Bedenktermijn abortus opnieuw ter discussie
Opnieuw wordt er in Den Haag getwijfeld over de zogeheten beraadtermijn van vijf dagen voor een abortus. Dat blijkt uit een beleidsevaluatie van de abortuswet die inmiddels al ruim 35 jaar geldend is in Nederland. Opnieuw pleit men ervoor om de beraadstermijn te laten vervallen.
Het is de twee keer sinds het bestaan van de abortuswet dat er een zogeheten beleidsevaluatie wordt uitgegeven. Eerder gebeurde dat in 2005. Ook toen werd er al geadviseerd om de bedenktermijn van vijf dagen te laten vervallen. Op dit moment is het zo dat er na het eerste gesprek met een hulpverlener over abortus minimaal vijf dagen gewacht moet worden om daarmee een zorgvuldige besluitvorming te waarborgen.
Dat is ook de reden geweest dat de regering in 2005 besloot om de vijf dagen beraadtermijn niet af te schaffen. In die regering zaten destijds ook ChristenUnie en CDA. Nu is er dus een nieuw rapport verschenen en ook daarin wordt geadviseerd om de vijf dagen bedenktermijn af te schaffen. Volgens de onderzoekers is zo’n bedenktermijn niet nodig om tot een zorgvuldig besluit te komen. Bovendien is het volgens hen vrijwel altijd al zo dat het minstens vijf dagen duurt na het eerste gesprek voordat er daadwerkelijk een abortus wordt uitgevoerd.
Er is overigens nog een ander bijzondere noot in het bewuste rapport te lezen. Waar er afgelopen jaar veelvuldig geklaagd werd door abortusklinieken en pro-abortusorganisaties dat het aantal demonstraties en de overlast bij klinieken toenam, zien de onderzoekers dit niet terug. In een voetnoot in het rapport schrijft men: “Er zijn geen cijfers beschikbaar waaruit de toename van het aantal demonstraties of van daarmee gepaard gaande hinder zou blijken.”
Praatmee