Jaap en Hennie zaten tijdens lockdown in Israël: “God gaf nieuwe mogelijkheden”
Veldwerkers Jaap en Hennie van stichting Israël en de Bijbel verbleven langer in Israël dan gepland vanwege het coronavirus. Dat gaf hen bijzondere kansen om het evangelie te delen. “Zelfs toen het hostel waar we verbleven dichtging hebben we nog met de allerlaatste gasten het evangelie kunnen delen”, vertelt Hennie enthousiast.
Jaap en Hennie verblijven op het moment in Amsterdam en zijn betrokken bij de Shelter Youthhostelministry. Jaap doet wat praktische klussen in het gebouw, geeft ondertussen verschillende online Bijbelstudies en Hennie werkt in de Shelter als manager staf en personeelszaken. Als vrijwilligers voor Israël en de Bijbel reisden ze in maart naar het Heilige land. “We zijn er al een keer of tien geweest. We hebben altijd wel wat meegenomen om weg te kunnen geven maar nu waren we er echt op gericht om mensen aan te spreken en hun een Bijbel aan te bieden. We zijn in het noorden van Israël begonnen maar werden toch een beetje door het coronavirus overvallen. Mensen moesten thuisblijven waardoor je niet veel meer kon doen. Maar we hebben goede kennissen zitten in het zuiden, in Eilat, die ons uitnodigden om naar hun hostel te komen. Dat kwam goed uit. Ze moesten namelijk zelf in quarantaine omdat ze terugkwamen uit het buitenland. We hebben daar een zeer goede en vruchtbare tijd gehad”, vertelt Jaap.
Hypocriet
Het christelijke hostel in Eilat waar Jaap en Hennie te hulp schieten vangt vooral backpackers op en is de eerste week nog gewoon open. “We hebben er verschillende groepen jonge Israeli’s ontmoet. We hebben diverse backpackbijbels weggeven die ze dan in hun rugzak mee konden nemen. Er was een tuin, we mochten niet de straat op, maar daarbinnen hadden we het goed”, zegt Jaap. “We kwamen jongeren met een religieus Joodse achtergrond tegen en jongeren die er bewust afstand van hadden genomen. Die laatste groep gooide vaak alle geloven op één hoop en vond de manier waarop er met religie omgegaan werd zeer hypocriet. Dan heb je een andere manier van benaderen nodig. Zo hadden we een gesprek met een Joodse jongen die heel kritisch was en dan hoor je dat eerst alleen maar aan. Op een gegeven moment kwam het gesprek op het thema hypocriet zijn, dat dat het probleem is en niet zozeer religie”. “Toen zijn wij gewoon aangesloten bij het feit dat Jezus daar ook mee te maken had. Dat de leiders in zijn tijd ook andere dingen zeiden dan dat ze deden. We stelden voor dat het interessant zou kunnen zijn om te onderzoeken hoe dat toen ging. Daar is hij op ingegaan”, vertelt Hennie.
Verboden Boek
Jaap vult Hennie aan: “Toen hij de backpackbijbel kreeg, zei hij: ‘Wauw, this is a forbidden book’, een verboden boek. Hij ging gelijk naar zijn vrienden toe om te laten zien wat hij had gekregen. Het is moeilijk om in Israël het Nieuwe Testament te kopen. Het ligt niet zomaar in de boekwinkels. ‘Het Nieuwe Testament is een antisemitisch boek, dat moet je niet lezen’, is hen van jongs af aan ingeprent. Als je dan de tijd krijgt in zo’n hostel om uit te leggen hoe Joods het Nieuwe Testament eigenlijk is dan zie je hele mooie dingen gebeuren.”
Typisch
Jaap waardeert de diepere gesprekken die hij met de jongeren in Israël mocht voeren. “Ze houden heel erg van discussieren. Dat is typisch Joods en ik vind het ook typisch heel erg leuk. Laat het maar een beetje botsen, dat geeft niet. We hebben al een aantal keren gezien dat diverse mensen daardoor getriggerd werden. Dat is zoiets bijzonders. Een situatie waarin je mensen kan ontvangen en door kan vragen heeft verreweg mijn voorkeur boven de straat opgaan om Bijbels uit te delen als mensen onderweg zijn.”
Tandpasta
Als christen kun je volgens Jaap goed het gesprek aangaan met Joden, vooral met seculiere Joden. Het is belangrijk dat je open bent over wie je bent. Ze staan soms meer open voor christenen dan voor het verhaal van een Messiasbelijdende Jood bijvoorbeeld. Volgens Jaap moet iedere christen dan ook wat Bijbels in zijn koffer meenemen als hij Israël bezoekt. “Misschien is dat nog wel belangrijker dan je tandpasta meenemen. Die kun je daar ook nog wel kopen, haha. We kwamen tijdens een wandeling een man tegen met een t-shirt over geloven in jezelf. Ik zeg daar dan gelijk iets over. Hij was reisleider maar had nu door corona niets te doen. Hij nodigde ons direct uit voor het avondeten. We kregen toch een maaltijd voorgeschoteld! Toen hebben we hele gesprekken gehad over de Bijbel. Van Pesach tot het bloedoffer. Die gesprekken waren zo goed, we hadden zoveel door te geven. We zijn uitgenodigd om terug te komen en de volgende keer nemen we een Bijbel voor hen mee.”
Vrede
De coronamaatregelen waar Jaap en Hennie mee te kampen hadden brachten ook onverwachte openingen, bijvoorbeeld toen Jaap zijn huurauto terugbracht. Jaap: “We hadden niet zoveel aan onze huurauto omdat we toch nergens heen mochten rijden. Die heb ik toen ingeleverd en er zaten daar twee mannen achter de balie. In het begin liep het gesprek met hen een beetje stroef. Maar toen ging het over corona en vertelde één van hen dat hij het moeilijk vond omdat hij nog niet dood wilde gaan. Ik zeg tegen hem: ‘De dood is eigenlijk nog maar een klein dingetje want daarna is ‘t ook nog een heel end.’ En er volgde een heel gesprek over de Heere Jezus en Zijn vrede, een vrede die de wereld niet kent. Hij luisterde zeer geïnteresseerd en nam een Nieuw Testament aan en hij zei dat hij hem echt zou gaan lezen, daar had hij nu alle tijd voor dankzij corona. God gaf dus juist nieuwe mogelijkheden die je anders niet zou hebben.”
Gebed
Zelfs op het vliegveld van Minsk op de terugweg weet Hennie een jonge Israëlier nog een Bijbel te geven na een boeiend gesprek. “Wat ik heel erg bijzonder vond is dat er heel erg gebeden is voor de Bijbelverspreiding. Er werd elke dag gebeden en het hield maar niet op. Dan dachten we, nu is de laatste gast vertrokken maar dan was iemand nog zijn spullen vergeten en kreeg je daar weer een gesprek mee. Zelfs toen het hostel dichtging hebben we met de allerlaatste gast het evangelie kunnen delen. Dat maakt je heel dankbaar en nederig.”
Stichting Israël en de Bijbel zet zich al ruim 50 jaar in voor de wereldwijde bijbelverspreiding onder het Joodse volk. Iedere Bijbel wordt persoonlijk overhandigd met het gebed in het hart dat Joodse mensen hun Messias erin zullen herkennen. Bekijk de laatste projecten.