Predikanten verzetten zich tijdens Gouden Eeuw tegen slavenhandel: 'Ongehoorde en heidense wreedheid'
Terwijl God in de kerk werd aanbeden, zat in de kerk duizenden slaven aan elkaar geketend. Het zijn verhalen en uitspraken die we de laatste tijd in het racismedebat veelvuldig tegenkomen. Er wordt algemeen aangenomen dat christenen in Nederland zich niet verzet hebben tegen de slavenhandel. Nu blijkt echter dat er wel degelijk predikanten waren in Nederland die zich tegen de slavenhandel uitspraken.
Het Noordhollands Dagblad maakte hier een uitgebreid artikel over. Hieruit blijkt dat verschillende orthodoxe predikanten uit de Goud Eeuw zich verzetten tegen de slavenhandel. Jacobus Hondius is daar een goed voorbeeld van. Hij was predikant in de Grote Kerk in havenstad Hoorn en schreef duidelijke woorden over de slavenhandel. ‘Leden van onze kerk horen zich niet te besmetten met zulke onbarmhartige handel’, aldus Hondius. ‘Zij begaan een grove zonde als ze slaven kopen om weer te verkopen en met die ongelukkige mensen handel te drijven, net als met andere waren en goederen, alsof het maar beesten waren. Het zijn immers mensen van een en dezelfde aard als zij zelf zijn.’
En hij was geen uitzondering. Binnen de staatskerk was er een behoorlijk grote orthodoxe stroming van predikanten die zich fel verzette tegen de slavenhandel. Ook de Zeeuwse predikant Georgius de Raad beschreef dat in duidelijke woorden. ‘Men lokt ze in onze schepen, rooft ze, voert ze tegen hun wil weg, scheidt de ouders van de kinderen, de kinderen van de ouders, de mannen van de vrouwen, de vrouwen van de mannen. Ik zwijg nog maar van de ongehoorde en heidense wreedheid die de christenen plegen tegenover de heidense slaven in de schepen, en van de manier waarom de slaven op onze plantages worden ontvangen.’
De Raad deed er zelfs nog een schepje bovenop: ‘Ons land is aan het zinken, en de zonden die dagelijks in de slavenhandel worden gepleegd, zouden weleens de zwaarste ballast kunnen wezen, die het schip ten gronde doet gaan.’
Praatmee