Waarom ben ik de ene dag verheugd over Gods werk en de volgende dag niet?
"Waarom kan ik me de ene dag verheugen en de andere dag vijandig en boos zijn en laat het me koud? En kan het zijn dat, omdat ik sommigen zonden nog steeds doe, dat God bij me weg blijft? Het lukt gewoon niet om er mee te stoppen. Ik heb er al een strijd mee gevoerd, alleen wordt het dan alleen maar erger", aldus een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl. De jonge vrouw vraagt zich ook af hoe ze op God kan vertrouwen.
"Bij het lezen van je vraag moet ik denken aan Johannes 21: 15-19", maakt ds. D. M. Elsman duidelijk. "Het is na Pasen en de Heere neemt Zijn discipel Petrus apart. Er moesten zaken recht gezet worden. Op Goede Vrijdag had Petrus drie keer gezegd: “Ik ken Hem niet”; voor elke verloochening vraagt de Heere hem nu een liefdebetuiging: “Heb je Mij lief?” Petrus was zichzelf tegengekomen, was onbetrouwbaar gebleken. We lezen dat hij bitter had moeten huilen. Hij was een gebroken man.
Wat me opvalt in het antwoord van Petrus -als de Heere aan hem vraagt: “Heb je Mij lief”- dat hij dan niet zegt: “Ja, Heere, ik heb U lief!”, maar “Ja, Heere, U weet dat ik van U houd.” Geen ge-ik meer. Petrus moest leren aan zijn eigen “ik” te sterven en alles alleen van Zijn Heere te verwachten. Hoe noemt de Catechismus dat in Zondag 33? Afsterving van de oude mens en opstanding van de nieuwe mens. Goede Vrijdag én Pasen. Galaten 2: 20: “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij.”
Het is waar wat je schrijft: “Het is al Gods werk. En ook dat je dan niets anders meer wilt -als je bekeerd bent- dan Hem dienen en voor Hem te leven.” Het is ook waar wat Paulus schrijft ná zijn bekering: “Het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik (...) ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood” (Rom. 7:19 e.v).
Wat een bemoediging: de Heere zocht Zelf Zijn discipel Petrus op om hem uit zijn val op te richten. Hij vraagt het ook aan jou: “Heb je Mij lief?” Breekt dat niet je hart? 2 Korinthe 7: 10: “Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg.” Dat je het in geloof mag antwoorden: “Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik van U houd.” Van harte bid ik jou dat toe", aldus de hervormde predikant uit Rijssen.
Praatmee