Wat erg. En de kerk deed het niet beter. In ‘de Reformatie’ schreef Joh. Jansen dat het gebeuren weerzinwekkend en onrechtvaardig was, maar, ‘het viel niet te ontkennen dat de Joden door hun rijkdom, vaak door woeker en bedrog verkregen, den haat, bijzonder van het Duitse volk hebben opgewekt’. Zo was ongeveer het sentiment van Nederlanders voor de oorlog. Liever geen Joden. De meeste vluchtelingen werden daarom bij de grens teruggestuurd. Sommigen maakten ter plekke een eind aan hun leven. Ze wisten wat iedereen, die het had willen weten, ook had kunnen weten.
Ruim twee jaar later kwamen de Duitsers zelf de grens over. Vluchten was toen bijna niet meer mogelijk. De Nederlandse Joden zaten in een fuik. Ze zochten hulp, onderdak, onderduik. Ook bij christenen. Te weinig deuren gingen open. Voortdurende hulde aan hen die in die barre tijden hun leven wel gewaagd hebben om Joden uit de klauwen van de vijand te redden. Maar het waren er zo weinig. En wat was ook de kerk twijfelachtig en traag. Zeker, de kerk werd geconfronteerd met veel duivelse dilemma’s, maar toch. Altijd lag de vijand een straatlengte voor. En na de oorlog wist niemand er raad mee, erger nog, de Joden werden nog steeds slecht behandeld en achtergesteld. En wij zwelgden in de heldendaden van het verzet.
Hoe staan we er nu voor? We proberen in het reine te komen met het verleden, maar er is ook een heden. Je houdt je hart vast. Zaterdag tijdens een anti-coronademonstratie in ‘s-Hertogenbosch was het verschrikkelijke weer te horen: ‘Heil Hitler’ en ‘stinkjoden’. Die haat, die niet te blussen haat, manifesteert zich opnieuw wereldwijd. Extreem-links, extreem-rechts en de radicale islam ontmoeten elkaar in hun haat tegen de Joden. In Amsterdam rinkelt regelmatig weer glas. Hoeveel mensen zullen er nu opstaan? De handreiking van de kleinere gereformeerde kerken eindigt met de bijna overmoedige woorden: ‘We nemen de verplichting op ons, ons naar vermogen in te zetten voor de veiligheid van de Joodse gemeenschap in ons land.’ Laten we ons gebed voor verootmoediging vooral samen laten gaan met bidden om moed.
Bovenstaand artikel verscheen eerder op Zaut.org, een initiatief om een christelijk, actueel, profetisch en nuchter geluid te laten horen in Nederland. Klik hier om de website te bezoeken.
Praatmee