Prof. Nederveen: ''De anderhalve meter samenleving heeft geen toekomst"
In de eerste week van juni beleefde ik een bevreemdend moment in mijn anders zo drukke forensentrein. Ik keek om me heen en kon in de verste verte geen medereiziger ontdekken. Toch had ik een mondkapje op, om te voorkomen dat ik anderen zou besmetten. Wie mij een paar maanden geleden had voorspeld dat dit zou gebeuren, zou ik niet hebben geloofd. Dit is ongetwijfeld een herkenbare ervaring. Onze wereld lijkt totaal veranderd, ziet UvA-professor Aart Nederveen in Zicht.
Toch ga ik in deze bijdrage aan de andere kant van het bootje hangen. We zijn beland in een uitvergrote versie van de wereld waarin we de hele tijd al leefden. Nu komt nadrukkelijker boven tafel wat al sinds lang het geval was. En dat geeft te denken.
In de eerste plaats is enige historische relativering op zijn plaats. De huidige pandemie is kinderspel vergeleken met wat onze voorouders moesten meemaken. Ruim een eeuw geleden hielden infectieziekten nog huis onder kinderen. Per jaar konden er duizenden kinderen overlijden aan mazelen en kinkhoest. Mijn opa kwam uit een gezin van 12 kinderen, waarvan er maar zes de volwassen leeftijd bereikten. Stel je voor dat er geen 7000 volwassenen, maar 7000 kinderen waren overleden in de afgelopen maanden. En ook: eind jaren zestig was er nog de Hongkonggriep die wereldwijd wel een miljoen slachtoffers eiste. Wie even doorzoekt op internet kan vinden dat er op dit moment nog steeds veel meer mensen sterven aan tbc, hepatitis, aids en malaria dan aan het coronavirus. Is onze reactie op het virus overdreven?
Verdriet krijgt vleugels
Wie dierbaren heeft verloren in de afgelopen tijd, wordt door deze nuancerende cijfers niet opgebeurd. Dat is begrijpelijk. Maar het lijkt alsof dit verdriet vleugels krijgt: het verdriet van enkelen moet het verdriet van allen zijn en maakt ons collectief angstig. Toen burgemeester Halsema niet had ingegrepen bij de demonstratie op de Dam, werd haar voor de voeten geworpen dat dit een klap in het gezicht was van alle zorgmedewerkers. Ik kan me bij dit verwijt wel iets voorstellen, maar de achterliggende logica is minder vanzelfsprekend dan ze lijkt. Natuurlijk, demonstreren zou kunnen leiden tot nieuwe besmettingen; ons handelen heeft altijd gevolgen. Maar precies doorzien van de keten van oorzaak en gevolg is vaak een illusie. Wat zorgt ervoor dat we daar nu anders over denken?
Momenteel vindt een levendige discussie plaats of we niet enorm overdrijven met onze reactie op het virus. Hoe dat ook zij, als eerste reactie op het virus was de intelligente lockdown begrijpelijk. Nu het stof begint neer te dalen en we wennen aan de situatie dat corona onder ons is, dringt de vraag zich op wat er precies moet gebeuren in de komende tijd. De lockdown was niet alleen een adequate reactie op de uitbraak van het virus, maar laat tevens zien wat voor mensen wij zelf zijn. De lockdown-maatregelen brengen de normaliter onzichtbare sociale structuren aan het licht. Wat voor mensen leven er in een 1,5-meter samenleving en waarom worden we boos als iemand de regels schendt?
Lockdown en verbondenheid
Om in aansluiting hierop een slag dieper te graven, wil ik u meenemen naar een dilemma dat we allemaal in meer of mindere mate hebben ervaren in de afgelopen tijd. Dat is de vraag: gaan we onze oude moeder wel of niet bezoeken? We moeten kiezen uit twee kwaden. Of onze moeder kwijnt weg, omdat ze het zonder de nabijheid moet stellen van haar geliefden of we lopen de kans haar en de mensen in haar omgeving te besmetten. Ingewikkeld. Of is er nog meer te zeggen? Vergelijken we in deze casus twee vergelijkbare, maar helaas conflicterende overwegingen? Ik denk het niet. De eenzaamheid van onze moeder is namelijk een primair besef dat zich aan ons opdringt. In onze verbeelding zien we dat onze moeder ons mist. En andersom: wij missen haar. Hier is dus sprake van een fundamentele verbondenheid tussen mensen. Onze moeder doet een appel op ons.
Maar niet alleen de relatie met onze moeder speelt een rol in onze overwegingen, ook de kans op besmetting laten we zwaar wegen. Zonder het te weten kun je het virus immers bij je dragen en anderen besmetten. Wil je dat voorkomen, dan moet je zorgen dat je bij anderen uit de buurt blijft. Maar hoe groot is de kans eigenlijk dat je het virus bij je draagt zonder het te weten en anderen besmet? Die getallen kan ik u niet geven, al lijkt het aannemelijk dat die kans niet heel groot is. Er is momenteel geen consensus over hoe groot of klein die kans precies is. Het is zelfs zo dat die kans afhangt van ons voortschrijdend inzicht in hoe het virus precies werkt. Het coronavirus is bijvoorbeeld nu al minder besmettelijk dan toen we er voor het eerst van hoorden.
Aart Nederveen is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdredacteur van het blad Wapenveld. Deze bijdrage is gepubliceerd in Zicht, een uitgave van het Wetenschappelijk Instituut van de SGP.