Het opschrift van de wet is voor een christen van groot belang
‘Toen sprak God deze woorden: “Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden”’ - Exodus 20:1-3 (verkort).
Na een reis van bijna drie maanden was het volk Israël aangekomen bij de berg Sinaï. Daar zou God een verbond gaan sluiten met Zijn volk. Deze ingrijpende en indrukwekkende gebeurtenis staat beschreven in het Bijbelboek Exodus, vanaf hoofdstuk 19.
God Zelf zou Israël gaan toespreken. Uitgebreide voorzorgsmaatregelen moesten worden genomen. Tot nu toe was Mozes de boodschapper van God geweest. Nu zou God Zich rechtstreeks tot de mensen richten.
De natuur beefde, toen de stem van God klonk. Het was een geweldig stemgeluid. De mensen werden bang.
Wat was het eerste wat God zei? ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.
Ik was het, die jullie redde uit Egypte, die voor jullie een pad baande door de zee. Ik, de HERE gaf jullie manna, water uit de rots, bescherming en verzorging midden in de woestijn. Jullie zijn door MIJ bevrijd.'
Na deze aanhef kondigde God Zijn Tien Geboden af. Daarmee plaatst God alles wat nu verder aan wetten en regels komt in een heel duidelijk kader. Hij heeft Israël eerst bevrijd. Nu ontvangt Gods volk Zijn geboden om in echte vrijheid te blijven leven.
Het opschrift van de wet is voor een christen van groot belang. Zo is God ook voor ons.
Hij komt eerst met Zijn genade. Dat is het pure evangelie voor ons. Alleen uit genade kwam Christus naar deze aarde om ons te verlossen.
Onthoud goed dat God het volk eerst uit Egypte leidde en daarna Zijn wet afkondigde. De verlossing uit Egypte hing dus niet af van het feit dat ze zich aan de wet zouden houden. Als God dat had geëist, waren ze nooit in Kanaän gekomen. Daar waren zij niet toe in staat. God verloste een volk dat op zichzelf niet beter was dan de Egyptenaren. God koos uit genade voor hen.
Dat is en blijft het grote kader: ‘Ik ben de HERE, uw God die u (uit genade) uit het land Egypte heeft geleid.’
God wachtte dus niet met de wet, totdat Israël Kanaän was binnengegaan. Gods wet vormt een geweldige handleiding om bevrijd te blijven.
Helaas hebben vele Israëlieten wel het begin van de verlossing meegemaakt, de uittocht uit Egypte, maar niet het einde, de intocht in het land Kanaän. Ze hebben de wet van God niet gehoorzaamd. Gods grote genade hebben zij verspeeld.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee