Romeinen 13: moeten we ons onderwerpen aan de overheid?
Toen Paulus zijn brief aan de Romeinen schreef, was keizer Nero aan de macht. In de openingszinnen van het dertiende hoofdstuk lijkt Paulus te suggereren dat de gelovige zich moet onderwerpen aan een dergelijke tiran. Niets is minder waar, zegt Rob van der Dussen, want de vervolgingen onder Nero waren nog niet eens uitgebarsten.
Paulus geeft trouwens wel aan dat er bepaalde voorwaarden zijn als het gaat over het gehoorzamen van de overheid. Ten eerste moet de overheid zelf rechtvaardig zijn: zij beloont het goede en bestraft misstappen (13:3-4). Daarnaast speelt de overheid niet met het zwaard, en dat was ook niet het geval toen Paulus de brief schreef (13:4). In andere woorden, de overheid hoeft dus niet zonder reserves gevolgd te worden. En dit staat in lijn met andere passages in de Bijbel waar gelovigen besloten om juist te handelen tegen het overheidsbeleid in (Ex. 2:2-3, Joz. 2:3-4, 1 Sam. 14:45, 1 Kon. 18:4, 2 Kon. 11:2, Dan. 3:4-12, 6:10, Matth. 2:7-12, Hand. 4:19-20, 5:27-29, 5:40-42).
Opvallend is dat juist in Romeinen 13 Paulus de gelovigen aanmoedigt om een voorbeeld te zijn voor de mensen binnen de christelijke gemeenschap maar juist ook daarbuiten. Zo roept hij op om het goede te doen (13:3) of om te eren wie eer toekomt (13:7). Deze ethiek komt niet uit de lucht vallen, het hoort helemaal bij de navolging van Christus. De liefde van God werkt altijd iets uit in de gelovigen, het leidt tot het doen van het goede (Rom. 12:2, 9). In de navolging van de gekruisigde Christus presenteren de gelovigen hun hele hebben en houden als een levend offer (12:1). Door deze brandende liefde wordt de ander aangestoken met het vuur en op die manier bereikt met het Goede Nieuws van God.
Kortom, de navolging van Christus leidt tot een ethiek van leven in vrede met andere mensen, niet alleen in het samenzijn met medegelovigen, maar juist ook met buitenstaanders. De gelovigen worden opgeroepen trouw te zijn in het betalen van de belasting, tol en het geven van eer en ontzag aan wie het toekomt (13:6-7). Juist op die manier zullen de gelovigen gezien worden als goede stadsburgers. De christelijke gemeente zal zo geprezen worden voor haar liefde en dienst aan de ander. En op die manier dient Romeinen 13 in het grote plan van God om juist stadsgenoten te bereiken met het Evangelie.
Rob van der Dussen volgt een kerkplantingstraining in Rome. Klik hier om zijn website te bezoeken.
Praatmee