Is Jezus na Zijn sterven in de hel geweest? Ds. Klomp geeft antwoord
Jezus is nedergedaald ter helle, zo staat geschreven in de Heidelbergse Catechismus. Is het niet veel aannemelijker dat in de oorspronkelijke tekst de hades ofwel het graf/dodenrijk bedoeld wordt? Zoals ook Petrus dat uitlegt in Handelingen 2:25-32: 'God de Vader heeft de ziel van Christus in de hades niet verlaten, maar Hem opgewekt uit de doden.' Ds. H. H. Klomp geeft antwoordt in de vragenrubriek van Refoweb.nl.
"Om maar met de deur in huis te vallen: ja, dat is in de 12 artikelen bedoeld met 'nedergedaald ter helle'", antwoordt de predikant. "Dat de Heere Jezus dus in de drie-urige duisternis op Golgotha in de hel is geweest. Of beter wellicht: de hel in Jezus’ ziel en lichaam. Drie uur staat dan voor de totaliteit van de verdoemenis van Gods volk. Christus heeft voor de gelovigen waar gemaakt: 'Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood hadt moeten sterven.' Ik voor u en nu mag u voor eeuwig leven! Glorie voor Hem en Zijn volbrachte werk!
Van belang in dit verband is vooral de voorafgaande tekst (vers 8): Jezus heeft de gevangenis gevangen genomen! De hel, duivel, dood en verdoemenis zijn door Hem overwonnen. Dit moest en wilde Hij doen bij en met Zijn leven als Offerlam van God. Dus voor Jezus’ sterven en graflegging. Toen kon de Heiland -eer Hij stierf- naar waarheid roepen: 'Het is volbracht!' Dan stijgt Hij overwinnend op naar de hemel om daar Zijn werk voort te zetten." De christelijke gereformeerde emeritus-predikant verwijst naar Kolossenzen 2:14-15 en Hebreeën 5:5-9.
Als Petrus in Handelingen 2 Psalm 16 toepast op het sterven en de begrafenis van Jezus, dan moet je het begrip 'ziel' in dat citaat niet verkeerd opvatten. Het betekent (met eerbied gesproken): de hele Christus, naar lichaam en ziel. De hades (Grieks) of sjeool (Hebreeuws) betekent soms de plaats van de verdoemden, soms alleen de plaats van het graf. In Psalm 16 is het graf bedoeld.
Intussen weet Petrus zelf heel goed dat Jezus’ verzoeningswerk geheel en al aan het kruis heeft plaatsgevonden. Ook de helse verlating door God dus (zie 1 Petr. 2:24,25). (...) De diepste trap van Jezus’ vernedering. Dit is geen historische vergissing."
Praatmee