Geroepen tot de bediening der verzoening
Een boodschap gericht aan predikanten, voorgangers en allen die zich geroepen weten tot de bediening der verzoening en kritisch naar zichzelf en de christelijke kerk in Nederland durven en willen kijken.
We staan als mensheid aan de vooravond van een ongekende crisis, zoals we deze niet eerder hebben meegemaakt. De kennis van goed en kwaad die ons onder de vloek van zonde en dood heeft gebracht, wordt zowel in de wereld als in de kerk geroemd en geëerd. De duisternis op aarde (de zichtbare wereld) zal hierdoor hand over hand toenemen.
De ‘buitenwereld’ zoals we die waarnemen, toont ons de ‘binnenwereld’ van de mens anno 2020. Zowel overheden als kerken zijn ieder op hun eigen manier zoekende naar wat wijsheid is en hoe we de coronacrisis het hoofd kunnen bieden. De anderhalve meter afstand tussen mensen in de ‘buitenwereld’ lijkt een schaduw te zijn van de ‘innerlijke’ afstand tussen mensen als gevolg van het individualisme en het dringende advies om mondkapjes te dragen zou wel eens een weerspiegeling kunnen zijn van dat mensen zich niet meer uitspreken, hun hart niet meer laten zien. Degenen die zich nog wel uitspreken en vragen stellen bij het beleid van de overheid worden ruckzigloos als asociale en egoïstische burgers aan de schandpaal genageld. Hierdoor is een sterke tweedeling in de samenleving aan het ontstaan tussen de ‘goede’ volgelingen en de ‘kwade’ rebellen. Een tweedeling die ook dwars door kerken en families heen loopt.
De christelijke kerk is van Godswege geroepen om te midden van deze donkere wereld het Licht van Christus als een Baken in de zee te laten schijnen. De duisternis kan het Licht niet in haar macht krijgen. Zolang de duisternis op aarde kan toenemen, is het Licht van Christus blijkbaar afwezig. Een pijnlijke constatering die ons laat zien dat het de christelijke kerk ontbreekt aan een boodschap voor de wereld in nood.
"Want het is nu de tijd, dat het 'oordeel' (gericht op herstel!) begint bij het huis van God; als het bij ons begint, wat zal het einde zijn, als WIJ ongehoorzaam blijven aan het evangelie Gods?" (1 Petrus 4:17)
Op welke manier is de christelijke kerk dan ongehoorzaam aan het evangelie van God?
De christelijke kerk heeft eeuwenlang de boodschap van vergeving van zonden, de oude wijn in oude zakken, verkondigd. Paulus waarschuwde de gemeente van Galaten al om niet terug te keren naar het vlees en naar de werken van de wet; het systeem van ‘wet - overtreding - zondoffer - vergeving’. Deze bediening kent een bepaalde mate van heerlijkheid, net als onder het oude verbond, maar het is en blijft de bediening des doods (2 Korintiërs 3:7-11).
Vanaf het begin van de twintigste eeuw is er met de opkomst van de pinksterbeweging meer zicht gekomen op het evangelie van het koninkrijk (de jonge wijn), dat Jezus verkondigde. We zijn deze jonge wijn alleen in oude zakken blijven schenken. Het gevolg hiervan is dat de oude zakken scheuren en de jonge wijn wegloopt. Beide gaan verloren (Matteüs 9:17). Het zuurdesem van de wet maakt het hele deeg van het evangelie zuur. Is dit niet kenmerkend voor de huidige situatie van de christelijke kerk in de westerse wereld? De boodschap die we verkondigen lijkt geen kracht meer te hebben. De wereld heeft er letterlijk en figuurlijk geen boodschap aan. De impact van de kerk op de samenleving is gemarginaliseerd.
