'Ik durf niet naar de kerk omdat ik bang ben om veroordeeld te worden'
"Ik durf geen gereformeerde kerk te bezoeken. Enerzijds omdat ik bang ben veroordeeld te worden omdat er zo veel vooroordelen zijn over de rooms-katholieke kerk (in deze kerk is de vragensteller opgegroeid, red.), anderzijds omdat er in de gereformeerde wereld zó veel ruzie wordt gemaakt dat de kerk zelfs van binnenuit verscheurd is geraakt", aldus een vragensteller in de vragenrubriek van Refoweb.nl. Ds. A. van Vuuren geeft advies.
"Ik kan me niet voorstellen dat mensen die de waarheid betrachten in liefde (Efeze 3) alle rooms-katholieken over één kam zullen scheren", maakt Van Vuuren duidelijk. "Persoonlijk heb ik in ziekenhuizen als pastor op zaal vaak heel goede gesprekken met mensen van de Rooms-Katholiek Kerk gehad. Wel ben ik het Bijbels gezien niet eens met bepaalde onderdelen van de kerkleer. Zeker als ze het genadekarakter van de Bijbelse boodschap aantasten. Maar als gereformeerde mensen van jou horen dat jij het daar ook niet mee eens bent zullen ze je zeker niet veroordelen. Dus dat kon wel eens meevallen als je te zijner tijd zo’n kerk bezoekt.
En dan die verscheurdheid in de gereformeerde gezindte. Ja, die betreur ik. En ik schaam me daar ook voor naar de buitenwacht. Dat is zonde. Het gaat in tegen Jezus' hogepriesterlijk gebed in Johannes 17: “Opdat zij allen een zijn... opdat de wereld gelove dat U mij gezonden hebt.” Maar tot troost mag gezegd worden dat een groot deel van die gereformeerde gezindte qua denken en geloofsbeleving een is. Ik denk daarbij aan een deel van de Gereformeerde Gemeente, een groot deel van de Christelijke Gereformeerde Kerken, een groot deel van Hersteld Hervormde Kerk en een fors deel van de PKN (Gereformeerde Bond)."
De emeritus-predikant voegt toe dat geen kerk volmaakt is. "Iemand zei eens tegen Spurgeon: “Ik zoek een zuivere kerk.” “Nou” zei Spurgeon, “als jij die gevonden hebt dan is die kerk niet zuiver meer. Want jij bent een zondig mens.” En eens was een ouderling slecht behandeld in de gemeente. Zijn zoon zei op zondagmorgen: “Pa, ga je nou toch weer naar dat zooitje?” “Ja jongen, want ik behoor zelf tot dat zooitje.”
Praatmee