Jezus van Nazareth verkondigde de blijde boodschap van het koninkrijk van God en niet de vergeving van zonden op grond van een zondoffer. Het 'evangelie' van vergeving van zonden is gebaseerd op de kennis van goed en kwaad. Zolang deze boodschap wordt verkondigd, zal het Licht van Christus onder de korenmaat blijven. We zullen dus eerst zelf gehoorzaam moeten worden aan het evangelie van Christus, willen we als een lichtend Licht te midden van de duisternis zijn en een boodschap voor de wereld hebben.
We zullen de jonge wijn in nieuwe zakken moeten gaan schenken, want daarin ligt de kracht (dunamis) van het (ware) evangelie van God (Romeinen 1:17). We zullen de verkondiging radicaal moeten ontdoen van het zuurdesem van de wet, voordat de heerlijkheid van de Heer over ons gezien zal worden en de wereld zal opgaan tot het stralende Licht dat we mogen verspreiden. Hiertoe zijn we geroepen!
"God is in Christus de wereld met zich verzoenende (o.t.t), hen hun overtredingen niet toerekenende en door het woord der verzoening in ons te leggen." (2 Korintiërs 5:19)
Het verzoeningsproces (lees: scheppingsproces) van God waarbij het Licht de duisternis op aarde zal verdrijven (Genesis 1:2,3) is nog steeds gaande en zal hoe dan ook tot voltooiing gaan komen. Als ‘gezondenen’ is de bediening der verzoening aan ons toevertrouwd.
Hoe ziet deze bediening der verzoening - vrij van het zuurdesem van de wet - er in de praktijk uit?
A) God rekent de mens haar overtredingen niet toe! God vergeeft niet dankzij het kruis, maar ondanks het kruis. "Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen."
B) Het geestelijke zaad van de mens moet eerst in de akker van het fysieke lichaam worden gezaaid ('sterven'), voordat het tot leven en verheerlijking kan komen ('opstanding'). Dit is de kern van de boodschap van kruis en opstanding.
C) Christus is alles en in allen (Kolossenzen 3:11). Christus is als allen gekruisigd en zal uiteindelijk als allen opstaan. Christus in ons is de hoop op heerlijkheid.
D) Om mensen vanuit het rijk der duisternis in het koninkrijk van het Licht te brengen (verzoening), zullen we hen moeten aanspreken op wie ze in werkelijkheid zijn. Christus is het waarachtige Licht dat ieder mens verlicht. Wandelt dan als kinderen van het Licht. "Zo kennen wij dan vanaf nu niemand meer naar het vlees." (2 Korintiërs 5:16)
Als predikanten en voorgangers (de 'gezondenen') weer zicht krijgen op de (apostolische) bediening der verzoening, zal de christelijke gemeente allereerst zelf tot herstel gaan komen. Door de bediening der verzoening zullen 'gelovigen' (degenen die gehoorgeven aan de verkondiging) als gevolg van geloof en bekering als zonen en dochters van God openbaar gaan worden. De schepping zucht en wacht hier met reikhalzend verlangen op. De openbaar geworden zonen en dochters van God zijn degenen die vanuit het rijk der duisternis overgeplaatst zijn in het koninkrijk van het Licht. Zij zullen het Licht van Christus laten schijnen, zodat de duisternis in de wereld zal worden verdreven.
"Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen." (Johannes 1:5)
Door het verdrijven van de duisternis zal het koninkrijk van God op aarde steeds meer zichtbaar worden. De ganse aarde zal vol worden van Gods heerlijkheid en uiteindelijk zal God alles en in allen zijn (1 Korintiërs 15:28).
Daarom is er geen enkele reden om de moed te verliezen. We hebben een blijde boodschap van hoop voor een wereld in nood. Het komt goed!
"Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des HEREN gaat over u op. Want zie, duisternis zal de aarde bedekken en donkerheid de natiën, maar over u zal de HERE opgaan en zijn heerlijkheid zal over u gezien worden." (Jesaja 60:1,2)
Wil je doorpraten over de inhoud van dit artikel, stuur dan een bericht naar Peter Overduin
Praatmee